Foto: Koos Groenewold AlgemeenNieuws

Meer tijd en opties voor 3.000 ‘piekbelasters’

Bedrijven die als ‘piekbelaster’ zijn aangemerkt, krijgen langer de tijd om na te denken over de toekomst van hun bedrijf, mits Brussel de verlenging van de opkoopregeling goedkeurt.

Ook andere subsidies voor extensivering en innovatie moeten binnen enkele maanden beschikbaar komen. Zo komt er ook een mogelijke stoppersregeling voor de kleinere veehouderijsectoren, voor de huidige regeling komen namelijk alleen bedrijven met melkvee, pluimvee, varkens of vleeskalveren in aanmerking, ook hier moet Brussel z’n zegen over uitspreken. Dat kondigt stikstofminister Christianne van der Wal dinsdag aan in een brief aan de Tweede Kamer.

Opkoopregeling verlengd

De opkoopregeling voor ‘piekbelasters’, de LBV-plus wordt verlengd, mits Brussel het goedkeurt, dat lekte eerder al uit. De verlenging maakt deel uit van de verdere uitwerking van de aanpak piekbelasters. Deze stoppersregeling, waarbij boeren 120% van de bedrijfswaarde kunnen krijgen, staat open sinds juli 2023 en zou eigenlijk in april van dit jaar sluiten. Zo’n 3.000 bedrijven met relatief veel stikstofneerslag op gevoelige natuur komen hiervoor in aanmerking. Dat zijn bedrijven die via een berekening met de Aerius-check een grotere depositievracht dan in totaal 2.500 mol op stikstofgevoelige natuur hebben. De verwachting is dat een extensiveringsregeling in mei eventueel open zou kunnen. In de originele planning zou dan de LBV-plus al gesloten zijn. Om boeren de mogelijkheid te bieden om alle opties naast elkaar te leggen, wordt de plusregeling dus verlengd.

Voor niet-stoppers zijn subsidies voor extensiveren en innoveren waarschijnlijk over enkele maanden beschikbaar. Boeren die willen verplaatsen moeten nog even geduld hebben, de minister wil het ook mogelijk maken dat boeren naar een ander EU-land kunnen verhuizen. Zo’n regeling moet nog wel goedgekeurd worden door Brussel.

Innovatieregeling

De innovatieregeling is nog wel een ingewikkelde kwestie. Emissiearme stalsystemen bereiken namelijk niet altijd de gewenste reductie van ammoniak, is recent uit verschillende onderzoeken gebleken. De minister wil geen subsidie uitgeven aan een systeem waarmee een bedrijf geen rechtsgeldige vergunning kan krijgen. Om bedrijven die met technische of managementsoplossingen, zoals minder eiwit voeren, op het bedrijf de ammoniakuitstoot willen verminderen, tegemoet te komen, komt er een handreiking voor de vergunningverlening. Als er “voldoende vertrouwen” is in het uitgeven van vergunningen voor deze ondernemers, kan de investeringssubsidie halverwege dit jaar open, verwacht de minister.

In totaal zijn er nu 1.262 bedrijven die met subsidie willen stoppen. 489 bedrijven hebben een aanvraag voor de plusregeling gedaan. 507 anderen hebben zich ingeschreven voor de ’gewone’ lbv-regeling, die gericht is op 10.000 bedrijven die dichtbij gevoelige natuur zitten. Die regeling is inmiddels gesloten. Andere ondernemers hebben bij hun aanvraag nog in het midden gelaten voor welke van de twee regelingen ze gaan, dat zijn er 252. 165 ondernemers hebben de beschikking binnen en daarvan hebben 46 inmiddels aangegeven ook echt te gaan stoppen.

Stikstofwinst onbekend

De aanpak piekbelasting is in het leven geroepen om de neerslag van stikstof op gevoelige natuur (fors) te verminderen. Hoeveel stikstofwinst er geboekt kan worden door de stoppers, is nog onbekend. Of de ruimte ten goede kan komen aan andere ondernemers, zowel binnen als buiten de landbouw, is namelijk afhankelijk van de staat van de natuur én de locatie van het stoppende bedrijf. Het is de bedoeling dat onder andere PAS-melders kunnen profiteren van deze stikstofruimte, die ondernemers wachten inmiddels al jaren op een geldige vergunning. De legalisering van de PAS-melders is een taak van de rijksoverheid, die zichzelf tot doel heeft gesteld om in februari 2025 voor deze bedrijven een oplossing te vinden.

Tegelijk met de update over de piekbelastersaanpak kondigt stikstofminister Van der Wal aan geld uit te trekken voor provincies die aan de slag willen met de gebiedsgerichte aanpak. Vorige zomer hebben alle provincies hun globale plannen voor het landelijk gebied gemaakt, dat zijn processen die jaren in beslag gaan nemen. De provincies werken nu namelijk door aan verdere uitwerking.

Geld nodig

De verantwoordelijke bestuurders zeggen nu direct wel aan de slag te willen, maar daar is geld voor nodig. Voor de korte termijn hebben de provincies al plannen gemaakt voor het landelijk gebied. Voor deze maatregelenpakketten trekt het kabinet nu € 1,28 miljard uit. De maatregelen zijn eerst doorgelicht door Wageningen Economic Research (WEcR), of ze wel voldoende bijdragen aan de doelen in het NPLG. Het gaat dan om de vermindering van de uitstoot van stikstof en broeikasgassen, de verbetering van natuur en de waterkwaliteit. Hier zitten ook maatregelen voor de landbouw in. Bij 112 van de 173 doorgelichte plannen was het goed genoeg om mee aan de slag te gaan. De provincies moeten nog wel hun plannen her en der verbeteren, naar aanleiding van de opmerkingen van Wageningen. Als deze worden goedgekeurd, stuurt Den Haag het geld op naar de provincie.

Voordat het geld ook echt bij de provincies terecht kan komen, moeten zowel de Eerste als de Tweede Kamer het goedkeuren. De begroting van het ministerie van Landbouw, waarin alle budgetten voor het landbouwbeleid in 2024 staan, wordt over twee weken besproken in de Tweede Kamer. De provincies kunnen naar verwachting dan voor de zomer het geld verwachten.

Lees meer over het stikstofbeleid

Beheer
WP Admin