Het soakingsysteem maakt de koeien nat bij het voerhek en de ventilatoren blazen de dieren vervolgens weer droog. - Foto's: Van Assendelft RundveeErvaring

Soaking scheelt elke zomer 2 liter melk per dag

De broers Kusters pakken hittestress aan met een soakingsysteem en zeven grote ventilatoren. Het rendement is groot, zelfs als het buiten 35 graden is.

Het melkveebedrijf van de broers Kusters ligt midden in polder Henriëttewaard, tussen Den Bosch en de rivieren Maas en Dieze. De grote verlengde ligboxenstal voor 200 melkkoeien springt direct in het oog. Hier werken de broers met een slim systeem om hittestress tegen te gaan: soaken (nat maken via grove druppels) én blazen.

Hoe werkt soaking?

In de nok van de stal hangen zeven grote ventilatoren en op beide voerhekken is een soakingsysteem bevestigd. “Via norzels wordt water in grove druppels op de vretende koeien gesproeid”, vertelt Jeroen Kusters. “Vervolgens blazen de ventilatoren de dieren droog, zodat de luchtvochtigheid niet te veel oploopt.”

Het robuuste en relatief eenvoudige soakingsysteem wordt aangestuurd door een meterkast en slaat vanaf 27 graden aan, om de 12 minuten en telkens 30 seconden lang. In combinatie met ventilatoren is het rendement groot. “We melken hard en tijdens de zomermaanden is de winst van het soaken en droogblazen gemiddeld 2 liter per koe per dag”, aldus Kusters. “Voor flinke liters melk moet je ook wat doen. En onze winst is drieledig: extra melk, een betere diergezondheid én arbeidsvreugde.”

Op bedrijfsniveau zijn er echter meer voordelen dan alleen een hogere melkproductie. Ook de voeropname en vruchtbaarheid blijven met het systeem op peil, zelfs bij temperaturen van 35 graden of meer. Kusters noteert een gemiddelde afkalftijd bij insemineren van 60 dagen bij een tussenkalftijd van 400 dagen en een inseminatiegetal van 1,8. Die cijfers haalt Kusters ook op hete dagen. “Met benauwd weer neemt het soakingeffect wel af, maar dan hebben we altijd onze ventilatoren nog.”

Een overzicht in de ligboxenstal die plaats biedt aan 200 melkkoeien en 40 stuks jongvee (de oudere dieren).
Een overzicht in de ligboxenstal die plaats biedt aan 200 melkkoeien en 40 stuks jongvee (de oudere dieren).

Eigen arbeid kracht van het bedrijf

De ligboxenstal met 2×20-swingover stamt uit 2010 en is in 2015 verlengd. Opvallend genoeg is de stal toen bijna verdrievoudigd en kwam er plek voor iets meer dan 200 melkkoeien. Toch staat de stal pas sinds 2021 echt vol. Een probleem was dat niet, omdat de bouw op 1,6 miljoen kilo melk was berekend en Kusters hoge melkproducties noteerde, inmiddels gemiddeld 11.000 kilo per jaar bij 4,3% eiwit en 3,5% vet.

De arbeid hebben we zelf in huis en moet benut worden

De eigen arbeid is de kracht van dit melkveebedrijf. De drie broers werken fulltime op het bedrijf – alleen Luuk werkt nog 15 uur buiten de deur als drachtscanner – en ze proberen zoveel mogelijk zelf te doen. Zo sparen ze veel kosten uit. “De arbeid hebben we in huis en die moet benut worden”, verduidelijkt Kusters. Voorbeelden zijn het zelf melken en klauwbekappen, waardoor de dierenartskosten 0,6 cent per liter bedragen.

Maar ook het loonwerk doen de broers zelf. Martijn doet al het landwerk. “We zijn op die manier flexibel en kunnen snel schakelen zonder afhankelijk te zijn van een loonwerker. Onze loonwerkkosten liggen met 0,55 cent per liter laag.” De broers besparen gemiddeld gezien ook op krachtvoer. Dat kopen ze los in via een onafhankelijke voeradviseur.

“We melken hard en kopen scherp in”, zegt Kusters. “Je moet dan soms wat geluk hebben, maar je weet precies wat je voert – meestal soja, gerst en raapschroot – én wat je doet.” Dit ondernemerschap leidde tot lagere krachtvoerkosten: 11 cent per liter melk in 2023.

De eigen arbeid en het ondernemerschap van de broers hebben de kostprijs van een liter melk al flink gedrukt, al bedraagt die toch nog 40 cent. “Dat komt vooral doordat we grond huren, fosfaatrechten gekocht hebben en we jaarlijks 3.000 kuub mest moeten afzetten”, verklaart Kusters.

Dit is de emissiearme W4-blokkenvloer van HCI met om de meter een spleet. Een Lely-mestrobot houdt de vloer schoon.
Dit is de emissiearme W4-blokkenvloer van HCI met om de meter een spleet. Een Lely-mestrobot houdt de vloer schoon.

Dichte vloer en diepstrooisel

In de lange stal zijn de koeien verdeeld in twee groepen: een hoog- en een laagproductieve groep. De dieren lopen op een dichte emissiearme W4-blokkenvloer van HCI die door een Lely-mestrobot schoon wordt gehouden. Kusters: “De koeien lopen er super op, maar achteraf hadden we een andere keuze gemaakt. Deze vloer heeft om de meter een spleet waar de mest doorheen valt, maar die afstand is in de praktijk voor één mestrobot net wat te groot om te behappen. Er komt er straks dan ook eentje bij.”

In de boxen liggen de koeien in diepstrooisel van gescheiden mest, maar Kusters heeft niet zelf een mestscheider. Vier keer per jaar huurt hij er een van een loonbedrijf. Per keer levert dat Kusters 1.000 kuub gescheiden mest op en dat product kuilt hij dan elk kwartaal in. “We zijn erg tevreden met diepstrooisel”, vertelt hij. “Voorheen hadden we rubber matten en zagen we meer dikke hakken. Met diepstrooisel neemt het welzijn toe en is de ligtijd langer.” Net als het soaken en de W4-blokkenvloer past ook het diepstrooisel bij de filosofie van de broers dat de voorwaarden voor de koeien zo goed mogelijk moeten zijn. “Als je de koeien jaarrond opstalt, moeten de omstandigheden daar optimaal zijn.”

Een overzicht in de oude ligboxenstal uit de jaren zeventig. Hier zijn de droge koeien en het jongvee gehuisvest. De dieren liggen er op diepstrooisel en 2,5 week voor het afkalven, gaan de dieren op stro voor een optimale en rustige afkalfperiode. De broers willen straks doorgroeien naar 3 miljoen kg melk en dan kunnen er nog 40 melkkoeien bij. Het jongvee moet dan wel naar een opfokker of een andere locatie.

Een deel van het wagenpark. Het loonwerk doen de broers zelf – in dit geval Martijn. De loonwerkkosten liggen met gemiddeld €0,55 per 100 liter melk dan ook laag. De factor arbeid is de kracht van dit bedrijf. Bovendien kunnen de broers qua loonwerk snel schakelen. Ze hoeven de loonwerker niet te bellen wanneer die kan komen.

Een voeraanschuifrobot schuift elk uur het voer in de stal aan. Zo ligt er altijd vers voer en zijn de koeien ook sneller geneigd om naar het voerhek te komen. Daar worden ze ook nat gemaakt en droog geblazen.

De koeien liggen in boxen met diepstrooisel van gescheiden mest. Die mest scheiden de broers niet zelf. Ze laten vier keer per jaar een mestscheider van een loonwerker komen. Die is dan goed voor 1.000 kuub product dat dan ingekuild wordt.

Het soakingsysteem zelf kostte slechts €2.500 en is op het voerhek gemonteerd. Een pomp pompt water onder lage druk in een pvc-buis die aan een L-hoekbalk vastzit. Via norzels drupt het water vervolgens in grove druppels op de koeien die aan het vreten zijn. Het systeem slaat – aangestuurd door een meterkast - vanaf 27 graden aan, om de 12 minuten en telkens 30 seconden lang.

Jeroen en Luuk melken meestal de koeien. Ook hier sparen ze arbeidskosten uit. Het melken doen ze in een 2x20-swingover van GEA en dat duurt zo’n anderhalf uur. Martijn is dan weer verantwoordelijk voor het landwerk, het voeren en het ouderhoud aan het machinepark. De taken zijn onderling goed en duidelijk verdeeld.

Dit is de wachtruimte voor de melkstal. Er is ruimte voor zo’n 100 koeien.

De broers doen veel zelf om de kostprijs te drukken.

Vervolgens blazen de zeven ventilatoren in de stal de koeien weer droog. Anders loopt de luchtvochtigheid te veel op. De combinatie van soaken en blazen pakt in de praktijk goed. Zelfs met 35 graden blijven de melkproducties en voeropnames nagenoeg gelijk. Ook de vruchtbaarheid blijft op peil.

Beheer
WP Admin