Onderbezetting van veestallen kan sneller leiden tot intrekking van een omgevingsvergunning dan eerder gedacht. – Foto: Bert Jansen AlgemeenNieuws

Onderbezetting veestal eerder reden voor intrekken vergunning

Onderbezetting van veestallen kan sneller leiden tot intrekking van een omgevingsvergunning dan eerder gedacht. Dat is het gevolg van een uitspraak van de Raad van State over een varkensbedrijf in Bladel die woensdag is gedaan.

De zaak gaat om een varkensproefbedrijf van MS Schippers. Op het bedrijf is een wisselend aantal dieren aanwezig, van verschillende diercategorieën. Meer dan drie jaar lang stonden er enkele honderden vleesvarkens minder dan de vergunning toestaat en andere vergunde diercategorieën waren in die periode helemaal niet aanwezig.

Een actiegroep stapte naar de gemeente om de vergunning deels te laten intrekken. De gemeente weigerde, waarna rechtszaken volgden. Maar deze week kreeg de gemeente ongelijk van de Raad van State. Ze moet nu opnieuw onderbouwen waarom ze de vergunning niet deels intrekt.

Maximale veebezetting niet altijd gewenst

Voor milieuvergunningen geldt dat een gemeente de vergunning (deels) kan intrekken als deze niet of onvoldoende benut wordt in een periode van minimaal drie jaar. Volgens de rechtbank kan dat alleen als een van de stallen op een bedrijf leeg staat. De Raad van State oordeelt anders. Die zegt dat elke onderbezetting binnen een vergunde diercategorie, gerekend over het hele bedrijf, aanleiding kan zijn voor intrekking van een deel van de vergunning, ook als een van de stallen wel gedeeltelijk vol staat.

In dit geval gaat het om 453 vleesvarkens, 56 kraamzeugen, 165 guste en dragende zeugen, 10 opfokzeugen, 4 dekberen, 10 schapen en 24 stuks rundvee. Deze staan wel in de vergunning maar zijn afgelopen drie jaar niet gehouden. Het bedrijf in kwestie heeft daar goede redenen voor: er worden proeven gedaan en dan is maximale veebezetting niet altijd gewenst. De gemeente had dit formeel niet goed verwoord in de onderbouwing die ze gaf bij haar besluit om de vergunning niet gedeeltelijk in te trekken.

Vrees voor gevolgen veebedrijven

MS Schippers heeft er dan ook alle vertrouwen in dat het probleem opgelost zal worden en dat de vergunning overeind zal blijven, aldus Nick Tops, betrokken bij de HyCare proefboerderij. Maar Tops vreest wel de gevolgen voor andere veebedrijven.

Jurist Paul Bodden deelt deze zorg, en zegt dat door deze uitspraak het risico voor veebedrijven op intrekking van een deel van een omgevingsvergunning groter wordt. “Zo’n uitspraak heb ik nog niet eerder gezien”, zegt hij. Volgens hem komt het vaak voor dat bedrijven een tijd lang onderbezetting hebben in hun stal. Het risico dat onderbezetting gevolgen heeft voor de vergunning is met deze uitspraak volgens hem groter geworden.

Reacties

  1. Heb zelfs wel eens gelezen dat een veeboer zijn vergunning verloor na een stalbrand omdat een bouwvergunning voor de nieuwe stal langer op zich liet wachten dan drie jaar.

Beheer
WP Admin