‘Gumboro is volledig onder controle op mijn bedrijf toch?’
Deze uitspraak horen we vaak bij het bezoeken van pluimveebedrijven. Over het algemeen worden er weinig echt klinische gevallen van deze ziekte gezien in de stal. Er zijn geen oplopende cijfers van uitval of natte stallen, maar daarentegen wordt er wel regelmatig melding gemaakt van koppels die minder presteren. Een tegenvallende groei op het einde van de ronde, een hogere voederconversie en een tegenvallend productiegetal zijn dan geen uitzondering.
Deze waarnemingen passen in een beeld van immuunsuppressie, een aandoening die geen duidelijke klinische symptomen vertoont maar er wel voor zorgt dat het afweersysteem van de kippen onderdrukt wordt. Deze onderdrukking geeft andere ziekteverwekkers meer kans om zich te manifesteren. In koppels met minder weerstand zien we vaker gevallen van coccidiose, darmstoornissen en E. coli. Als oorzaak hiervan zijn beschreven de ziekte van Marek, REO infecties, intoxicaties en zeker ook infecties met Gumboro virus.
Gumboro UK2019 variant
Eerder is al beschreven dat er een nieuwe variant van Gumboro gevonden werd in Nederlands pluimvee, genaamd UK2019 of 98,1% DV86 (GD), twee namen voor dezelfde virusvariant. Om te bekijken wat de status van vaccinatie en variant virus circulatie is, heeft HIPRA een studie uitgevoerd bij de Nederlandse vleeskuikenhouderij. Op 66 bedrijven werden 76 FTA kaart monsters verzameld van koppels minstens 14 dagen na vaccinatie. Deze werden opgestuurd naar het HIPRA laboratorium in Spanje om het Gumboro virus al dan niet aan te tonen en te typeren.
Als een koppel gevaccineerd is met een drinkwater vaccin tegen Gumboro, verwacht je bij monstername op zijn minst 14 dagen na vaccinatie het vaccinvirus terug te vinden. Een negatieve uitslag betekend dat er te vroeg of niet nauwkeurig een levend vaccin is toegediend. Echter het is ook mogelijk dat andere varianten aangetoond worden, die het dier hebben kunnen besmetten al voordat de vaccinatie effect had.
In slechts 50% van de bemonsterde koppels werd het virus aangetoond waarmee gevaccineerd werd, 9% geen virus en in 14% van de koppels een ander vaccin virus dan waarmee gevaccineerd is. Opvallend was dat het percentage van 27% van de koppels waarin de nieuwe variant gevonden werd, meestal met een mild vaccin of met een recombinant vaccin waren gevaccineerd. Vaccinatie met een intermediate plus vaccin resulteerde meestal in een goede bescherming.
Gumboro Survey NL – 76 bemonsteringen:
- 50% vaccinvirus opgepikt
- 27% UK2019 (GD: 98,1% DV86)
- Voornamelijk in koppels gevaccineerd met milde vaccins, ongevaccineerd en recombinant gevaccineerd.
- Afwijkende PCR is andere dan gebruikte vaccinstam.
- Negatief slechts 2x na recombinant, 1x geen vaccin, 4x levend vaccin
Bij diverse bedrijven waar een variant of afwijkende uitslag werd gezien is gestart met in-ovo vaccinatie met het immuuncomplex vaccin GUMBOHATCH®. De koppels werden na vaccinatie intensief gevolgd en vergeleken met een voorgaande koppel waarin afwijkende variantstammen werden waargenomen. De resultaten van de eerste 11 koppels die met dit vaccin gevaccineerd werden lieten een grote verbetering van technische resultaten zien. In deze koppels is enkel nog vaccinvirus gevonden met behulp van PCR.
Resultaten van vaccinatie met immuuncomplex vaccin
De onderzoeksresultaten laten zien dat het inzetten van het immuun complex vaccin een zeer goede investering is en zich met een verbetering van het productie getal van gemiddeld 15 punten terugbetaalt. Zeker in het geval van de variantstammen van Gumboro, zoals de UK2019. Ook gebruikers van het vaccin bevestigde dat zij na deze vaccinatie eindelijk weer goede rondes draaide met een beter voorspelbaar resultaat. En dat geeft rust in de stal!
Concluderend kan gezegd worden dat op veel pluimveebedrijven in Nederland de ziekte van Gumboro nog niet volledig onder controle is en er nog veel ruimte is voor verbetering.