Vernietigen vanggewas tijdens een demonstratie in Vredepeel. In de praktijk moeten nog veel percelen bewerkt worden. - Foto: Bert Jansen RundveeNieuws

Nat voorjaar vraagt andere aanpak maisteelt en bemesting

De nattigheid duurt voort. En de voorspellingen geven aan dat het regenachtig blijft tot medio april. Dan moet het zeker nog eerst een week drogen voor het maisland toegankelijk is.

Dat betekent ook dat de vanggewassen pas laat bewerkt kunnen worden. Het advies is om vanggewas onder te werken rond half maart, zo’n 6 weken voor de geplande zaaidatum. Dan komen de nutriënten uit mineralisatie vrij als de mais die ook nodig heeft. Echter, naar schatting van Jan Roothaert, product manager veehouderij bij Limagrain, en Arjan Lassche, agro service manager bij KWS, staat zo’n 60 procent van de vanggewassen nog op het land.

Overwegen om meer drijfmest te gebruiken

Daar waar het vanggewas te lang is om in een keer onder te werken, kan het best eerst de bovengrondse massa bewerkt worden via klepelen. “Ook maaien en afvoer van vanggewas is een optie. Wees er wel van bewust dat je dan ook mineralen afvoert”, geeft Lassche aan.

Laat onderwerken maakt dat de mineralen uit het vanggewas te laat beschikbaar komen. Ook zorgt de zeer natte winter en voorjaar voor een lage bodemvoorraad van verschillende minderalen als stikstof en kali. Roothaert: “Dit samen maakt dat er extra zorg moet zijn voor de aanvoer van mineralen via kunstmest en drijfmest. Het is zeker te overwegen om binnen de wettelijke normen meer drijfmest te gebruiken, dan men normaal gewend is.”

Lassche voegt toe dat ook lang niet overal de eerste snede gras volledig is bemest met drijfmest. Die mest zal dan in de tweede en latere snedes gras ingezet moeten worden. En het is nog maar de vraag of de efficiëntie op grasland dan beter is dan wanneer je wat extra mest op de maispercelen brengt, om zo het niveau van voedingsstoffen te optimaliseren.

€ 350 gemiste opbrengst per hectare

Ook via de rijenbemesting kunnen nog wat extra voedingsstoffen gegeven worden. Denk daarbij ook aan de borium bemesting. Te weinig nutriënten gaat ten koste van de opbrengst en kwaliteit van de mais. Roothaert: “Als je daardoor 2 tot 3 ton drogestofopbrengst mist, dat is zo’n 7 ton vers product, betekent dat zomaar € 350 gemiste opbrengst per hectare. Een goede bemesting kan dus altijd uit.”

Het is nu nog te vroeg om al te besluiten om de gemaakte rassenkeuze te wisselen naar vroeger afrijpende rassen. Als je voor half mei kunt zaaien is er nog geen reden voor zorg, zo geven de deskundigen aan. Wel maken de mannen zich zorgen over een goede zaaibedbereiding. Zeker als er laat bewerkt wordt en de omstandigheden worden wat droger, dan wordt het een uitdaging om het zaaibed voldoende fijn te krijgen.

Beheer
WP Admin