De Raad van State behandelt deze week complexe vraagstukken over de gelijkwaardigheid van PAS-vergunningen aan andere natuurvergunningen voor uitbreiding en de omgang met ongebruikte capaciteit. - Foto: Frank Uijlenbroek AlgemeenNieuws

PAS-vergunning onder vuur bij Raad van State

De Raad van State buigt zich deze week over enkele heikele kwesties rondom vergunningen. Heeft een PAS-vergunning dezelfde status als andere natuurvergunningen wanneer je wilt uitbreiden? En hoe zit het met onbenutte ruimte?

Sinds de Raad van State vijf jaar geleden een streep zette door het Programma Aanpak Stikstof (PAS), regent het rechtszaken over vergunningen. Het PAS maakte het mogelijk om vergunningen te verlenen waarbij er meer stikstof op een gevoelig natuurgebied kwam, met als onderbouwing dat er door bepaalde maatregelen in de toekomst alsnog minder stikstof op deze natuur zou neerdalen.

De Raad van State oordeelt dat de overheid hier niet op vooruit mag lopen, en maakte een einde aan het PAS. Bedrijven die tijdens het PAS een PAS-melding moesten doen (omdat ze maar voor weinig extra stikstof zorgden), leven sinds die tijd in onzekerheid.

Status van PAS-vergunning

Voor bedrijven die een vergunning kregen onder het PAS, leek er in eerste instantie niets aan de hand. Zij behouden die vergunning gewoon. Regionale rechtbanken plaatsen de afgelopen twee jaar echter toch vraagtekens bij de status van zo’n ‘PAS-vergunning’. Ze beamen weliswaar dat de vergunning van kracht blijft, maar zeggen dat deze niet gebruikt mag worden als referentie als deze bedrijven in de toekomst willen uitbreiden. Dit omdat ze niet op goede grond verleend zijn. Zo zette de rechtbank Limburg in december een streep door een nieuwe vergunning voor een kalverhouder, omdat voor deze vergunning werd uitgegaan van stikstofruimte die eerder aan het bedrijf vergund was onder het PAS.

Dat heeft grote consequenties voor bedrijven met zo’n PAS-vergunning, waaronder een heleboel veehouderijen. Wil je iets in de toekomst, dan kun je niet uitgaan van de stikstofruimte die je eerder vergund is. Het kan ertoe leiden dat een bedrijf met een PAS-vergunning op slot komt te zitten.

Vergunning Rendac

Deze week buigt de Raad van State zich over de vergunning van destructiebedrijf Rendac. De rechtbank Oost-Brabant zette twee jaar geleden een streep door een nieuwe vergunning van het bedrijf, dat bepaalde nieuwe installaties wilde plaatsen en om die reden een nieuwe vergunning aanvroeg. In de nieuwe vergunning verwijst Rendac naar de stikstofruimte die het bedrijf heeft volgens zijn vorige vergunning. Die vorige vergunning is verleend tijdens het PAS.

De Brabantse rechtbank vindt dat deze stikstofruimte uit de PAS-vergunning in principe gewoon gebruikt mag worden. Maar: er is ook stikstofruimte in die vorige vergunning die Rendac niet benut, de zogeheten latente ruimte. Met die onbenutte ruimte mag niet zomaar gerekend worden, vindt de rechtbank.

De Raad van State buigt zich nu over deze kwestie en zal het eindoordeel geven. Dit vonnis kan ook voor andere zaken uit de veehouderij relevant zijn. In ieder geval twee zaken van veehouders (waaronder de genoemde zaak uit Limburg) liggen ook bij de Raad van State te wachten voor hoger beroep. In beide gevallen gaat het erom: mag de PAS-vergunning als referentie gebruikt worden in een nieuwe vergunning? Voor deze – en andere veehouders – zal het zeer belangrijk zijn om te zien hoe de Raad van State besluit over de vergunning van Rendac.

Lees meer over het stikstofbeleid

Beheer
WP Admin