Veel pluimveehouders hebben geïnvesteerd in een warmtewisselaar en produceren drogere, stapelbare mest. – Foto: Bert Jansen PluimveeNieuws

Afromingsplan werpt schaduw over sector

Minister Piet Adema van Landbouw wil bij verhandeling van dierrechten bijna een derde van de rechten laten vervallen. Dat schrijft hij in een recente Kamerbrief. LTO/NOP maakt zich er hard voor om de afroming van de pluimveerechten van tafel te krijgen.

LTO/NOP-voorzitter Kees de Jong noemt de afroming onaanvaardbaar. Bij een overname buiten de familie verdwijnt 30% van de pluimveerechten van het bedrijf. “Er hangt een schaduw over de sector heen.”

De pluimveesector heeft geen mestprobleem. Het overgrote deel van de pluimveemest gaat namelijk naar biomassacentrale BMC Moerdijk, wordt geëxporteerd of tot mestkorrels verwerkt. Bovendien hebben veel pluimveehouders geïnvesteerd in mestdrogers en warmtewisselaars voor drogere, stapelbare mest. De Jong meent dat de pluimveesector wordt gestraft als het plan van de minister doorgaat, terwijl de sector juist een voorbeeldfunctie heeft. Afname van de pluimveerechten kan er weliswaar aan bijdragen dat Nederland aan de Europese regels voldoet, maar het heeft geen enkel effect op de waterkwaliteit.

Om de plannen van Adema in te voeren, is een wetswijziging nodig. Op de korte termijn verandert er dus nog niets. Op 25 april debatteert de Tweede Kamer over het voorstel van Adema. LTO/NOP zal in de aanloop daarvan Kamerleden benaderen en aangeven dat afroming van pluimveerechten en verlaging van het mestproductieplafond voor pluimvee niet bijdragen aan oplossing van het mestprobleem. Dat is een kwestie die buiten de pluimveehouderij ligt.

Juridische procedure

Mocht ondanks alle inzet de pluimveesector toch gekort worden, dan overweegt LTO/NOP een rechtszaak aan te spannen, mogelijk in samenspraak met de varkenssector. “We hopen dat het niet zover hoeft te komen”, legt De Jong uit. “In elk geval zullen we dat terugkoppelen aan de leden, want het is hun geld waarmee we de procedure zouden financieren.”

Over een deel van het voorstel van Adema is De Jong positiever: de stoppersregeling, die los staat van de al bestaande beëindigingsregelingen Lbv en Lbv-plus. Hij spreekt van een ‘wijkersregeling’. “Een boer die niet meer verder wil, wijkt uit en creëert ruimte voor een boer die wil doorgaan. Als de regelingen voor verplaatsing en innovatie er dan ook komen, ontstaat perspectief voor boeren die hun bedrijf willen voortzetten.”

Beheer
WP Admin