Details maken verschil in onkruidbestrijding biologische uien

Details zijn bepalend voor het succes van onkruidbestrijding bij biologische uien. Dat blijkt uit onderzoek van het Vlaamse onderzoeksinstituut Inagro.

Onderzoeksinstituut Inagro vergeleek drie verschillende manieren van onkruidbestrijding in biologische uienteelt met elkaar. Onkruidbestrijding is in de biologische teelt van uien een grote uitdaging en een flinke kostenpost. Details zijn bepalend voor het succes van de bestrijding.

Inagro teelde voor de vergelijking biologische plantuien, geplante zaaiuien en gezaaide zaaiuien. Het onkruid werd bestreden met een Treffler-wiedeg. Een deel werd handmatig geschoffeld met een Terrateck-wielschoffel. En in de zaaiuien werd er gebrand met de volveldse onkruidbrander van Vanhoucke. Per teeltmethode bleken de succesfactoren voor een geslaagde onkruidbestrijding te verschillen en waren details van belang.

Bij geplante uien is het belangrijk de uien voldoende diep te planten. Ook de kwaliteit van de planten is essentieel, om intensief te kunnen eggen in de eerste maand na planten. Bij zaaiui is branden tot in kramstadium goed mogelijk en gewenst, stelt Inagro.

Meerjarig onderzoek nodig voor juiste inschatting

Zaaiuien verdragen na opkomst ook goed de wiedeg. Het uitplanten van voorgezaaide zaaiuien gaf in de biologische teelt het beste resultaat. Deze teelt gaf de hoogste opbrengst en het minste wiedwerk. De late plant- en zaaidatum in deze proef (vanwege het natte voorjaar) was hierin een belangrijke factor.

Een volledig onderbouwde vergelijking tussen de drie teeltwijzen is niet mogelijk vanwege de proefopzet. Voor een juiste inschatting is meerjarig onderzoek nodig en moeten ook de omstandigheden op het bedrijf meewegen.