EU-varkensproductie lijkt uit dal te klimmen

In de EU-lidstaten zijn weer meer zeugen en biggen dan een jaar geleden. Het lijkt erop dat productiedaling van afgelopen jaar ten einde is.

De varkensstapel in de Europese Unie (EU) toont een eerste teken van herstel. In haar jongste rapport schrijft het marktteam van de Europese Commissie dat afgelopen december 170.000 fokzeugen meer zijn geteld dan een jaar eerder. Ook zijn er meer biggen geteld. Van een productiestijging is op korte termijn echter nog geen sprake, omdat het aantal vleesvarkens nog achterblijft bij een jaar geleden.

Het beeld in de EU is heel divers. De zeugenstapel groeide in 2023 alleen in Spanje en Polen. In de andere lidstaten bleef die stabiel of kromp nog licht. Desondanks lijkt de enorme krimp van de varkensproductie, zoals die in 2023 voordeed, voorbij. Afgelopen jaar kromp de varkensvleesproductie in de EU 6,6%. De zelfvoorzieningsgraad voor varkensvlees in de EU daalde van 126% in 2020 naar 116% afgelopen jaar.

De EU-analisten zijn positief over de varkensmarkt dit jaar. Het aanbod is fors kleiner, terwijl de consumptie in de benen blijft. De binnenlandse markt is extra belangrijk, want de vleesexport van de EU-lidstaten staat onder druk. Het relatief hoge prijsniveau is daar debet aan. Anderzijds is de vraag uit China ook kleiner, daar is sprake van een overaanbod. De export van de EU-lidstaten naar landen die hoogwaardige varkensvleesproducten kopen, staat ook onder druk. Dit gaat om de export naar de Verenigde Staten, Japan en Australië. De verwachting is dat de EU-export 4% krimpt in 2024. Afgelopen jaar kromp de varkensvleesexport van de EU 25%, oftewel bijna een miljoen ton.