Vorige generaties hebben invloed op je huidige bedrijfsvoering. Over dit en meer, schreef Wiggele Oosterhoff een handboek. – Foto: Canva AlgemeenAchtergrond

Boek over agrarische familiebedrijven: ‘Gedrevenheid kan doorslaan in nooit genoeg’

​Agrarische familiebedrijven kennen complexe dynamieken: vasthouden aan tradities, conflicten tussen generaties en onuitgesproken regels. Docent-onderzoeker Wiggele Oosterhoff deelt in zijn handboek inzichten en praktijkverhalen om de verbondenheid en uitdagingen binnen deze systemen te begrijpen en beter te navigeren in het familiebedrijfslandschap.

Vaders die het bedrijf niet kunnen loslaten, broers die niet kunnen samenwerken, de koude kant die zich ermee gaat bemoeien, of kinderen die zich tekortgedaan voelen. Agrarische familiebedrijven kunnen behoorlijk complex zijn en daar weet docent-onderzoeker Wiggele Oosterhoff alles van.

Tijdens de lessen ethiek en ondernemen die hij geeft, ziet hij vaak emoties bij zijn studenten. “Herkenning, pijn, meeleven, van alles komt voorbij. Soms vraag ik of iemand iets meer over zijn of haar situatie kan of wil vertellen. De één wil dat wel, de ander niet. Dat is prima. Ik vind het juist goed als je je grenzen aangeeft.”

Lees ook: ‘Heeft deze vader wel vertrouwen in zijn opvolgers?’

Een heel breiwerk van relaties

In de praktijk blijkt dat niet altijd even makkelijk. Allerlei zogeheten systemen kunnen in de weg zitten, vaak zonder dat mensen zich daar bewust van zijn. En precies daarom schreef Oosterhoff zijn contextuele handboek. Contextueel wil zeggen dat je altijd verbonden bent met anderen via verschillende systemen zoals het familiesysteem, het bedrijfssysteem, het marktsysteem en het maatschappijsysteem. Iedere ondernemer maakt met dit soort systemen deel uit van een heel breiwerk van relaties. Het kan een mooi stevig geheel zijn, maar het kan ook tot problemen leiden.

“Mijn handboek is er niet om die problemen op te lossen, maar om inzichtelijk te maken waar ze vandaan kunnen komen en hoe ze werken”, legt Oosterhoff uit. Als voorbeeld vertelt hij over een ondernemer.

“De man was in de vijftig en had onlangs zijn vader verloren. De samenwerking was altijd moeizaam geweest, omdat vader zo nadrukkelijk zijn stempel op de bedrijfsvoering had gedrukt. Na zijn overlijden kon de zoon dan eindelijk het bedrijf naar eigen inzicht runnen. Op de vraag of zijn opvolger wél inspraak zou krijgen, antwoordde hij resoluut ‘nee’. Nu het eindelijk kon, wilde hij de komende 20 jaar eerst zelf aan het roer staan. Maar daarmee geeft hij het patroon dus gewoon door aan de volgende generatie. En die zal ook weer ontevreden zijn over hoe het gaat.”

Ongeschreven regels

Familie is één van de systemen waar je in een gezinsbedrijf mee te maken hebt, maar ook de gemeenschap, zeg maar ‘de buurt’, is zo’n systeem. De invloed daarvan kan positief zijn als mensen elkaar helpen en bijstaan. De onderlinge betrokkenheid is vaak groot.

Maar soms is het systeem negatief vanwege de ongeschreven regels waar je je aan te houden hebt. Die kunnen belemmerend werken op de koers die je zou willen varen. Wie kent niet de collega die een eetbare houtwal begint of de kalveren bij de koe laat en er vervolgens in de buurt uit ligt? Meegaan met wat de maatschappij wil, kan als verraad worden gezien.

→‘Familie blijf je, ook met ruzie’

Zonnepanelen in plaats van koeien: verraad

Een voorbeeld dat Oosterhoff in zijn boek opnam, is boerin Klazien. Ze is de vierde generatie op een melkveebedrijf en besluit wegens oplopende kosten en dalende melkprijzen de koeien weg te doen. Het land houdt ze aan, ze legt het vol zonnepanelen. Die brengen meer op dan de koeien. Collega-boeren uit de buurt zijn echter not amused. Zij vinden dat Klazien haar grond aan hen had moeten verkopen, zodat zij hadden kunnen groeien. Haar keuze om het anders te doen, werd als verraad gezien. Het deed de sociale verhoudingen geen goed.

Artikel gaat verder onder de foto

Het boek is geschreven voor wat de auteur ‘the next generation’ noemt. “Jongeren kunnen hiermee inzicht krijgen in hun drijfveren om het bedrijf over te nemen. - Foto: Canva
Het boek is geschreven voor wat de auteur ‘the next generation’ noemt. “Jongeren kunnen hiermee inzicht krijgen in hun drijfveren om het bedrijf over te nemen. - Foto: Canva

Oosterhoff noemt in het boek nog veel meer voorbeelden van ongeschreven regels en hardnekkige patronen. Zoals de vader die de bedrijfstroon bezet houdt, of ouders die willen dat de opvolger het net zo doet als zijzelf deden. Ook generatiepatronen komen aan bod, net als het patroon van de pakezel die meent dat hij overal verantwoordelijk voor is, en het patroon van altijd maar willen groeien.

“Ik snap wel waar dat vandaan komt,” zegt Oosterhoff daarover. “Voor jongeren zijn de ouders en grootouders vaak voorbeelden. Ze zijn klein begonnen en hebben door de jaren heen toch een groot bedrijf neergezet. Dat je als opvolger moet groeien, is ze met de paplepel ingegeven. Maar anno nu kun je je afvragen of dat nog houdbaar is.”

Lees ook: ‘Een succesvol ondernemer: met of zonder bedrijfsopvolger?’

Doorschieten in focus op groei

Gefocust zijn op de groei van het bedrijf komt meestal voort uit een enorme gedrevenheid. Het is een van de drie ondernemerskrachten die Oosterhoff in zijn boek beschrijft. De andere twee zijn verbondenheid en verantwoordelijkheid. Daar kun je echter ook in doorschieten, waardoor een ander patroon ontstaat, namelijk dat van ‘nooit genoeg.’

Oosterhoff benadrukt dat groeien niet hetzelfde is als ontwikkelen. Groeien is groter worden, ontwikkelen heeft te maken met de aansturing en organisatie van het geheel. Vergelijk het met een plantje dat eerst keihard de hoogte ingaat (groei) en daarna investeert in een groot wortelstelsel en takken met blaadjes en dan gaat bloeien (ontwikkeling). Bij ondernemers die sterk groeien, schiet de ontwikkeling er vaak bij in en dat is niet goed voor het bedrijf.

Het boek bevat verschillende opdrachten en één ervan is: Vraag je eens af waaróm wil ik eigenlijk groeien? Groeidrift kan te maken hebben met een onbewust gevoel van te weinig erkenning en waardering door de familie. “Dan gaat iemand het zoeken in een ander systeem, bijvoorbeeld in het bedrijf.” Oosterhoffs advies: sta af en toe eens even stil en geniet van wat je bereikt hebt, in plaats van snel door te jagen naar nog meer van hetzelfde.

Artikel gaat verder onder de foto

Oosterhof: “Voor jongeren zijn de ouders en grootouders vaak voorbeelden.” - Foto: Canva
Oosterhof: “Voor jongeren zijn de ouders en grootouders vaak voorbeelden.” - Foto: Canva

Eigen route uitstippelen

Het boek is geschreven voor wat de auteur ‘the next generation’ noemt. “Jongeren kunnen hiermee inzicht krijgen in hun drijfveren om het bedrijf over te nemen. Willen ze dat echt zelf? Of willen ze voldoen aan de verwachtingen van anderen? Het is echter meer dan een handboek voor bedrijfsopvolgers. Het is een boek dat inzicht geeft in het reilen en zeilen van agrarische familiebedrijven. Die zitten totaal anders in elkaar dan andere bedrijven. “Mensen wonen en werken op dezelfde plek, vaak met meerdere generaties tegelijk. Dat geeft een heel eigen dynamiek.”

Niet alleen opvolgers hebben er dus wat aan, ook ouders, grootouders, broers, zussen, ooms, tantes én erfbetreders. Kortom: iedereen die deel uitmaakt van de context van agrarische familiebedrijven. De auteur geeft tot slot een tip mee: “Wacht niet met lezen tot het gaat schuren. Wees dat voor. De inzichten die je opdoet, kunnen veel verklaren over waarom dingen gaan zoals ze gaan. Met die kennis kun je vervolgens beter je eigen route uitstippelen.”

Dit artikel is onderdeel van de rubriek De opvolger. Ook meedoen? Mail je naam, leeftijd, soort bedrijf en telefoonnummer naar margreet.welink@misset.com.

Reacties

  1. Alleen groeien is idd niet goed, maar je zult toch een bepaalde grote moeten hebben om te kunnen ontwikkelen

  2. Ik mis het probleem dat ontstaat als de oude boer zijn vermogen op een eerlijke manier wenst te verdelen onder zijn kinderen / erfgenamen. tot zover is gebleken dat de meeste agrarische bedrijven in stand kunnen houden door via wettelijke maatregelen een inkomensverdeling toe te passen die de opvolger bevoordeelt. Zou de boer zijn bedrijf tot BV maken waarbij de kinderen niet anders erven dan aandelen van het bedrijf die veelal na betaling van loon ook dat van de directie en zijn meewerkende gezinsleden, zou het rendement wel eens nihil of negatief zijn . Hier zit geen erfgenaam op te wachten en een onverdeelde boedel is bij de bank niet een gewenst onderpand. mijn conclusie kan dan ook maar één zijn “Het rendement van boeren land is te laag om zonder grondprijs aanwas een goede investering te zijn”.

Beheer
WP Admin