De meeste potentiële stoppers zitten in Gelderland, Overijssel en in Zuidoost-Nederland. De effecten van het stikstofbeleid laten zich dus in de buurt van de Veluwe en de Peel het hardst voelen. - Foto: Herbert Wiggerman RundveeNieuws

Stoppersregelingen veehouderij kosten € 220 miljoen toegevoegde waarde

Het stikstofbeleid – in het bijzonder de stoppersregelingen – zorgen voor een afname van minimaal € 220 miljoen aan toegevoegde waarde door de veehouderij. Ook andere bedrijven rond de veehouderijsector zullen de economische gevolgen merken.

Dat blijkt uit het onderzoek naar de effecten van het stikstofbeleid door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), Wageningen University & Research (WUR) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De onderzoeksinstellingen namen het programma stikstofreductie en natuurverbetering én de aanpak piekbelasters onder de loep.

Sociaal-economische effecten stikstof- en natuurbeleid groot

Daar hoort ook onderzoek naar de sociaal-economische effecten van het stikstof- en natuurbeleid bij. Op nationale schaal is de economische impact niet heel groot, maar voor de veehouderij is die toch wel substantieel. Het gaat dan vooral om krimp van de veestapel en het aantal boerenbedrijven, als gevolg van de stoppersregelingen zoals de LBV en de LBV-plus, maar ook de inmiddels afgesloten Saneringsregeling Varkenshouderij. De verwachting is dat de toegevoegde waarde door de veehouderij afneemt met € 220 miljoen tot € 260 miljoen. Dat is een daling van 7 à 8% vergeleken met de situatie waarin deze stoppersregelingen niet zouden bestaan.

De toeleverende en verwerkende bedrijven rond de veehouderij gaan dit ook merken, bijvoorbeeld door een kleinere afzetmarkt voor de veevoerbedrijven. In hoeverre dit gevolgen voor deze bedrijven heeft, hangt af van de internationale strategie en de mogelijkheden om nieuwe markten te vinden.

De effecten verschillen ook per regio. De meeste potentiële stoppers zitten in Gelderland, Overijssel en in Zuidoost-Nederland. De effecten van het stikstofbeleid zullen dus in de buurt van de Veluwe en de Peel het hardst gevoeld worden.

Natuur- en stikstofbeleid niet alleen voor natuur

Het natuur- en stikstofbeleid is gericht op het verbeteren van de natuur, maar het is ook wenselijk dat er ruimte komt om nieuwe vergunningen te verlenen en de PAS-melders te legaliseren. Dat laatste gaat tergend traag, ziet ook het PBL. De vergunningverlening loopt in het algemeen nog steeds erg stroef, maar er worden niet minder vergunningen afgegeven voor woningbouw dan eerder. De vergunningverlening zal er echter de komende tijd niet makkelijker op worden, verwachten de onderzoekers. Het is namelijk zo dat bij nieuwe activiteiten vrijwel altijd een Natura 2000-gebied in de buurt ligt, waar de kritische depositiewaarde (KDW) nog enigszins wordt overschreden. Ook als de stikstofuitstoot fors afneemt.

Een andere hoofdconclusie van het onderzoek is in lijn met het PBL-onderzoek, dat eerder deze week verdween: de stikstofdoelen worden niet gehaald. Niet in 2025, 2030 of daarna. Wel zien de instanties dat de stikstofdruk vermindert. De gemiddelde overschrijding van de kritische depositiewaarde daalt met ongeveer een derde. Maar op veel van de gevoelige natuurgebieden slaat nog steeds te veel stikstof neer. In 2030 is dat bij 31% van de gebieden het geval, waar het doel 50% is. Dat lieten de cijfers over de KDW-overschrijdingen van het RIVM van afgelopen december ook al zien.

‘Niet stimulerend, dalende stikstoftrend niet goed te zien’

Die doelstellingen – gebaseerd op de KDW – zijn niet bepaald stimulerend, constateert Henk van Zeijst (PBL), de leider van het onderzoek in een toelichting. “Dit doel in de wet laat de dalende trend van de stikstofdepositie niet goed zien.” Er is al langer een wens in zowel politiek als in de boerenbelangenbehartiging om de KDW als richting voor de stikstofdoelen uit de wet te halen. Een alternatief is vooralsnog niet gevonden.

Een laatste opvallend punt uit het onderzoek van PBL, WUR en RIVM: de meeste stikstofwinst wordt niet geboekt door het stikstofbeleid, maar door het buitenland en ander (landbouw)beleid. In de landbouw zorgt het verdwijnen van derogatie bijvoorbeeld voor daling van de stikstofneerslag. Ook het klimaatbeleid zorgt voor minder stikstof.

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit leest in de analyse van de drie onderzoeksinstanties dat de kabinetsmaatregelen een ‘positieve bijdrage leveren aan de toekomstige kwaliteit van de natuur’. Verantwoordelijk minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) ziet ook dat er meer moet gebeuren, wil de overheid de stikstofdoelen halen. “Het huidige kabinet zet in op een intensivering van bestaand beleid en treft voorbereidingen voor extra maatregelen. Het is aan een nieuw kabinet om een besluit te nemen over die nieuwe maatregelen,” schrijft ze.

Medeauteur Jan Braakman

Lees meer over het stikstofbeleid

Reacties

  1. Ik denk dat onze Groenen van deze miljoenen minder omzet geen moment wakker liggen. De rekenkunde van de moderne Nederlander is volgens de laatste onderzoeken ver onder peil. Zal voor deGemiddelde politicus niet anders zijn.

Beheer
WP Admin