Redactie
Lydia van Rooijen
parlementair verslaggever
Rekentool piekbelasters
Hoe weet je of piekbelaster bent?
Bedrijven met een stikstofdepositie van in totaal 2.500 mol op stikstofgevoelige natuur – waar op dit moment de kritische depositiewaarde (KDW) overschreden wordt – krijgen het stempel ‘piekbelaster’. Op de website aanpakpiekbelasting.nl kunnen boeren checken of ze piekbelaster zijn of niet. Via de Aerius-check kunnen boeren aan de hand van hun bedrijfsgegevens zien of ze boven de drempelwaarde uitkomen. Het gaat om informatie over locatie, staltype (RAV-code) en het gemiddeld aantal dieren in 2021. Het systeem gaat dan een ‘depositievracht’ berekenen, de totale depositie van stikstof op alle stikstofgevoelige natuur in Nederland.
Wat als de depositievracht hoger is dan die 2.500 mol per jaar?
Dan val je als ondernemer onder de aanpak piekbelasters . De grens van 2.500 mol komt neer op bijna 36 kilo. De grens ligt daar, omdat het kabinet 3.000 piekbelasters een aanbod wil doen. “De depositie van het 3.001ste bedrijf bepaalt de maat”, aldus het RIVM. Het zijn niet alleen boeren die boven de limiet uitkomen. Ook 28 fabrieken voldoen aan de drempelwaarde.
Wat doet de overheid met de gegevens die ik invul in de Aerius-check?
Het ministerie benadrukt dat het de ingevoerde informatie niet opslaat. Na het invullen kun je een pdf opslaan met de uitslag. Doe je dit niet, dan is alle informatie weg zodra je het venster sluit. De ingevulde informatie is niet inzichtelijk voor de overheid of derden, verzekert het ministerie.
Welke bedrijven komen in aanmerking voor de plusregeling met 120% vergoeding?
De ‘plusregeling’ is voor bedrijven met varkens, melkvee, kippen, kalkoenen of vleeskalveren én zijn aangemerkt als piekbelaster. Dit zijn naar schatting 2.800 veehouderijen. Voor de regeling is in principe €975 miljoen beschikbaar. Verantwoordelijk minister Van der Wal heeft toegezegd hier meer geld voor te zoeken als de inschrijvingen tot een hoger bedrag leiden. De regeling is open van 3 juli 2023 tot en met 5 april 2024.
Welke bedrijven komen in aanmerking voor de stoppersregeling met 100% vergoeding?
Zo’n 8.000 boeren – bedrijven met veel depositie op een individueel natuurgebied – kunnen zich straks inschrijven voor de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderij (LBV). Daar staat een vergoeding van 100% voor. Per stikstofgevoelig gebied is een individuele drempelwaarde opgesteld om voor landelijke spreiding te zorgen. Dat varieert bijvoorbeeld van 7 mol op het gebied Stelkampsveld in Gelderland tot 162 mol op de Sallandse Heuvelrug in Overijssel.
Bedrijven kunnen met Aerius-check – zie ook de eerdere vraag – zien of zij in aanmerking komen voor de LBV-regeling. In de Aerius-check vult een ondernemer de locatie, het staltype (RAV-code) en het gemiddeld aantal dieren in 2021 in. Ook geeft de tool aan of een bedrijf de drempelwaarde van één van de nabijgelegen natuurgebieden overschrijdt. Is dat zo, dan komt er voor dat natuurgebied een vinkje en ziet de ondernemer of hij in aanmerking komt voor de LBV.
Het budget voor de LBV wordt verdeeld over de drie sectoren: €270 miljoen voor melkvee, €115 miljoen voor varkens en hetzelfde bedrag voor pluimvee. De regeling is open van 3 juli 2023 tot en met 1 december 2023.
Vergoedingen en verplichtingen opkoopregelingen
Wordt de landbouwgrond ook opgekocht als ik meedoe aan een opkoopregeling?
Nee, grond maakt geen deel uit van de regeling. Als boer blijf je baas over je eigen grond. Wel wil de overheid de optie hebben om het als eerste te kunnen kopen, als je besluit toch grond te verkopen. Deze grond kan dan bijvoorbeeld weer ter beschikking gesteld worden aan boeren die niet willen stoppen met hun bedrijf.
Hoe wordt de waarde van mijn bedrijf bepaald?
De opkoopvergoeding is op basis van leeftijd en omvang van de stallen, de zogenaamde ‘gecorrigeerde vervangingswaarde’ per vierkante meter. Hier tellen alleen dierverblijven, stallen dus, niet sleufsilo’s of andere bedrijfsgebouwen. Voor een varkensstal van 5 jaar oud staat een bedrag van €495 per vierkante meter, een van 30 jaar oud levert €220 voor dezelfde vierkante meter op. Melkveestallen van dezelfde leeftijd leveren respectievelijk €754,20 of €335 per vierkante meter op. Deelnemers aan de plus-regeling krijgen 120% van dit bedrag.
De waarde van het productierecht wordt vastgesteld op grond van de marktwaarde. De vergoeding hiervan is 100%. In de plusregeling zit ook nog een sloopvergoeding van €45 per vierkante meter staloppervlak.
Moeten de stallen gesloopt worden?
Ja, dit geldt voor beide opkoopregelingen. Binnen 28 maanden na het tekenen van de stoppersovereenkomst moeten de stallen, silo’s en mestkelder gesloopt zijn. Na een akkoord van de gemeente is hier eventueel een ontheffing mogelijk. In de LBV-plusregeling zit een slooppremie van €45 per vierkante meter staloppervlak. In de LBV zit die premie niet.
Krijg je een beroepsverbod als je meedoet met de opkoopregeling?
Een van de voorwaarden voor goedkeuring van de regeling in Brussel – die informeel bekend staat als het ‘beroepsverbod’ – is dat stoppers niet dezelfde veehouderijtak mogen voortzetten op een andere locatie in Nederland of een ander EU-land. Dit geldt specifiek voor de diersoort.
Bijvoorbeeld, een varkenshouder die deelneemt aan de Lbv- of plus-regeling, mag na beëindiging van zijn bedrijf wel koeien houden. Maar een melkveehouder die stopt mag niet beginnen met de opfok van jongvee. Ook mag hij niet op dezelfde locatie een vergelijkbare veehouderij starten.
Ik heb een bedrijf met meerdere veehouderijtakken. Kan ik voor een van beide gebruik maken van de stoppersregeling en de andere veehouderijtak voortzetten?
Dit kan niet. Als een bedrijfslocatie meedoet met opkoopregeling, moet het bedrijf worden beëindigd en mag er geen vee meer worden gehouden. Ondernemers met meerdere locaties die ervoor kiezen om één van de locaties op te kopen, mogen wel doorgaan met hun andere veehouderijen. Stoppende veehouders kunnen ook in een andere sector gaan ondernemen. Een gestopte boer kan bijvoorbeeld een camping beginnen of als akkerbouwer op dezelfde plek doorgaan. Het is ook mogelijk om hobbydieren te houden.
Moet ik belasting betalen over de stoppersvergoeding?
De Belastingdienst heeft in de afgelopen periode overleg gevoerd met LTO Nederland en agrarisch fiscalisten over de manier waarop de fiscus omgaat met de vergoeding die boeren krijgen bij deelname aan de opkoopregeling. Daarover komt de verantwoordelijk Staatssecretaris Marnix Van Rij later met meer informatie. Wat hem betreft moeten boeren niet verwachten dat ze geen belasting hoeven te betalen over de opkoopsom.
Als ik me inschrijf voor de stoppersregeling, weet ik dan zeker dat ik ook de vergoeding krijg?
Niet altijd. Voor de plus-regeling geldt: wie het eerst komt, het eerst maalt. Als het budget op is, wil minister Van der Wal op zoek naar meer geld als er nog meer gegadigden zijn. De toekenning van LBV wordt bekeken, nadat de inschrijftermijn is verstreken. Bij overschrijding van de sectorale budgetten, krijgen bedrijven met de grootste stikstofdepositie voorrang.
Kan de stoppersregeling gecombineerd worden met bijvoorbeeld de rood-voor-roodregeling om iets nieuws terug te bouwen op de plek van mijn bedrijf?
Dat kan. De stoppersregeling is formeel een subsidie, de rood-voor-roodregeling een maatregel van gemeenten. Die sluiten elkaar niet uit.
Mogelijkheden niet-stoppers
Ik ben piekbelaster, maar wil niet stoppen. Wat zijn mijn mogelijkheden?
Boeren die willen innoveren, extensiveren, omschakelen of verplaatsen kunnen hierbij ook (financiële) steun krijgen. De regelingen hiervoor zijn echter nog niet beschikbaar. Het is de bedoeling dat eind dit jaar alle regelingen – zowel de opties voor stoppers als blijvers – een periode tegelijk open zijn. Boeren kunnen dan alle opties vergelijken en een weloverwogen keuze maken.
Innoveren
Boeren die willen innoveren, investeren in een bewezen techniek om de ammoniakemissie te reduceren, kunnen subsidie krijgen voor 80% van die investering. De Subsidiemodule brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv) regelt dat en gaat naar verwachting eind dit jaar open.
Extensivering
Voor extensivering kunnen boeren een beroep doen op een bestaande subsidieregeling voor melkveehouders in veenweidegebieden en rondom Natura 2000-gebieden. Boeren moeten minder dieren per hectare houden en meer weidegang toepassen. De vergoeding gaat per hectare. Het bedrag wordt bepaald aan de hand van extra kosten en gederfde inkomsten.
Omschakeling
Voor omschakeling worden bestaande investeringsfondsen verlengd. Dit zijn vooral mogelijkheden om geld te lenen voor een gunstiger tarief.
Verplaatsen
Boeren die willen verplaatsen moeten nog even geduld hebben. Het ministerie werkt nog aan een regeling die dit mogelijk maakt. Over de precieze voorwaarden van deze regeling is met Brussel de nodige discussie gevoerd.
Hoe houdt je zelf je hoofd koel?
Ligt het aan mij dat ik de uitleg van de stikstof niet kan aanklikken?