Wie betaalt voor verduurzaming: markt of overheid?
Boeren willen wel verduurzamen of hun bedrijf aanpassen, maar er moet boter bij de vis. De Tweede Kamer debatteerde over de vraag of boeren dat uit de markt moeten (kunnen) halen of dat de overheid moet bijspringen. Of een combinatie van beide?
Voor het boerenperspectief kijkt de agrarische sector al lange tijd naar de overheid, en in het bijzonder naar de huidige minister van Landbouw, Piet Adema. Maar die vindt dat het niet altijd alleen maar de overheid is die moet zorgen voor bijvoorbeeld een verdienmodel onder verduurzaming. Dat zegt de minister in een debat over Landbouw, Klimaat en Voedsel op donderdag. En hij is niet de enige die daar zo over denkt.
Ook Harm Holman (NSC) denkt dat er bij het bedrijfsleven, verder op in de keten van boer naar consument, meer te halen is. “Ik ben best teleurgesteld in het bedrijfsleven,” vertelt Holman. “Ik heb best waardering voor Albert Heijn, maar ben overtuigd dat er meer kan.” Daarin vindt hij VVD aan z’n zijde. De beide Kamerleden willen binnenkort bedrijven uit de keten uitnodigen om de Kamer uit te leggen hoe de kosten- en batenverdeling in de keten in elkaar zit. “Bijvoorbeeld een kilo kaas, met een kostprijs van € 5 per kilo, ligt voor € 15 per kilo in de supermarkt. Ik ben benieuwd waar die € 10 heen gaat.” Daarbij wil Holman openheid van zowel de supermarkten, handelaren en verwerkers als van de veevoerbedrijven.
Klimaatbeleid en landbouw
Het klimaatbeleid voor de landbouwsector is nog altijd vaag. Elke sector heeft een tol aan ‘megatonnen’ broeikasgasreductie opgedragen gekregen in het Klimaatakkoord in 2019. Eigenlijk zouden er afspraken over het ‘hoe’ van dit beleid komen in het Landbouwakkoord, maar omdat dit onderhandelingstraject strandde en het kabinet niet lang daarna viel, is er weinig voortgang geboekt. De minister schuift de invulling door naar zijn opvolger.
Als boeren een keer minder kunnen maaien, krijgen ze daar compensatie voor?
Voor de landbouw werd in 2019 verwacht dat er veel te halen is met technische oplossingen in de stal, weidegang en het verhogen van het waterpeil in veenweide. Ook wordt er klimaatwinst geboekt door stoppende bedrijven die meedoen aan de opkoopregelingen in het kader van stikstof. Laura Bromet (GL-PvdA) wilde weten hoe de compensatie voor veenweideboeren die vrijwillig het waterpeil verhogen eruit komt te zien. “Als boeren een keer minder kunnen maaien, krijgen ze daar compensatie voor?” Dat kon de minister bevestigen.
Navraag bij het ministerie van Adema leert dat het gaat om een subsidieregeling uit de aanpak piekbelasting. Er is € 37,5 miljoen voor bedrijven die willen extensiveren en/of dus het waterpeil willen verhogen in de veenweide. De verwachting is dat met dit bedrag er subsidie is voor zo’n 5.500 hectare grasland.
Of de duurzame kosten via de markt of staats steun (de belasting) bij de boer komt, betekent dat de consument moet dokken. Hij krijgt ten allen tijde de rekening gepresenteerd ook als we politiek besluit dat het bedrijfsleven via belasting of heffing de Duurzaamheid moet betalen.
Als je de politiek laat bepalen wie, wanneer en hoeveel er gegeven wordt voor meer duurzaamheid is zeer risicovol. Dan weet je dat het naar bio, adviesbureaus en wageningen gaat.
Overheid hoef je weinig van te verwachten voor de langere termijn
Er zijn twee keuzes: of je laat de twee soorten naast elkaar in het schap liggen ,of je verbiedt de minst duurzame en dan leg je er maar 1 in het schap. Bij de eerste keuze betaalt de consument en bij de tweede keuze krijgt de consument het gratis: En dan moet de overheid dokken. De laatste jaren is er gekozen voor de tweede keuze zónder bijpassen vd overheid. Als de overheid bijbetaalt gaat dat in de media een subsidie heeten en dat wil je niet. Ook gaan latere politici eraan snoepen en moet je weer door andere hoepeltjes springen om het geld te krijgen. Dus: gewoon naast elkaar in het schap en de betalende klant is koper. En gangbaar gewoon wettelijk gangbaar houden.
Dat werkt als het enige kader is de keuze van de koper. Tegelijkertijd schuift het opdrijfhek op om ‘de doelen’ te halen en dat drukt op de gangbaren.
Wie betaalt?
Uit eindelijk de consument.
Het is niet zo dat het belasting geld is .
De consumen krijgt goed en goedkoop voedsel.
Lage voet print.
Mits het over het algemeen in Nederland is geproduceerd