RundveeOpinie

Succes heeft vele vaders

Holstein verdringt het Fries-Hollandse ras. Dat is in feite maar goed ook, want achterop raken bij de Amerikanen is een slecht vooruitzicht. Het geschiedenisprogramma Andere Tijden behandelde op 25 januari de teloorgang van de Fries-Hollandse koe.

Over die kwestie is al veel gezegd en geschreven. In die discussies mis ik vaak het perspectief. Zo heel speciaal is de omwisseling van een lokaal melkveeras naar Holstein namelijk niet.

 

Dat is in andere Europese landen ook gebeurd. Sterker nog, in ieder land op de wereld heeft het lokale ras het veld geruimd. Al houd je in ieder land aanhangers van de oorspronkelijke koeien, zeker is dat het aantal zuivere koeien van welk ras anders dan Holstein slinkt. En dat terwijl er toenemende belangstelling is om in te kruisen met Fleckvieh, MRIJ of Montbéliarde.


‘De teloorgang van’ is een populaire kapstok voor geschiedenisprogramma’s. Behalve de zwartbonte koe is er wel meer typisch Nederlands of typisch Europees verdwenen. Het probleem is dat we in de afgelopen eeuw een flink eind achterop zijn geraakt ten opzichte van de Amerikanen. Kijk eens naar de autoindustrie. Zij hadden de Chevrolet en Buick, wij het Dafje. Ook over de teloorgang van de Daf is een programma gemaakt en ook daarin zag je twee oude mannen beweren dat dit geweldige merk het door pech net niet heeft gehaald en het net te laat was met vernieuwing.

 

In werkelijkheid was het Dafje een treurige prutsauto. Vergeleken met de Amerikanen van die tijd liep hij al bij de introductie in de jaren vijftig hopeloos achter. En, erger nog, er was totaal geen doorontwikkeling.


Over vliegtuigbouwer Fokker is een vergelijkbaar programma gemaakt. We denken graag dat we in Nederland goede vliegtuigen bouwden. Maar vergeleken met Boeing was Fokker te ouderwets, te duur en te klein.

In de vorige eeuw waren de Amerikanen veel verder ontwikkeld dan welk land ter wereld.

 

Daardoor werd de Amerikaanse industrie en cultuur overheersend. Zo ook in de melkveehouderij. Kijk naar de melkmachines, de koeltank, de tractoren. Vergelijk eens een Lanz Bulldog met een Ford Dexta. De laatste is nog steeds een bruikbare trekker, de Lanz stampt het land meer vast dan dat hij kan losploegen.


Van melkveefokkerij was in Nederland tot aan 1980 nauwelijks sprake. Stieren kwamen vaak uit kampioenskoeien. Net als nu komen uit koeien die keuringen winnen alleen maar slechte stieren. Toen de fokwaardes werden geïntroduceerd, bleken de FH-stieren praktisch allemaal negatief te vererven.

 

Fokwaardes gebaseerd op de prestaties van de dochters van de stier zijn overigens ook een techniek afkomstig uit de Verenigde Staten. Een groot wonder dat Amerikaanse stieren hier een succes werden was het dus niet.


In Andere Tijden wordt verteld dat we de overgang op Holstein te danken hebben aan onderzoek door Wageningen Universiteit. Dat is dan verwonderlijk. Want in Duitsland, Frankrijk en Italië was de Holsteinisering al jaren eerder ingezet. Men had dus simpelweg 20 kilometer naar het Oosten kunnen rijden om Holstein-kruislingen te bekijken. Maar ja, succes heeft vele vaders.


In werkelijkheid ontwikkelde de Nederlandse boer zich, leerde nadenken en ging reizen. Veel melkveehouders zagen de Holsteins bij hun familie en vrienden in de VS. En we hadden natuurlijk ook nog eens Caneda Holstein en ABS. Deze twee bedrijven verkochten Holstein-sperma met behulp van marketing. Dus met mooie advertenties in plaats van een zwart-witfoto van een stier met een telefoonnummer eronder. Ook al weer typisch Amerikaans.


De Nederlandse ki’s hadden de keuze om distributeur van ABS en Caneda te worden of om zelf Holstein-stieren te kopen. Ze hebben het laatste gedaan en dat is maar goed ook, anders waren ze er niet meer geweest.

Ondertussen zijn we zelf ook Amerikanen geworden. Kijk maar eens naar de jeugd die met afgezakte spijkerbroek naar McDonald’s skatet.

Beheer
WP Admin