PFAS is een groep stoffen (per- en polyfluoralkylstoffen) die niet allemaal dezelfde werking en dezelfde schadelijkheid hebben. In het algemeen kenmerken de stoffen zich doordat ze moeilijk afbreken en achterblijven in het milieu. - Foto: Mark Pasveer AlgemeenNieuws

PFAS in bestrijdingsmiddel op landbouwgrond

Bij de toepassing van ongeveer 10% van de toegelaten gewasbeschermingsmiddelen komt PFAS in het milieu. In 2021 is in Nederland meer dan 200.000 kilo PFAS als bestrijdingsmiddel verkocht.

PFAS is een groep stoffen (per- en polyfluoralkylstoffen) die niet allemaal dezelfde werking en dezelfde schadelijkheid hebben. In het algemeen kenmerken de stoffen zich doordat ze moeilijk afbreken en achterblijven in het milieu.

Minister Piet Adema schrijft in antwoord op Kamervragen van de Partij voor de Dieren dat er 25 werkzame stoffen zijn, die onder de brede definitie van PFAS vallen. Die werkzame stoffen zitten in 105 toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. Hij ziet op dit moment geen reden in te grijpen, bijvoorbeeld via het etiket op de middelen. Volgens de minister voldoen de middelen aan de geldigheidseisen. Als dat niet meer het geval is zal de toelatingsinstantie CTGB ingrijpen, zegt de minister. De PFAS-concentraties zijn in steden hoger dan in landbouw- en natuurgebied.

Nederlanders te veel blootgesteld aan PFAS

Uit afzetgegevens over 2021 blijkt dat in Nederland meer dan 200.000 kilo PFAS als werkzame stof in gewasbeschermingsmiddelen is verkocht. Ter vergelijking: van glyfosaat werd meer dan 600.000 kilo verkocht en van mancozeb meer dan een miljoen kilo.

De middelen met PFAS zijn vooral schimmelbestrijders. Maar er zijn ook onkruid- en insectenbestrijders bij. Het gaat bij voorbeeld om de schimmelbestrijders fluazinam, fluopyram, flutolanil en metaflumizone. En de insectenbestrijder flonicamid en de onkruidbestrijder flufenacet.

Nederlanders worden over het algemeen te veel blootgesteld aan PFAS. Dat gebeurt via verschillende wegen, onder andere via drinkwater en voedsel. Langdurige blootstelling aan kleine hoeveelheden PFAS kan mensen ziek maken, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. PFAS tasten het immuunsysteem aan waardoor de mens minder weerbaar is en sneller of vaker ziek wordt. Er zijn geen concrete gegevens over de mate waarin mensen ziek worden door PFAS.
Lees ook: Drinkwaterbedrijven maken zich zorgen om PFAS in pesticiden

Gebruik en productie van PFAS aan banden leggen

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu werkt in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan mogelijkheden om het gebruik en de productie van PFAS aan banden te leggen. PFAS breken heel langzaam af in het milieu en blijven daardoor jarenlang in de leefomgeving aanwezig.

PFAS wordt niet alleen als werkzame stof toegepast in bestrijdingsmiddelen, het wordt ook gebruikt als hulpstof. De Europese Commissie wil het gebruik van PFAS zo veel mogelijk verbieden, bijvoorbeeld ook als hulpstof in bestrijdingsmiddelen. Het blijft echter wel mogelijk PFAS in uitzonderingsgevallen toe te laten als werkzame stof in gewasbeschermingsmiddelen, geneesmiddelen, diergeneesmiddelen en biociden.

Begin vorig jaar heeft de Europese Commissie het zogenoemde restrictievoorstel ingediend om het gebruik van PFAS uit te bannen. Piet Adema zegt dat gewasbeschermingsmiddelen alleen op de markt komen als ze veilig kunnen worden gebruikt. “Dat geldt ook voor PFAS.”

Voorlopig geen waarschuwing op etiket

Adema is niet van plan om alle PFAS-houdende middelen nu al vast te voorzien van een waarschuwing op het etiket. De minister zegt dat er geen juridische basis is om “de middelen op een dergelijke wijze van een waarschuwing te voorzien”.

Adema: “Bovendien vind ik het niet wenselijk om met een dergelijke waarschuwing de suggestie te wekken dat een door het CTGB toegelaten middel niet aan de veiligheidseisen zou voldoen. Wanneer een gewasbeschermingsmiddel niet meer voldoet aan deze veiligheidseisen, zal het CTGB ingrijpen op de toelating.”

Reacties

  1. De minister stelt dat deze middelen veilig zijn. Hij stelt zich op het officiële standpunt van de Nederlandse en Europese overheid dat PFAS niet kan worden worden verboden – een waarschuwing op het etiket kan zelfs niet verplicht worden – zolang (nog) niet wetenschappelijk bewezen is dat het schadelijk is.

    De chemische industrie, waar de meeste kennis op dit gebied zit, heeft geen belang bij dergelijke kostbare, grootschalige en langdurige onderzoeken, dus die gaat het uit zichzelf ook niet doen. Sterker nog, als daar een ongunstig resultaat uit komt, is dat slecht voor hun omzet, dus zij zullen proberen dergelijke onderzoeken zo lang mogelijk te voorkomen, uit te stellen en te rekken.

    Hierdoor zitten we al jaren in de bizarre situatie dat op een fles relatief onschuldig schoonmaakmiddel verplicht een waarschuwing als ‘irriterend voor huid en ogen’ etc staat, maar een spuitbus vuil- of waterafstotend middel met pfas, brandblussers met pfas, bestrijdingsmiddelen met pfas, etc staat niet eens dat er pfas in zit. Terwijl niemand weet wat op lange termijn de effecten precies zijn en er allerlei aanwijzingen zijn dat pfas kanker, dementie en dergelijke zenuwaandoeningen kan veroorzaken.

  2. Prima. Er moet wel een wezenlijk verschil zijn tussen gangbaar en bio. Mensen die liever zien dat er geen pfas gebruikt wordt, kunnen gewoon bio kopen. Koopt iedereen bio dan is het pfas-gebruik verleden tijd. De sleutel ligt dus bij de consument.