Een pootaardappelbedrijf rooit het laatste perceel pootaardappelen. De hoogste klassen poters gaan direct in kisten. Daarvoor gebruiken ze een aangepaste bollenrooier. - Foto: Mark Pasveer

Akkerbouw in Nederland

De samenstelling van het bouwplan met aardappelen, suikerbieten, granen en uien typeert de Nederlandse akkerbouw. Ook de teelt op verschillende grondsoorten - klei, zand, veenkoloniale zandgrond, veenbodem, löss - en de intensiviteit van de akkerbouw met teelten met hoge opbrengsten zijn karakteristiek voor de akkerbouw in Nederland.

De Nederlandse akkerbouw staat wereldwijd bekend om zijn grote productiviteit, sterke export en innovatieve karakter. De hoge mechanisatiegraad, het gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen, onderkenning van het belang van bodemgezondheid en een efficiënt watermanagement dragen bij aan de akkerbouw in Nederland als de meest ontwikkelde ter wereld.

Een sterke pijler onder de Nederlandse akkerbouw is Wageningen University & Research (WUR): de beste landbouwuniversiteit ter wereld bevindt zich in Nederland. WUR is in Nederland een belangrijke aanjager van kennisvermeerdering en innovatie in de agrarische sector. De universiteit is ook een verbindend onderzoeks- en kennisinstituut tussen boeren, overheid, private agri-bedrijven, proefboerderijen en andere wetenschappelijke instituten of educatieve instellingen.

Het bouwplan in de Nederlandse akkerbouw

Aardappelen, suikerbieten, granen en uien zijn de belangrijkste gewassen die in Nederland worden geteeld. In Duitsland en Frankrijk zijn dat bijvoorbeeld granen. In Nederland maakt wisselteelt een doorslaggevend onderdeel uit van het bouwplan: aardappelen, suikerbieten, uien, granen (zoals tarwe en gerst) en groentesoorten wisselen elkaar af.

Verschillende gewassen worden in een cyclus geteeld om bodemgezondheid te behouden en uitputting te voorkomen. Wisselteelt zorgt ervoor dat de bodem niet steeds dezelfde voedingsstoffen verliest. Afwisselen van gewassen zorgt er ook voor dat de levenscyclus van ziekten en plagen bij een bepaald gewas – aardappelen is hiervan een bekend voorbeeld – wordt afgebroken. De groeipatronen van gewassen verschillen onderling van elkaar en dit kan helpen bij het terugdringen van onkruiden. Ook vermindert de teelt van verschillende gewassen het financiële risico van de boer als bij een gewas sprake is van misoogst.

Aardappelen

Nederland is een van de grootste exporteurs van aardappelen ter wereld. De Nederlandse aardappelteelt richt zich op tafelaardappelen, pootaardappelen en zetmeelaardappelen. De teelt van tafelaardappelen en pootaardappelen is vooral op klei- en zandgrond, die van zetmeelaardappelen concentreert zich in de veenkoloniën. De aardappelteelt is geavanceerd met een sterke nadruk op ziekteresistentie en hoge opbrengsten.

Het areaal akkerbouw is volgens het CBS 549.000 hectare. Het areaal aardappelen is 158.000 hectare. De teelt van tafelaardappelen is 75.000 hectare, die van pootaardappelen 40.000 hectare. De teelt van zetmeelaardappelen is 42.000 hectare.


Een Boerderij Reportage over het rooien van pootaardappelen in Hengelo (Gld.)


Suikerbieten

Nederland is een van de grootste producenten van suiker in Europa. Suikerbieten zijn een belangrijk gewas, omdat ze goed gedijen in het gematigde Nederlandse klimaat. De teelt is sterk gemechaniseerd en efficiënt van opzet. Het areaal suikerbieten is 80.000 hectare.


Hoe bewaar je suikerbieten het beste op het land voor ze worden opgehaald? Meer videoreportages in de serie Boerderij Uitgelicht vind je op het YouTube-kanaal van Boerderij.


Uien

Nederland is een van de grootste exporteurs van uien ter wereld. De teelt van uien is geconcentreerd in bepaalde regio’s en staat bekend om zijn hoge opbrengsten en goede kwaliteit. Het areaal zaai-uien is 29.000 hectare en het areaal poot- en plantuien 5.000 hectare.


Akkerbouwer Brian Salomé in het Zeeuwse IJzendijke deed een proef met uien. Bij proefrooiingen bleek dat de delen van het perceel zonder grondbewerking een hogere opbrengst gaven. Meer videoreportages over de landbouw vind je op het YouTube-kanaal van Boerderij.


Tarwe

Tarwe wordt gebruikt voor de productie van bloem voor brood en andere meelproducten. Het restproduct van tarwe wordt vooral als veevoer gebruikt.

Nederlandse akkerbouwers richten zich vooral op de teelt van wintertarwe die aan strenge kwaliteitsnormen voldoet. De Nederlandse tarwe staat bekend om zijn hoge opbrengsten. Het streven is om zoveel mogelijk baktarwe te telen. Nederland heeft een relatief kleine productie van tarwe vergeleken met grote tarweproducenten zoals Oekraïne, Verenigde Staten, China en Rusland.

Wintertarwe wordt in de herfst gezaaid, meestal in oktober. De oogst van wintertarwe is in de vroege zomer van het jaar erop, meestal juli. Het areaal tarwe is 130.000 hectare, waarvan 121.000 hectare wintertarwe.


Een Boerderij Reportage over de graanoogst in het zuidwesten van Nederland.


Mais

Mais is geen typisch akkerbouwgewas. De meest geteelde soort is snijmais die vooral wordt gebruikt als veevoer voor melkkoeien. De mais wordt geoogst als de planten nog groen zijn en dan voor gebruik als ruwvoer ingekuild. Korrelmais wordt behalve als veevoer ook voor menselijke consumptie geteeld. Denk bij menselijke consumptie aan maiskorrels, maisolie en als ingrediënt in verschillende voedingsproducten. In Nederland gebeurt dit erg weinig en het areaal korrelmais is aanmerkelijk kleiner dan dat van snijmais.

De teelt van mais in Nederland kenmerkt zich door een combinatie van traditionele en moderne landbouwtechnieken. Precisielandbouw, waarbij GPS-technologie en geavanceerde monitoring worden gebruikt voor efficiënte bemesting en watergebruik, is steeds gebruikelijker. Nederlandse boeren moeten rekening houden met de specifieke klimatologische omstandigheden, zoals het beperkt aantal zonuren en relatief veel neerslag. Dit vereist een zorgvuldige selectie van maisrassen die goed onder deze condities gedijen.

Mais wordt in Nederland voornamelijk geteeld op de zandgronden in het oosten en zuiden van het land. Deze regio’s zijn geschikt vanwege de goede drainage en de mogelijkheid om diep te wortelen. Het areaal snijmais omvat in Nederland 180.000 hectare. Het areaal korrelmais 10.000 hectare.

Andere belangrijke teelten

In Nederland is ook sprake van akkerbouwmatige teelt van conservengroenten, zoals erwten, spruiten, bonen en peen.

Naast deze typische landbouwgewassen zijn er andere belangrijke teelten in Nederland: tomaten, paprika's en komkommers in kassen, fruitgewassen als appels en peren en zacht fruit als aardbeien, frambozen en zwarte bessen. En natuurlijk de bloembollenteelt waar Nederland wereldberoemd om is.

Invloed grondsoort op keuze voor gewas

Voor alle grondsoorten geldt dat sommige gewassen het beter doen op de ene dan op de andere grondsoort. Ook hoort bij elke grondsoort een bemestings- en irrigatietechniek die het beste bij die grondsoort past. De diversiteit aan grondsoorten maakt de akkerbouw in Nederland uniek. Ook vereist het grondige kennis van de grondeigenschappen en hoe je die het beste beheert.


Voor een gezonde en vruchtbare bodem is het belangrijk om het microbioom goed te voeden. In Boerderij Uitgelicht vertelt Jos Deckers van DSV Zaden hoe je de bodem goed beoordeelt en verbetert.


Kleigrond

Kleigrond is moeilijk te bewerken, houdt goed water vast en droogt daarom ook niet snel uit. Kleigrond is wel lastig te bewerken als het nat is, ook kan het lang duren voordat de klei in het voorjaar opwarmt. Kleigrond is rijk aan voedingsstoffen. Dat is goed voor de gewassen en er is minder bemesting nodig dan op zand.

De rijkheid aan voedingsstoffen zorgt ervoor dat granen als tarwe het goed doen op kleigrond. Ook suikerbieten doen het hierom goed op klei. Suikerbieten geven vaak een hoge opbrengst en goede kwaliteit.


Harde wind en te veel neerslag zorgen in de IJsselmeerpolders voor onherstelbare schade aan de nog jonge gewassen. Meer videoreportages over de landbouw vind je op het YouTube-kanaal van Boerderij.


Zandgrond

Zandgrond is licht van samenstelling en warmt snel op en in het vroege voorjaar kan dit gunstig zijn. Maar zandgrond houdt ook slecht water vast en droogt daarom snel uit. Bemesting van zandgrond is noodzakelijk, want zand is arm aan voedingsstoffen.

Vroege aardappelen doen het goed op zandgrond, omdat de grond in het voorjaar gemakkelijk opwarmt. Wel is bij droogte al snel beregening nodig. Frites- en tafelaardappelen doen het ook goed op zand.

Uien en peen gedijen goed in losse, goed doorlatende grond en dus ook op zandgrond. De grond is makkelijk bewerkbaar en dat is gunstig voor de groei en de oogst van de gewassen.


Zandgrond warmt gemakkelijker op dan klei, maar zandgrond heeft ook snel water nodig. In Boerderij Uitgelicht vertelt hydroloog Jan van Bakel hoe je de watervoorziening van gewassen op peil houdt.


Veenkoloniale zandgrond

De veenkoloniale zandgronden in het zuid-oosten van Drenthe en het oosten van Groningen zijn een unieke grondsoort. Het is niet dezelfde grondsoort zoals je die vindt op de oorspronkelijke, pure zandgronden in de hoge delen van Drenthe, het oosten van Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant. En het is ook niet alleen maar veenbodem zoals die in Noord- en Zuid-Holland aanwezig is. Na de afgraving van het hoogveen in Drenthe en Groningen vermengde zand zich met de restanten van het veen en als combinatie leverde dat veenkoloniale zandgrond op.

Veenkoloniale zandgrond heeft een betere structuur dan pure zandgrond, want het organische stofgehalte is door het veen hoger. Maar vergeleken met klei- of veengrond is de bodem nog steeds relatief arm en bemesting is daarom belangrijk. Boeren moeten zorgvuldig omgaan met bodembewerking om erosie en verslechtering van de bodemstructuur te voorkomen. Behoud van het organische stofgehalte is daarom essentieel. Voor water gelden dezelfde verschillen als voor het organische stofgehalte. Veenkoloniale zandgrond houdt beter water vast dan pure zandgrond, maar droogt wel veel sneller uit dan klei en veenbodem.

Gewassen die het op veenkoloniale zandgrond goed doen zijn zetmeelaardappelen (tafelaardappelen uit de veenkoloniën smaken minder goed), granen (tarwe en gerst) en suikerbieten.

Veenbodem

Een veenbodem is erg vruchtbaar en kan gemakkelijk water vasthouden. Een veenbodem is ook zacht en dat kan in het seizoen problemen geven met stabiliteit en toegankelijkheid met landbouwmachines. De gevoeligheid voor inklinking zorgt ervoor dat duurzaam landgebruik op veenbodems een uitdaging kan zijn.

Een veenbodem is door de vruchtbaarheid erg geschikt als grasland voor de productie van gras als veevoer. Veenbodems zijn ook populair voor de teelt van hortentia’s of andere sierteeltgewassen, ook om de rijke voedingsstoffen en omdat het goed water vasthoudt.


Bodemverdichting of verslempen van de bodem is een hardnekkig probleem en veel akkerbouwers hebben ermee te maken. Het beïnvloedt onder andere de gewasopbrengst. Wat is bodemverdichting precies en hoe voorkom je het? In deze Boerderij Uitgelicht vertelt Everhard van Essen van Aequator hoe.


Löss

Lössgronden zijn in Nederland vooral te vinden in Zuid-Limburg en de omgeving van Nijmegen. Löss is een erg vruchtbare grondsoort, ook in vergelijking met kleigrond, en heeft eigen unieke kenmerken.

Löss bestaat vooral uit minerale deeltjes, fijne deeltjes met een gladde textuur. Dit maakt löss bijzonder gevoelig voor erosie door water en wind. Erosie is bij löss een groter probleem dan bij zwaardere grondsoorten als klei. Reden is dat in Nederland de lössgronden op hellingen liggen. Maatregelen als contourploegen, aanplant van hagen en het behoud van vegetatie helpen om bodemerosie te beperken.

Als löss nat is, dan kan de bodemstructuur erg verdichten of verslempen. Dit moet zoveel mogelijk worden vermeden om de bodemgezondheid te behouden. Regelmatige bodemanalyses zijn belangrijk om de voedingsbalans te bewaken en passende bemestingsstrategieën te ontwikkelen.  Behoud van organische stof in de bodem is belangrijk voor behoud van de structuur en de vruchtbaarheid van lössgronden.

Löss is een van de vruchtbaarste grondsoorten, ideaal voor intensieve akkerbouw, door de goede balans tussen drainage en voedingsstoffenretentie. Wel vereist het zorgvuldig beheer om de gezondheid en duurzaamheid van de bodem te waarborgen. Een evenwichtige aanpak van bemesting, bodembewerking en erosiepreventie is essentieel voor landbouw op lössgronden.

Verschillende gewassen doen het goed op löss: granen (zoals tarwe en gerst), suikerbieten en diverse groente- en fruitsoorten.

Bodemgezondheid

Bodemgezondheid is belangrijk voor een hoge opbrengst en goede kwaliteit van de gewassen en zorgt ook dat relatief weinig gewasbeschermingsmiddelen nodig zijn. Strengere normen voor bemesting en uitspoeling beperken de mogelijkheid voor extra bemesting, maar voeding van de bodem met organische stoffen zijn cruciaal voor een goede bodemstructuur en zorgen ervoor dat gewassen altijd voldoende mineralen uit de grond kunnen halen.

Groenbemesters spelen hierin een belangrijke rol, omdat ze organische stoffen toevoegen en erosie, uitspoeling, verslemping en verdichting helpen voorkomen. Voldoende organische stof verbetert ook de waterhuishouding en maakt zwaardere grond gemakkelijker te bewerken. Een goed bodemvochtgehalte is cruciaal voor de groei van het gewas.

Een gezonde bodem is afhankelijk van een goede bodemstructuur, die bevordert de beworteling van gewassen en zorgt voor een effectieve opname van water en nutriënten. Problemen met de bodemstructuur - zoals verslemping, verdichting en erosie en verstuiving - moeten worden aangepakt op basis van de specifieke grondsoort.

Gebruik van machines en keuze voor een soort grondbewerking hebben ook invloed op de bodemgezondheid, waaronder het bodemleven, de afbraak van organische stoffen en de vorming van storende lagen. Akkerbouwers moeten rekening houden met het soort grondbewerking dat ze toepassen voor behoud van een gezonde bodem.

Gewasbescherming: van chemisch naar groen

De akkerbouw is continue in ontwikkeling en staat voor de uitdaging om zowel de productiviteit te verhogen als de impact op het milieu te minimaliseren. Een gezond gewas is de basis voor een goede opbrengst. Daarom beschermen akkerbouwers hun gewassen tegen ziekten en plagen.

Groene gewasbeschermingsmiddelen en geïntegreerde bestrijding (chemie met mechanisch) raken steeds meer in zwang ten koste van uitsluitend chemisch.  Elk jaar verandert er wel wat in regelgeving, de toelating van middelen en toepassingsmogelijkheden van gewasbescherming. Akkerbouwers die innoveren en zich kunnen aanpassen, dragen bij aan een verantwoorde voedselproductie en de bescherming van het milieu.

Kernvragen bij de doorontwikkeling van gewasbeschermingsmiddelen: Hoe gaat de boer ermee om en welke alternatieven zijn er? Hoe zet je natuurlijke vijanden in?

Onkruidbestrijding

Onkruidbestrijding speelt een cruciale rol bij zowel de gezondheid als de opbrengst van gewassen. Onkruid concurreert met het gewas om water, licht en voedingsstoffen en is daarom ongewenst. De manier waarop onkruid wordt bestreden verandert sterk. Er is een verschuiving bezig van puur chemische methoden naar geïntegreerde aanpakken die een combinatie van mechanische onkruidverwijdering, gebruik van herbiciden en geavanceerde beheerstrategieën omvatten. Innovatie van toedieningstechnieken en -technologieën, aanpassingen in wet- en regelgeving stimuleren de ontwikkeling van niet-chemische methoden en het gebruik van variabele doseringen om het gewas en het milieu te beschermen.


Meer dan 20 aanbieders lieten op landbouwmechanisatiebeurs Agritechnica schoffels zien met nieuwe cameratechnieken, verbeterde systemen en handige toepassingen. Bekijk meer videoreportages over de landbouw op het YouTube-kanaal van Boerderij.


Insectenbestrijding

Insecticiden beschermen gewassen tegen vraat door insecten en tegen ziekten die insecten kunnen overbrengen. De bescherming van gewassen tegen insecten is aan het evolueren. Een belangrijke ontwikkeling in de bestrijding van insecten is de mate van selectiviteit van chemische insecticiden: wel de schadelijke insecten aanpakken maar tegelijk niet de biodiversiteit en de natuurlijke vijanden van het gewas aantasten. Naast chemische insecticiden wordt ook steeds meer gebruikgemaakt van biologische methoden bij de bestrijding van schadelijke insecten.

Schimmelbestrijding

De strijd tegen schimmels omvat het gebruik van verbeterde teelttechnieken en fungiciden. Fungiciden bieden chemische bescherming aan gewassen tegen schimmels, zoals Phytophthora infestans en Valse Meeldauw. Beide schimmels kunnen de gewasopbrengsten sterk aantasten. De effectiviteit van fungiciden ontwikkelt zich continue, ook omdat schimmels er in meer of mindere mate resistent voor worden. Hierdoor vraagt schimmelbestrijding steeds om nieuwe (combinaties van) werkzame stoffen en toepassingsschema’s.

Spuittechnieken

Een spuittechniek beïnvloedt sterk de efficiënte werking van een gewasbeschermingsmiddel. De doorontwikkeling van een spuittechniek – of een nieuwe innovatie – zorgt voor een betere verspreiding van het gewasbeschermingsmiddel, vermindert de milieubelasting, verlaagt eventuele gezondheidsschade, verbetert de kwaliteit van de oogst en verhoogt de gewasopbrengst.


Met de spotspray-techniek gebruik je minder gewasbeschermingsmiddel en werk je preciezer. Meer videoreportages vind je op het YouTube-kanaal van Boerderij.


Plantversterkers

Plantversterkers richten zich op verhoging van de natuurlijke weerstand van een plant tegen ziekten en plagen. Een plantversterker kan chemisch werken, maar ook gebaseerd zijn op natuurlijke methoden. Ook verbetering van de bodemgezondheid kan een sterke en directe invloed op de weerbaarheid van de plant tegen ziekten en plagen hebben.

Impact van klimaat, waterbeheer en duurzaamheid op de akkerbouw

In Nederland is in de akkerbouw sprake van een complexe en ook onderling afhankelijke relatie tussen klimaat, duurzaamheid en waterbeheer. Voor de toekomst van de akkerbouw in Nederland is het belangrijk dat een balans tussen klimaat, waterbeheer en duurzaamheid wordt gevonden.

Klimaat

Nederland biedt met zijn gematigde klimaat ideale omstandigheden voor veel soorten akkerbouw. Het milde weer zorgt voor een lang groeiseizoen en is gunstig voor de teelt van een breed scala aan gewassen. Echter, de klimaatverandering brengt uitdagingen met zich mee, zoals onvoorspelbare neerslagpatronen en flinke temperatuurschommelingen. Deze kunnen leiden tot problemen als droogte of juist overmatige regenval. Dit beïnvloedt de gewasgroei. Akkerbouwers moeten zich aan deze veranderingen aanpassen, bijvoorbeeld door gewassen te kiezen die beter tegen deze variaties bestand zijn of door geavanceerde teelttechnieken toe te passen.


De transitie naar een duurzame landbouw is al jaren een topic. Vaak gaat het dan over stikstof, klimaat, biodiversiteit en dierenwelzijn. Minder vaak staat de zachte kant van de transitie centraal: hoe geven boer en boerin als mens al die veranderingen op eigen erf vormgeven? Judith de Vor ging voor haar Nuffield Scholarship met boeren, overheden en onderzoeksinstituten in gesprek. In Boerderij Uitgelicht vertelt ze over de uitkomsten.


Duurzaamheid

De focus op duurzame akkerbouw is belangrijk, gezien de impact van de landbouw op zowel het klimaat als water. Door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest te verminderen, kunnen boeren de milieu-impact in de landbouwpraktijk verlagen. Dit draagt bij aan een gezonder klimaat en een betere waterkwaliteit. Biologische akkerbouw, waarbij gebruik wordt gemaakt van natuurlijke gewasbeschermingsmethoden en bodemverbeteringstechnieken, kan zowel de bodemgezondheid verbeteren als de afhankelijkheid van chemische middelen verminderen. Dit leidt tot minder uitspoeling van schadelijke stoffen naar waterbronnen, wat belangrijk is in een waterrijk land als Nederland.


Zoet water wordt steeds schaarser. Duurzaam waterbeheer is belangrijk om nu en in de toekomst over voldoende zoet water te beschikken. In Boerderij Uitgelicht een gesprek met Klaas Schenk over zijn project Zoetwaterboeren en hoe zij regenwater vasthouden.


Waterbeheer

Effectief waterbeheer is essentieel, vooral omdat een groot deel van Nederland onder zeeniveau ligt. Dit betekent niet alleen de bescherming van landbouwgrond tegen overstromingen, maar ook het hebben van een waterbuffer voor irrigatie tijdens perioden van droogte. Het klimaat heeft een directe invloed op het waterbeheer. Veranderingen in neerslagpatronen vereisen bijvoorbeeld een aanpassing in zowel irrigatie- als drainagepraktijken. Bovendien, wat betreft duurzaamheid moet bij het beheer van water rekening worden gehouden met de behoeften van zowel de landbouw als de natuurlijke ecosystemen. Methoden zoals het hergebruik van water, precisie-irrigatie en het aanleggen van bufferzones voor de opvang van water kunnen zowel de efficiëntie van watergebruik in de landbouw verhogen als de impact op het milieu verminderen.

Synergievoordelen

Innovatie door gecombineerde expertise

De integratie van de praktijk bij de akkerbouwer en de wetenschappelijke kennis van instituten zoals WUR en de agro-industrie leidt tot innovaties die zowel innovatief als realistisch als zijn. De synergie die dat oplevert zorgt op termijn voor nog meer innovatie, een hogere ontwikkelgraad van de akkerbouwsector en ook een hogere productie dan anders het geval zou zijn. De synergie die ontstaat door de samenwerking tussen deze verschillende partijen biedt een meerwaarde die de Nederlandse akkerbouwsector niet alleen duurzamer en efficiënter maakt, maar ook een sterke en invloedrijke internationale speler.

Kennisoverdracht en educatie

In Nederland vindt continue kennisuitwisseling plaats tussen wetenschappelijk onderzoekers, akkerbouwers en de agro-industrie. Dit verbetert niet alleen de praktijk op de akkerbouwbedrijven en het land, maar draagt ook bij aan de algehele verhoging van het kennisniveau in de agrarische sector.

Politieke en maatschappelijke invloed

Een verenigde agrarische sector heeft meer invloed op politiek en beleidsniveau dan een versnipperde lobby. Hoewel LTO Nederland de grootste belangenbehartiger voor de agrarische sector is, lieten de onderhandelingen over het Landbouwakkoord zien dat behalve de politiek ook de agrarische sector verdeeld is. Een agrarische sector die met een mond spreekt, is beter in staat om te lobbyen voor gunstigere wet- en regelgeving en subsidies. Dit komt de hele sector ten goede.

Duurzaamheid op lange termijn

Focus van zowel wetenschappelijke instituten en WUR op duurzaamheid zorgt niet alleen voor betere bescherming van het milieu, maar garandeert ook de levensvatbaarheid van de agrarische sector op de lange termijn. Dit is cruciaal in een wereld waar de druk op natuurlijke hulpbronnen toeneemt.

Internationale concurrentiepositie

De samenwerking tussen de akkerbouwer,  de wetenschappelijke onderzoeks- en kennisinstituten zoals WUR, Louis Bolk Instituut en VKON en de agro-industrie versterkt de positie van Nederland wereldwijd als een leidende kracht in de agrarische sector. Dit trekt internationale investeringen aan en opent nieuwe markten voor Nederlandse agrarische producten.

Maatschappelijke verantwoordelijkheid en imago

Door te focussen op aspecten als dierenwelzijn en voedselveiligheid, verbetert de agrarische sector niet alleen de landbouwpraktijk, maar bouwt het ook aan een positief publiek imago. Dit is cruciaal in een tijd waarin consumenten steeds meer waarde hechten aan een ethisch verantwoorde en duurzame productie van gewassen.

Flexibiliteit en veerkracht

De samenwerking maakt de sector flexibeler en veerkrachtiger tegenover uitdagingen, zoals klimaatverandering, ziekte-uitbraken bij gewassen en veranderende marktdynamieken.

Economische diversificatie

Door innovatie en samenwerking kan de sector zich diversifiëren. Dit helpt om risico's te spreiden en nieuwe inkomstenstromen te genereren, zoals de ontwikkeling van biobased producten.

Precisielandbouw

Bij precisielandbouw in de akkerbouw maak je gebruik van technologie om de teelt van gewassen te verbeteren. Precisielandbouw is innovatief van karakter en de ontwikkeling gaat snel. Zoals in elke innovatieve sector geldt ook voor precisielandbouw dat niet elke nieuwe ontwikkeling of elke nieuwe technologie meteen succesvol is. Het verschil met de klassieke akkerbouw is dat niet per perceel wordt gewerkt, maar dat per plant of op een beperkte oppervlakte - het kan tot op de vierkante centimeter - een werkwijze wordt gehanteerd.

Gegegevens en teeltmethoden

Precisielandbouw maakt gebruik van gegevens die worden geanalyseerd, zodat zaden, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen nauwkeurig kunnen worden ingezet: op het juiste tijdstip, de juiste plek en in een juiste, afgemeten hoeveelheid. De akkerbouwer bespaart zo op kosten en verbetert de productie van het gewas. Ook de kwaliteit van de oogst gaat omhoog. Een relatief nieuwe innovatie bij het gebruik van gegevens is het gebruik van AI (artificial intelligence) en big data, dus grote hoeveelheden gegevens.

Binnen de precisielandbouw geldt een vaste werkwijze: gegevens verzamelen, gegevens analyseren, besluit nemen, actie uitvoeren. Alle teeltmethoden, bodembewerkingen of manieren van gewasbescherming in de klassieke landbouw kunnen ook onderwerp zijn van precisielandbouw.

Technologieën in de praktijk van de precisielandbouw
  • Satellietbeeldvorming en drones. Voor het verzamelen van gegevens over de gezondheid van het gewas, de bodemgezondheid en -kwaliteit en de vochtigheidsniveaus van grond en lucht.
  • GPS-technologie. Gebruik in trekkers en andere landbouwvoertuigen voor nauwkeurige navigatie, landbewerking en gewasbescherming.
  • Sensortechnologie. Bodemsensoren en gewassensoren om real-time informatie te verzamelen over bodemgezondheid en -kwaliteit en de gezondheid van het gewas.
  • Geautomatiseerde technologie en robottechnologie voor zaaien en poten, oogsten en gewasbescherming.
  • Big data en AI voor de analyse van verzamelde gegevens om besluitvorming en beheer te verbeteren.
  • Internet of Things (IoT) om verschillende apparaten en sensoren voor een betere gegevensuitwisseling en -beheer met elkaar te verbinden.

Future Farming is de internationale mediapartner van Boerderij voor precisielandbouw. In deze videoreportage in 3 delen vertelt akkerbouwer en rundveehouder Dustin Burns uit het Canadese Wynyard aan host Matt McIntosh hoe hij bodembewerkingen of onkruidbewerkingen autonoom uitvoert. Hij vertelt - behalve over de technische mogelijkheden - hoe precisielandbouw hem helpt om de producten van zijn boerderij beter in de markt te zetten en minder afhankelijk te worden van medewerkers. Meer videoreportages over de landbouw vind je op het YouTube-kanaal van Boerderij.



akkerbouw in Nederland
In Nederland zijn aardappelen, suikerbieten, granen en uien de belangrijkste gewassen in het bouwplan. - Foto: Koos Groenewold

Akkerbouw in Nederland
Laden van suikerbieten. - Foto: Koos Groenewold

tarwe dorsen
Dorsen van tarwe op een perceel in Stiens in Friesland. - Foto: Mark Pasveer

zetmeelaardappelen
Poten van de eerste zetmeelaardappelen van het seizoen in het Oost-Groningse Mussel. - Foto: Mark Pasveer

kleigrond
In Flevoland zijn de grondprijzen in korte tijd fors gestegen. Er wordt van alle kanten aan de goede kleigrond getrokken. - Foto: Ruud Ploeg

Veel zandgronden hebben een dunne teeltlaag. Toevoegen van klei kan de landbouwkundige eigenschappen van deze gronden verbeteren. - Foto: Provincie Gelderland
Veel zandgronden hebben een dunne teeltlaag. Toevoegen van klei kan de bodemeigenschappen van deze gronden verbeteren. - Foto: Provincie Gelderland

bouwplan veenkolonien aardappelmoeheid
Grond klaarleggen voor een zetmeelaardappelteelt. De verplichting om meer rustgewassen in het veenkoloniale bouwplan op te nemen, gaat ten koste van het zetmeelaardappelareaal. - Foto: Mark Pasveer

natuurherstelwet
Een veenweidegebied in de provincie Noord-Holland. - Foto: Roel Dijkstra

löss
De grond oogt op de foto als zandgrond, maar is dat bepaald niet. De löss bij het Belgische Lommel - net over de grens bij Bergeijk (N.-Br.) - is de beste grond om aardappelen op te telen. - Foto: Matthijs Verhagen

Meer artikelen over akkerbouw