‘Ook aardappelen leggen zonne-energie vast’
Zonne-energie is de laatste jaren aan een enorme opmars bezig. In 2023 was ruim 18% van de opgewekte elektriciteit in Nederland direct afkomstig van de zon uit zonnepanelen. Dat komt overeen met ongeveer 83 MJ opgevangen straling. Deze zonnepanelen zijn niet de enige manier om zonne-energie vast te leggen. In de akkerbouw doen we niet anders, en dat al eeuwenlang. Het totale aardappelareaal vangt bijvoorbeeld zo’n 30 keer meer zonnestraling op dan alle Nederlandse zonnepanelen samen, naar schatting zo’n 2.500 miljard MJ.
In tegenstelling tot zonnepanelen kan een aardappelgewas maar een gedeelte van het jaar zonne-energie vastleggen. Dat kan namelijk alleen tijdens het groeiseizoen wanneer er een groen gewas op het veld staat. Hierdoor wordt maar tussen de 30 en 45% van de totale jaarlijkse zonnestraling opgevangen. Ook zijn aardappelen niet zo efficiënt als zonnepanelen. Zonnepanelen zetten ongeveer 90% van het zonlicht om in bruikbare energie, terwijl planten door fotosynthese maximaal 1% van de energie benutten. Hiervan komt vervolgens maar een gedeelte in de oogstbare plantendelen terecht.
Op basis van de bovenstaande cijfers lijkt er nog aanzienlijke ruimte te zijn om de beschikbare zonne-energie beter te benutten voor plantaardige productie, met name door de opvang en benutting van zonnestraling te optimaliseren. Wat kun je nu als teler met deze kennis? Welke mogelijkheden heb jij nu om de instraling van de zon maximaal te benutten?
Zonnestraling maximaal opvangen
Om zonnestraling maximaal op te vangen heb je in de ideale situatie een groen gesloten gewas nodig. Voor de gewassluiting valt een gedeelte van de straling op de grond, net zoals aan het eind van het seizoen als een gewas afsterft. Om zo veel mogelijk straling op te vangen, heb je dus zo lang mogelijk een gesloten gewas nodig. Daarbij moet je ook nog rekening houden met het feit dat in Nederland de zon de meeste energie levert in mei, juni en juli.
Het loont dus om een gewas zo veel mogelijk te vervroegen, waardoor je maximaal gebruik kan maken van het zonnig voorjaar. Een te laat voorjaar wordt bijna nooit meer ingehaald, omdat de zon in september en oktober veel minder energie levert. Daarnaast moet je er natuurlijk voor zorgen dat de straling voor de plant niet wordt weggenomen door boomkruinen of onkruid dat de plant overschaduwt.
Praktijk is weerbastig
Hoe een plant vervolgens de straling benut, heeft een bovengrens die grotendeels genetisch is bepaald. Waar een teler wel invloed op heeft, is hoe dicht hij deze bovengrens benadert. Factoren als droogte, nutriënten tekort, ziektes en plagen kunnen allemaal effect hebben op de fotosynthesesnelheid van de plant en dus de benutting van de opgevangen straling. Dus zorgen dat de plant geen tekorten heeft en goed beschermen, geeft de beste benutting van het opgevangen licht.
Helaas is de praktijk weerbarstig. De natte omstandigheden dit voorjaar zorgen ervoor dat er laat gepoot en/of gezaaid kan worden en het gewas niet optimaal van hoge instraling kan profiteren. Zon oogsten met zonnepanelen is dan toch een stuk simpeler.