Minder weidevogels, meer moerasvogels
De aantallen weidevogels in Nederland blijven dalen. Dat blijkt uit cijfers van het CBS en Sovon. Veel andere vogelsoorten die in Nederland broeden doen het juist goed, zoals moeras- en bosvogels. Over de hele linie zijn de aantallen broedvogels per soort de afgelopen drie decennia met gemiddeld ruim een kwart toegenomen. Dit komt vooral door snelle groei van een aantal nieuwkomers.
Het beeld is sterk verdeeld. Van de 185 getelde soorten zijn er 92 in aantal toegenomen en 83 afgenomen. Negen soorten bleven stabiel, van één soort is de trend onduidelijk. Sterke groei zit ‘m in de moeras- en zoetwatervogels. Succesdieren zijn onder meer de grote zilverreiger en de brandgans. Bij 59 moeras- en zoetwatervogels was een groei te zien van gemiddeld een factor 3. Ook bosvogels laten een groei zien, zij het iets minder sterk.
Boerenlandvogels achteruit
Bij de verliezers zitten vrijwel alle boerenlandvogels. De aantallen per soort zijn sinds 1990 gemiddeld 45% afgenomen. Daarmee zijn dit de grootste dalers. Van de 27 getelde soorten boerenlandvogels namen 21 soorten in aantal af. Vooral vogels die van open land houden, zoals de scholekster, kievit en grutto, boeren achteruit. Grauwe gors en kemphaan waren dertig jaar geleden al zeldzaam, maar zijn nu zo goed als verdwenen, constateren CBS en Sovon. Vogels die op boerenerven en in het struweel leven, zoals de ringmus, gaan veel minder snel in aantal achteruit. Een stijger op het boerenland is de putter.
Naast boerenlandvogels gingen ook duinvogels in aantal achteruit. De afname is hier 40%. Ook stadsvogels nemen in aantal af, behalve soorten die van water houden. Nederland telt in totaal rond 200 soorten broedvogels. 185 hiervan zijn in het onderzoek meegenomen.
Verschillende oorzaken
De oorzaken zijn divers, aldus CBS en Sovon. Ze noemen de kwaliteit van de leefomgeving, het klimaat en weer, de beschikbaarheid van voedsel, broedsucces en sterfte. In het boerenland speelt intensivering van het grondgebruik een rol. Sterkste dalers zijn grauwe gors, patrijs en kemphaan.
Ook de vogelgriep heeft haar sporen nagelaten. Zo nam in 2022 het aantal grote sterns af met 40%. Opvallend is verder de afname van moerasvogel de grote karekiet. Deze soort is afhankelijk van oud riet, dat steeds minder voorkomt. Begrazing door ganzen speelt hierin een rol, evenals veranderingen in het waterbeheer.