Jonge koeien in de wei in de Alblasserwaard. - Foto: Herbert Wiggerman AlgemeenNieuws

Nieuwe stikstofdoelen niet in beton gegoten

De aangescherpte stikstofdoelen voor 2030 zijn niet in beton gegoten. Het kabinet bouwt in de nieuwe Omgevingswet mogelijkheden in om meer tijd te nemen voor de vermindering van de stikstofbelasting in natuurgebieden.

Het kabinet sluit daarbij aan bij het advies van Johan Remkes in oktober. De wijziging van de Omgevingswet ging deze week in consultatie.

In het wetsvoorstel is de vervroeging van de stikstofdoelen van 2035 naar 2030 opgenomen. Dit is afgesproken in het coalitieakkoord. Gespreksleider Johan Remkes heeft dat in oktober ook geadviseerd. Er komen ijkmomenten in 2025 en 2028.

De aanpassing in de wet betekent dat in 2030 tenminste 74% van het stikstofgevoelige areaal in Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarde (KDW) moet zijn gebracht. De kritische depositiewaarde is de norm waarboven het risico bestaat dat stikstofneerslag schade aan de natuur veroorzaakt. In de huidige wet staat dat nog in 2030 50% van de stikstofgevoelige natuur onder de KDW moet zitten.

Het kabinet sluit zich aan bij de aanbevelingen van Remkes. Hij pleit ervoor de ijkmomenten ook te gebruiken om te beoordelen of “er dwingende inhoudelijke redenen zijn om iets meer tijd te nemen”. Als tijdig herstel van de natuur in de knel komt, omdat er geen landelijk instrumentarium is, dan moeten de provincies meer tijd krijgen. Dat is ook zo als een provincie aan kan tonen dat voor natuurherstel in een bepaald gebied ‘dwingende redenen’ zijn om iets meer tijd te nemen. Hetzelfde geldt als het natuurherstel voldoende op koers ligt en er ook zicht is op verder herstel via ‘natuurlijk verloop’.

Vergunning nodig bij intern salderen

Het wetsvoorstel maakt een einde aan intern salderen zonder vergunning. Bij intern salderen wordt binnen de vergunning aanwezige stikstofruimte gebruikt voor aanpassingen van het bedrijf. Op dit moment is daarvoor op grond van een uitspraak van de rechter geen vergunning nodig.

Het kabinet wil een vergunningplicht voor alle ‘stikstofgerelateerde wijzigingen van een reeds toegestane activiteit die stikstofdepositie kan veroorzaken’. De nieuwe vergunning wordt zo aangepast dat de inhoud ervan ‘overeenkomt met wat er op het bedrijf gebeurt’. Zo ontstaat er geen nieuwe latente ruimte. Stikstofruimte die ontstaat door aanpassing van het bedrijf als gevolg van aanscherping van wettelijke emissie-eisen, kan niet automatisch opnieuw worden gebruikt.

KDW blijft zeker tot 2030

Verder komt er in de wet een mogelijkheid om na 2030 de kritische depositiewaarde als norm te vervangen. Daarvoor in de plaats komt dan een beoordeling van de staat van de natuur. In de toelichting schrijft het kabinet: “Als de gunstige staat van instandhouding gerealiseerd kan worden zonder al het areaal aan stikstofgevoelige habitats onder de KDW te brengen, dan biedt de wet daar al ruimte voor.”

Het kabinet zegt dat aanscherping van de stikstofaanpak nodig is om aan internationale afspraken te blijven voldoen. Het doel is een gunstige staat van instandhouding van de Natura 2000-gebieden.

Daar komt bij dat ook andere verplichtingen, op gebied van klimaat en water, gebaat zijn bij een vermindering van de stikstofuitstoot, aldus het kabinet.

Het kabinet kondigt aan dit voorjaar een systeem van normeren en beprijzen verder uit te werken. Doel daarvan is dat duurzame productie relatief goedkoper wordt en milieubelastende productie duurder.

Op de wet kan tot na de Statenverkiezingen via consultatie commentaar worden geleverd. Daarna gaat het kabinet de reacties verwerken om een definitief voorstel naar de Raad van State te sturen.

Lees meer over het stikstofbeleid

Reacties

  1. Dus eerst voor 2030 heel veel boeren en vee opruimen om 74 % onder de onhaalbare KDW te krijgen en dan na 2030 de KDW uit de wet en wel kijken naar de staat van de natuur !

Beheer
WP Admin