We zullen er aan wennen dat de grens tussen stad en platteland nog verder gaat vervagen. Deze twee werelden kruipen naar elkaar toe, vrijwel elke toekomstverkenning stelt dit vast. – Foto: Lex Salverda BoerenlevenColumn

‘De grens tussen stad en platteland zal verder vervagen’

Op zolder vond ik een Boerderij uit 1980. Daarin las ik dat dat geen slecht jaar was, althans, niet voor de productie. Die lag na een verpieterd voorjaar alsnog mooi op schema. Dat boeren er niet veel mee verdienden, lag niet aan het weer, maar aan de overheid. Aan de politiek. Aan Brussel dat geen geld wilde steken in ondersteuning van marktprijzen. ‘Desondanks hielden boeren zich staande, mede dankzij de veerkracht van het gezinsbedrijf’, zo concludeerde het toenmalige LEI.

De redactie mopperde dat deze bedrijfsvorm onterecht op het schild gehesen werd. Veerkrachtig, ja. Maar deze fraaie term maskeerde vooral dat gezinsleden noodgedwongen keihard moesten ploeteren om een inkomen bij elkaar te harken. Het gezinsbedrijf was een economische reddingsboei in plaats van een krachtige bedrijfsvorm. Toekomstscenario’s uit die tijd voorspelden ook nog eens dat het traditionele gezin, de reddingsboei, op de schop zou gaan.

Drijvende kracht hierachter was de oprukkende stad. De scheidslijn met het platteland zou vervagen. Wat men in steden gewoon vond, zou ook op het platteland geaccepteerd gaan worden. Denk aan homoseksualiteit of vrouwen met een eigen inkomen. Echtscheidingen zouden ook doordringen tot het platteland net als ongehuwd samenwonen. Bij menig Boerderij-lezer liepen de rillingen over de rug, maar zie, we zijn bijna 45 jaar verder en wie wordt er nu nog warm of koud van? We zijn er aan gewend geraakt en het gezinsbedrijf is er nog steeds.

En zo zullen we er ook aan wennen dat de grens tussen stad en platteland nog verder gaat vervagen. Deze twee werelden kruipen naar elkaar toe, vrijwel elke toekomstverkenning stelt dit vast. Het zal betekenen dat het huidige boerenleven, inclusief het gezinsbedrijf, wederom zal veranderen. Ik vermoed dat veel lezers, net als 45 jaar geleden, niet staan te juichen bij dit beeld. Stedelingen worden geassocieerd met bemoeizucht, gebrek aan agrarische kennis, milieu-eisen en moeilijkdoenerij. Geen groep waar je als traditionele plattelandsbewoner op zit te wachten.

Vermenging stad en platteland

En toch, hoe erg is het nou echt? Want het zijn niet alleen nieuwkomers die moeilijk doen. Die dwars voor een vergunningsaanvraag gaan liggen. Niet zelden hoor ik dat het de buurt was, soms de naaste buurman die zelf ook boer is, die geen trek heeft in een grote loods of stal in zijn uitzicht.

Het kan maar zo dat er wat goeds voortkomt uit de verdere vermenging van stad en platteland. Er ontstaan meer lokale afzetmogelijkheden en misschien komt het aantal voorzieningen dan weer op peil. Wordt er een school geopend in plaats van gesloten, komt de supermarkt terug en de huisarts. Wie weet ontstaat er meer werkgelegenheid, zodat de plattelandsjongeren in de buurt kunnen blijven wonen. Dat zou dan weer een mooie tegenhanger zijn van de vergrijzing. Een fenomeen dat zich op het platteland sterker doet gelden dan elders.

Het zou maar zo kunnen dat we over 45 jaar helemaal niet meer denken in termen als stad en platteland. Dan zijn er ook niet zoveel verschillende belangen meer en dat kon wel eens een hoop heisa schelen. We gaan het zien.

Beheer
WP Admin