Jan den Boer werd niet gelukkig van koeien melken maar hij sprak er met niemand over. Pas toen zijn vader plotseling overleed veranderde dat. - Foto's: Peter Roek BoerenlevenAchtergrond

‘Ik stond te huilen in de melkput’

Ondernemen vond hij leuk, maar koeien melken niet. Jan den Boer raakte meermaals depressief. Nu helpt hij andere boeren. ‘Door mijn verhaal te delen, verlaag ik de drempel.’

Een jaar voor hij het bedrijf verkocht, renoveerde hij de stal nog. Achteraf vraagt hij zich af wat hem bezielde. Al jaren worstelde Jan den Boer uit Brandwijk (Z.-H.) met de gedachte om te stoppen. Maar het ook echt doen, dat was nog niet zo makkelijk. Nog steeds niet eigenlijk, ook al is het bijna 20 jaar geleden. Toch heeft hij geen spijt, al was de prijs hoog. “Mijn zoon wilde boer worden en door mijn beslissing kon dat niet meer.”

Jan is de jongste uit een gezin met zes kinderen. Zijn broers en zus hadden geen interesse in het ouderlijk bedrijf en gingen wat anders doen. “Mijn ouders zagen aankomen dat er niemand overbleef. En dus werd ik aangewezen als opvolger. Niemand vroeg iets, ik moest gewoon. We zaten op een krappe plek, daar was niet veel mogelijk. Toen we met een ruilverkaveling konden verplaatsen en uitbreiden, ging ik ervoor. Al snel kwam ik erachter dat het ondernemerschap me aansprak, maar elke dag die 80 koeien melken niet. Ik stond ’s ochtends om vijf uur te huilen in de melkput, maar ik zei niemand iets. Als er een vertegenwoordiger kwam en die vroeg hoe het ging, dan zei ik ‘o, prima hoor.’ Maar het ging helemaal niet prima, ik werd meerdere keren depressief.”

Verdrietige periode

Als hij terugdenkt aan die periode grijpt het hem opnieuw aan. “Het was zo verdrietig allemaal. Ik was mezelf niet. Van nature ben ik joviaal en spraakzaam, maar ik werd nors, vluchtte in mijn werk en zei soms dagenlang niks. Tot ik het erf af kon, naar een bestuursvergadering of andere bijeenkomst. Dan voelde ik me de Jan die ik wilde zijn.”

Het keerpunt kwam toen zijn vader plotseling overleed. “Dat zette bij mij iets in gang. Toen hij er nog was, was stoppen geen optie. Ik bleef boer, voor hem. Maar toen hij er niet meer was, ging ik denken: misschien hoef ik geen boer te blijven.”

Van nature ben ik joviaal en spraakzaam, maar ik werd nors, vluchtte in mijn werk en zei soms dagenlang niks

Jan denkt dat veel opvolgers zijn situatie herkennen, maar er – net als hij destijds – thuis niet over durven te beginnen. “Jij wilt niet degene zijn die een streep haalt door het bedrijf dat al generaties in de familie is. Dat toch doen, is ontzettend moeilijk. Dat weet ik uit ervaring.”

Impact op gezin

Dat hij depressief was, had impact op het hele gezin. En hoe hij ook nadacht, tobde en worstelde, hij kwam maar niet verder. Jaren deed Jan er over om de knoop door te hakken. “Ik vond steeds argumenten om het toch niet te doen. Of nog niet te doen. Mijn vrouw belde uiteindelijk een coach. Die kwam, luisterde en zei: je hebt alles al helemaal op een rij en uitgedacht, nu moet je het alleen nog doen. Dat laatste zetje had ik kennelijk nodig. Ik verkocht de boerderij. Het was een opluchting.”

Jarenlang is het contact met mijn zoon magertjes geweest. En als het er was, dan lag er altijd spanning onder

Daar dacht zijn zoon heel anders over. Die had aangegeven het bedrijf over te willen nemen, maar op zijn 19e hoorde hij dat het niet doorging. “Hij verliet het ouderlijk huis en heeft nooit meer thuis gewoond. Hij vond andere woonruimte en had al een baan bij de agrarische bedrijfsverzorging. Jarenlang is het contact magertjes geweest. En als het er was, dan lag er altijd spanning onder. We hadden het er niet over, benoemden niet de pijn. Ik wilde die wond niet weer opentrekken.”

Jan haalt diep adem en zucht: “Nog steeds ligt het gevoelig en ik denk dat dat nooit meer helemaal overgaat.” Ook de moeder van Jan had het er moeilijk mee, al zei ze dat nooit rechtstreeks. “Ik hoorde het via de dominee, met hem praatte ze er wel over.”

Lees verder onder foto

Nadat Jan den Boer stopte, is hij geen dag meer depressief geweest. Nu helpt hij andere boeren die zorgen en problemen hebben.
Nadat Jan den Boer stopte, is hij geen dag meer depressief geweest. Nu helpt hij andere boeren die zorgen en problemen hebben.

Harder werken helpt niet

Nadat hij boer-af was, rolde Jan in de agrarische coaching. “Die interesse is er altijd al geweest.” Mede via het CCA, Christen Contact Agrarisch, helpt hij nu andere boeren en boerinnen die kampen met zorgen en problemen. “Ik schuif aan in keukens waar in geen 50 jaar iets is veranderd en ik schuif aan in de meest moderne keukens. De problematiek is vaak hetzelfde: werk en privé zijn niet losgekoppeld van elkaar en er wordt niet gepraat. Liever vluchten de betrokkenen in hun werk. Ik begrijp dat wel, omdat ik het zelf ook deed. Maar ik weet inmiddels ook dat het geen oplossing is. Problemen verdwijnen niet door harder te gaan werken. Vroeg of laat gaan ze zich wreken.”

Problemen verdwijnen niet door harder te gaan werken. Vroeg of laat gaan ze zich wreken

Jan merkte dat het benoemen van zijn eigen ervaringen drempelverlagend werkt. Anderen durven het dan aan om hun eigen verhaal en gevoelens te delen. Met die gedachte in het achterhoofd besloot Jan een boek te schrijven. Dat wil zeggen: hij vertelde en een schrijver schreef, want ‘schrijven is een vak.’ “Als ik het zelf zou doen, wordt het alleen maar iets van en toen en toen en toen.”

‘Verhalen zijn herkenbaar’

Jan liet niet alleen zijn eigen verhaal optekenen, maar met toestemming ook dat van enkele gezinnen die hij begeleidde. Het resultaat is sinds eind vorig jaar te koop, via de website van Jan of gewoon bij hem thuis.

“De verhalen zijn herkenbaar en ze maken veel los”, merkt Jan. “Als je verkouden bent en je zegt dat, dan is de kans groot dat iemand anders zegt: o, dat was ik twee weken geleden ook. Zo werkt het ook met het boek. Als ik vertel dat ik stond te huilen in de melkput, dan durft een ander eerder te vertellen waar hij of zij het moeilijk mee heeft. Dat kan het begin zijn van een uitweg.”

Evengoed blijft het moeilijk om je kwetsbaar op te stellen. Boeren zijn over het algemeen geen praters. Daar komt bij dat ze anno nu ook vaak best eenzaam zijn. “Ze zijn groot geworden, hebben zich gespecialiseerd, maar wie komt er nou nog op het erf? De voerleverancier, maar verder?”

Voor boeren is het bedrijf een deel van hun zijn. Als je daarmee stopt, wie of wat ben je dan nog?

Jan begrijpt goed dat je dan vast kunt draaien in je eigen gedachten en dat je niet meer weet hoe het verder moet. “Voor boeren is het bedrijf een deel van hun zijn. Als je daarmee stopt, wie of wat ben je dan nog? Wat moet je dan? Er zijn omstanders die zeggen: je kunt toch op de buurtbus gaan rijden? Maar zo werkt het niet. Je moet echt goed uitzoeken waar je interesses liggen. Vaak is er meer dan je denkt. Ik wist vooraf ook niet dat ik bij het CCA terecht zou komen, maar als ik terugkijk, zie ik dat ik altijd al op mensen af ben gestapt als het een beetje stroef met ze ging of er zorgen waren.”

Lees verder onder foto

Jan den Boer:
Jan den Boer: "Voor boeren is het bedrijf een deel van hun zijn. Als je daarmee stopt, wie of wat ben je dan nog?"

Pittige vragen

Jan is, sinds hij voor zichzelf koos, weer zijn joviale, vrolijke zelf. Dat wil niet zeggen dat de lucht alleen nog maar blauw is. “Laatst zei mijn schoondochter na het lezen van het boek: pa, je stelt pittige vragen aan anderen, maar binnen het gezin doe je dat niet. Ze had gelijk. Privé laat ik soms dingen sudderen, terwijl ik ze veel beter allang had kunnen benoemen. Ik heb veel geleerd over communiceren, maar ook ik blijf het moeilijk vinden.”

Lang worstelde Jan met de vraag of hij niet egoïstisch is geweest door het bedrijf te verkopen. “Ik wilde geen boer meer zijn, maar mijn zoon wel. Hij heeft het boek vooraf gelezen en was akkoord met publicatie. Dat betekent niet dat zijn verdriet verdwenen is. Als ik van zijn vrouw hoor dat hij heel zuinig leeft, omdat hij spaart voor een boerderij dan … auw. Dat is pijnlijk ja. En toch, ik kon niet anders. Nadat ik het bedrijf had verkocht, ben ik geen dag depressief meer geweest.”

Nadat ik het bedrijf had verkocht, ben ik geen dag depressief meer geweest

Door zijn werk als coach weet Jan dat er nogal wat boeren zijn die flink in de put zitten. Generatieverschillen, regelgeving, eenzaamheid, er kan van alles spelen. Hij weet ook dat burgers hier amper weet van hebben, juist omdat boeren doorgaans gesloten mensen zijn en niet te koop lopen met hun zielenroerselen. “Laatst stond ik in een winkel en hoorde voor me twee vrouwen erg negatief praten over de boeren. Alsof het allemaal woeste types zijn, die anderen bedreigen met trekkers. Ik wilde daar ter plekke die discussie niet aangaan, maar ik hoop dat ook burgers mijn boek gaan lezen. Zodat ze weten wat er op boerenbedrijven zoal speelt.”

  • Blijf dagelijks up to date net zoals 30.000 andere boeren

    Schrijf je in voor de Boerderij Vandaag nieuwsbrief.

  • Datumnotatie:MM slash DD slash JJJJ
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Reacties

    1. Laat die jongen eerst maar eens opgroeien. Als hij in de toekomst nog steeds boer wil worden blijft hem een hoop ellende bespaard als hij dat ergens anders doet dan in Nederland. Pa kan dan nog steeds wel voor kruiwagen spelen.

  1. Weg dat vind ik nou ook verkopen had dan nog gekund.
    Verkopen is de makkelijkste weg terugdraaien kan niet.
    Als zoon zo graag gewild had had die er jong 100 % voor kunnen gaan en vader anders wat gaan doen komt er ook lnkomen.

  2. Een herkenbaar stuk over bedrijfsbeëindiging, over de persoon in dit verhaal kan ik niet oordelen. Misschien mag zijn zoon wel blij zijn dat hij het werk (boeren hulp) doet, hiermee ben je een beetje boer, doch zonder de financiële perikelen en geestelijke druk. Ik weet uit ervaring dat veel boeren een lager uur inkomen hebben dan de medewerker maar wel hetzelfde werk doen afgezien van het managers deel. In geen enkele bedrijfstak overheidsdienst verdient de leidinggevende minder dan de werknemer alleen het MKB is de uitzondering, die ook nog via de politiek wordt gebruikt om de financiële gaten te dichten. Zij stoppen doorgaans pas als het bedrijf echt ten dode is opgeschreven gelukkig deed de hoofdpersoon in dit artikel dat niet, voor hem was bedrijfsbeëindiging net als beginnen een ondernemersbeslissing.

    1. Eens, attie. We moeten oppassen dat we alleen coaches krijgen die zelf gestopt zijn. Die zitten er toch anders in. Coaches die wel graag boer wilden worden maar geen kansen kregen, zijn ook nodig. Laatst gelezen dat gezinnen die erg positief zijn over het boerenleven, veel opvolgers hebben. Als pa of ma negatief is dan komt er geen opvolger. Er moeten ook positieve coaches zijn.

Beheer
WP Admin