Dit jaar zijn er verschillende aanscherpingen in de mestregels. De normen gaan steeds meer verschillen per gebied. - Foto: Roel Dijkstra AlgemeenAchtergrond

Mestseizoen met strengere normen

Op 16 februari begint het uitrijseizoen voor dierlijke mest. De bemestingsnormen zijn voor veel ondernemers krapper dan vorig jaar. Uitzonderingsregels kunnen extra stikstofruimte bieden.

Het mestseizoen 2024 staat in het teken van krappere gebruiksnormen voor bijna iedereen, door de aanscherpingen van het mestbeleid. 60% van het Nederlandse landbouwareaal is aangewezen als Nutriënten Verontreinigde gebied (NV-gebied). Daar mogen boeren dit jaar 5% minder stikstof per hectare gebruiken.

De totale stikstofgebruiksnorm mag worden ingevuld met dierlijke mest en kunstmest. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met de maximale gebruiksnorm voor dierlijke mest van 170 kg N/ha of de geldende derogatienormen. In de praktijk zal de korting vooral leiden tot minder kunstmestgebruik. Op percelen in grondwaterbeschermingsgebieden op zand- en lössgrond in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg gaat de stikstofgebruiksnorm niet 5 maar 10% omlaag.

De derogatienormen gaan dit jaar omlaag en het areaal grond waarop geen derogatie meer mag, is opnieuw uitgebreid. Naast de gronden in Natura 2000-gebieden en in grondwaterbeschermingsgebieden zijn er nu ook derogatievrije zones van 250 meter rondom Natura 2000-gebieden, waar geen derogatie meer mogelijk is. In de Tweede Kamer zijn meerdere partijen die deze bufferzones willen versmallen naar 100 meter (CDA, CU en SGP) of schrappen (PVV), maar minister Adema verwacht niet dat Brussel hiermee akkoord gaat.

Lees verder onder foto

Vorig jaar moest voor het eerst rekening worden gehouden met de nieuwe bemestingsvrije bufferstroken langs sloten.  RVO verwacht in februari kaarten te hebben met hoe breed de bufferstroken moeten zijn. - Foto: Mark Pasveer
Vorig jaar moest voor het eerst rekening worden gehouden met de nieuwe bemestingsvrije bufferstroken langs sloten. RVO verwacht in februari kaarten te hebben met hoe breed de bufferstroken moeten zijn. - Foto: Mark Pasveer

Noodklok geluid

Melkveeorganisaties luiden de noodklok. Steeds meer veehouders moeten mest afvoeren, omdat ze minder mest op eigen grond mogen gebruiken. Dat zorgt voor een enorme druk op de mestmarkt en hoge mestafzetkosten. De minister komt in februari met een plan om de druk op de mestmarkt te ontlasten, met name voor grondgebonden bedrijven die nu ook mest moeten gaan afvoeren.

Het afvoeren van mest moet worden geregistreerd via een digitale mestbon, ofwel de realtime Vervoersbewijs dierlijke mest rVDM. Transporteurs melden het mesttransport van te voren aan op e-Cert.nl en doen vervolgens een start- en weegmelding bij het transport. Een laad- en losmelding doet het systeem automatisch. Achteraf moeten de leverancier en de afnemer van de mest (in veel gevallen de veehouder en de akkerbouwer) het transport bevestigen. De digitale mestbon is vorig jaar in gebruik genomen voor nationaal transport. Import en export van mest kan vanaf 1 januari ook alleen nog via rVDM worden geregistreerd.

Regelingen kunnen extra mestruimte bieden

Boeren zijn bezorgd over de gevolgen van de lagere gebruiksnormen voor de opbrengst en kwaliteit van de gewassen. Ondanks de vele verlagingen van normen, zijn er toch wat mogelijkheden om meer te kunnen bemesten. De voorwaarden van de regelingen zorgen wel voor veel extra administratie.

Lees verder onder foto



Twee regelingen voor meer stikstof bij hoge opbrengsten

Akkerbouwers op klei die de afgelopen drie jaren een hogere opbrengst hebben behaald met suikerbieten, tarwe, gerst of aardappelen mogen extra stikstof gebruiken via de regeling stikstofdifferentiatie. Bij minimaal 75 ton suikerbieten of 9 ton wintertarwe gaat het om 15 kilo stikstof per hectare. Bij 8 ton zomertarwe, 9 ton wintergerst mag 20 kg N/ha extra worden aangewend. Bij een opbrengst hoger dan 7 ton zomergerst of 50 ton frietaardappelen van specifieke rassen is een extra mestgift van 30 kg N/ha toegestaan. Voorwaarde is dat het gewas aan de verwerkende industrie of een gespecialiseerd sorteerbedrijf wordt geleverd. De afnemers moeten desgevraagd informatie verstrekken over de afgeleverde hoeveelheid gewas.

Lees verder onder foto

Bouwlandbemesting voor het planten van aardappelen. Akkerbouwers met bovengemiddelde opbrengsten mogen via speciale regelingen meer stikstof gebruiken dan de standaardnormen. - Foto: Peter Roek
Bouwlandbemesting voor het planten van aardappelen. Akkerbouwers met bovengemiddelde opbrengsten mogen via speciale regelingen meer stikstof gebruiken dan de standaardnormen. - Foto: Peter Roek

Equivalente maatregel

De equivalente maatregel maakt het mogelijk voor telers van diverse gewassen – waaronder suikerbieten, zaaiuien, mais, aardappelen, granen en diverse groenten – om meer te bemesten dan de standaard gebruiksnormen. Voorwaarde is wel dat de opbrengsten afgelopen drie jaar hoger waren dan gemiddeld en dat de gewassen rechtstreeks naar een afnemer gaan.

Schriftelijk bewijs van de afnemer waaruit blijkt dat de opbrengst hoger is dan gemiddeld, moet drie jaar worden bewaard. Het gaat dan bijvoorbeeld om afleverbonnen en financiële bewijzen. Voor deelname aan de regeling mag niet meer dan 75 kg N/ha uit drijfmest op lössgrond en op zandgrond in Limburg en Noord-Brabant gebruikt, of maximaal 100 kg N/ha uit drijfmest op alle andere grond in Nederland.

Hoeveel extra stikstof gebruikt mag worden via de equivalente maatregel hangt af van het gewas en de gemiddelde gewasopbrengst hiervan. De extra bemesting mag alleen met stikstofkunstmest. Voorwaarde is ook dat de teler meedoet aan de monitoring van milieueffecten en dat alle gegevens vijf jaar bewaard blijven.



Equivalente maatregel of stikstofdifferentiatie

De equivalente maatregel mag op bedrijfsniveau gecombineerd worden met stikstofdifferentiatie, maar niet per gewas. Een gewas mag maar voor één regeling aangemeld worden. De gebruiksnormen mogen dus niet dubbel worden verhoogd.

Derogatienormen naar beneden bijgesteld

Maar welke moet je dan kiezen? De regeling voor de equivalente maatregel is gedetailleerder dan de regeling voor stikstofdifferentiatie. Hoewel de regeling meer administratie vraagt, kan het ook meer stikstofruimte opleveren. Bij suikerbieten geldt bijvoorbeeld bij de equivalente maatregel een extra mestgift variërend van een opbrengst van 55 tot 65 ton waarbij 5 kilo extra stikstof gebruikt mag worden, tot 35 kilo extra stikstof bij een gewasopbrengst van 85 ton per hectare of meer.

Bij stikstofdifferentiatie geldt één norm van 15 kilo extra stikstof bij een gewasopbrengst van 75 ton of meer. Voor bijvoorbeeld wintertarwe kan via de regeling stikstofdifferentiatie bij een opbrengst van meer dan 9 ton/ha 15 kilo extra stikstof worden gegeven. Via de equivalente maatregel is dit bij 9 tot 10 ton/ha 5 kilo en bij een opbrengst van meer dan 11 ton 25 kilo.

Lees verder onder foto

De minister komt in februari met een plan om de druk op de mestmarkt te ontlasten. - Foto: Frank Uijlenbroek
De minister komt in februari met een plan om de druk op de mestmarkt te ontlasten. - Foto: Frank Uijlenbroek

Fosfaatdifferentiatie

Op percelen met een lage fosfaattoestand mag extra fosfaatbemesting worden toegepast. Voorwaarde is dat de grond is bemonsterd. Op basis van de P-CaCL2 en P-AL-getallen wordt bepaald of de grond in de klasse arm, laag, neutraal, ruim of hoog zit. De toegestane hoeveelheid mest varieert op grasland van 75 tot 120 kilo per hectare en op bouwland van 40 tot 120 kilo. Grondmonsters mogen alleen worden gebruikt als ze na 16 mei 2020 zijn genomen, omdat de monsters bij aanvraag niet langer dan vier jaar geleden genomen moeten zijn.



Mede-auteur: Jacco van Erkelens

Je leest nu een gratis premium artikel, wil je meer van dit soort content lezen? Abonneer je dan op Boerderij.nl

Beheer
WP Admin