Duitsland werkt weer aan melkcontractplicht
Duitse melkveehouders moeten vóórdat hun melk wordt opgehaald, weten hoeveel zij er voor betaald krijgen. Coöperaties moeten daarover vooraf bindende prijsafspraken maken.
Het Duitse ministerie van Landbouw en Voedsel (BMEL) werkt aan een verordening voor prijsvorming in de melk- en zuivelindustrie. Daarmee wil het ministerie bereiken dat melkveehouders een betere prijs voor hun melk krijgen. Zo’n verordening wordt nu onder de andere ministeries verspreid: Financiën en Economische Zaken hebben hun bedenkingen.
Het invoeren van een marktverordening is een eerste stap om ervoor te zorgen dat het marktrisico niet geheel bij de melkveehouders blijft liggen, maar ook (deels) wordt verlegd naar de zuivelverwerkende industrie. Wat in andere sectoren vanzelfsprekend is, kan ook in de melkveehouderij werkelijkheid worden, zo wordt door voorstanders gezegd. Ook wordt naar het Egalim-prijzensysteem in Frankrijk verwezen.
Vaste prijs voor minimaal 80% van de rauwe melk
Het voorstel om minimaal 80% van de rauwe melk tegen vaste prijzen te verhandelen zou van invloed kunnen zijn op de melkprijzen. Deskundigen en insiders uit de sector waarschuwen voor mogelijke extra kosten die uiteindelijk gevolgen voor de consument kunnen hebben.
Eind augustus vorig jaar maakte BMEL-staatssecretaris Silvia Bender (Groenen) op een conferentie over de toekomst van de melkveehouderij bekend dat zij het EU-recht uit artikel 148 van de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) wil omzetten in nationaal recht. Daarin is vastgelegd dat vóór – en niet pas nadat – de melk wordt geleverd, in een schriftelijk contract moet worden vastgelegd tegen welke prijs de melk wordt opgehaald.
Prijsregulering zou een blijvende impact kunnen hebben op de melkprijs
Zuivelbedrijven tegen melkcontractplicht
Terwijl kleine Duitse melkveehouders en de biologische verenigingen het initiatief verwelkomen, zijn de grote zuivelbedrijven en de boerenvereniging ertegen. Vooral de directies en besturen van de zuivelindustrie wijzen dit soort staatsinterventie categorisch af. Een geplande prijsregulering zou een blijvende impact kunnen hebben op de melkprijs in Duitsland.
In Duitsland verwerken zuivelcoöperaties het grootste deel van de melk: zo’n 70 procent. Coöperaties zijn vrijgesteld van contractuele artikel 148-verplichtingen als hun statuten bepalingen bevatten die een soortgelijke juridische werking hebben als bindende contracten. Als dat niet zo is, zullen ze wel vooraf bindende schriftelijke prijsafspraken moeten maken, zo is de verwachting.
Export floreert, maar melkveehouders blijven kwetsbaar
Duitsland produceert momenteel meer melk dan het consumeert. De zuivelindustrie verdient veel geld met de export van melk en melkproducten. Ondanks hun cruciale rol, bevinden de melkveehouders die aan de basis van deze industrie staan zich nog steeds in een zwakke uitgangspositie, zo vindt de bond van Duitse melkveehouders BDM.
Niet alleen economen zijn tegen een al te grote staatsinvloed op de zuivelmarkt. Ook het Thünen Instituut kwam in een onderzoek naar de aanbodverhoudingen tot de conclusie dat artikel 148 nauwelijks verbeteringen zal brengen in de melkprijsonderhandelingen. De experts uit Thünen zien echter wel het risico dat de zuivelbedrijven gebruik kunnen blijven maken van hun marktmacht.
LEES MEER ARTIKELEN OVER ZUIVEL
Nieuwsbrief zuivelmarkt
Schrijf je in voor deze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van noteringen en marktontwikkelingen binnen de zuivelmarkt.