Mest uitrijden ergens in Nederland. De locatie en het bedrijf hebben geen link met de besproken fraudezaak in het artikel. - Foto: Mark Pasveer RundveeNieuws

Mestfraude: bestuursrechter decimeert boete

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft de boetes voor een mesthandelaar in een opmerkelijke mestfraudezaak fors verlaagd.

Hoewel het betrokken bedrijf mestmonsters manipuleerde met kunstmest, vond de bestuursrechter de verdere bewijsvoering van de NVWA voor een groot deel van de overtredingen niet overtuigend. Via berekeningen in een Excel-bestand wilde de NVWA aantonen dat de fraude op grote schaal plaatsvond. Maar daar liet de bestuursrechter weinig van heel.

Fraude met mestmonsters en vervoersbewijzen

De zaak draait om fraude met mestmonsters en vervoersbewijzen. Centraal staat een Gelders bedrijf dat mest vervoert en opslaat. De NVWA legde het bedrijf in 2015 twee boetes op die gezamenlijk bijna € 140.000 bedroegen. De rechtbank Gelderland oordeelde eerder dat dit terecht was, maar verlaagde de boetes wel naar zo’n € 48.000 omdat de zaak zo lang duurde. Nu blijft in beroep bij de hoogste bestuursrechter uiteindelijk in totaal nog een boete van € 10.920 over.

Volgens het CBb is bewezen dat het bedrijf mestmonsters manipuleerde. De NVWA nam 24 losse monsters in beslag, die waren opgestuurd naar een laboratorium waar er per partij mengmonsters van gemaakt zouden worden. Wageningen Food Safety Research (voorheen RIKILT) onderzocht de monsters en stelde vast dat bij een deel van de monsters de sealnaad van de zakjes afweek. Deze afwijkend gesealde zakjes bevatten monsters met extreem hoge of lage gehaltes stikstof en fosfaat.

Bij de mest voor een afnemer met weinig mestplaatsingsruimte, bevatte een deel van de zakjes een waterige substantie zonder mestgeur en met lage gehaltes stikstof en fosfaat. Twee monsters van een partij mest die naar een afnemer ging, die juist mest met veel stikstof en fosfaat wilde, bleken kunstmest te bevatten.

Excel-berekeningen overtuigen niet

Volgens de NVWA deed het bedrijf dit op grote schaal. De toezichthouder stelt dit vast via een Excel-bestand, waarin ze de aan- en afvoer per silo in beeld bracht en vervolgens steeds een voortschrijdend gemiddelde aan fosfaat en stikstof heeft berekend. Vervolgens vergeleken ze dit voortschrijdende gemiddelde met de mestmonsters van afgevoerde vrachten. Als er een afwijking van meer dan 50% was, dan is volgens de NVWA het mestmonster gemanipuleerd.

Het CBb vindt dat de fraude met de daadwerkelijke gemeten monsters bewezen is. De rechter begrijpt ook de vermoedens van de NVWA over grootschaligere manipulatie van monsters, maar is niet overtuigd door de Excel-berekeningen. Dat komt onder meer doordat de NVWA op enig moment in zijn berekeningen moet ‘bijplussen’, omdat ze volgens hun berekening uitkomen op een negatieve voorraad in de 7 van de 10 mestsilo’s – een onmogelijkheid.

Dit laat duidelijk zien dat de berekeningen geen exacte weergave van de werkelijkheid zijn, zegt het CBb. De bestuursrechter benadrukt dat het aan de overheid is om bewijslast van overtredingen aan te leveren. Als over die bewijzen twijfel is, dan krijgt de betrokkene het voordeel van de twijfel, aldus de rechter.

Een deel van de boete blijft verder overeind, omdat het CBb het ook bewezen vindt dat het bedrijf bij 288 vrachten mest niet de juiste mestcodes op vervoersbewijzen heeft gezet. Zo werden er verschillende soorten mest bij één silo aangevoerd, maar werd vervolgens mest afgevoerd uit diezelfde silo die volgens het vervoersbewijs voor 100% uit één mestsoort bestond.

Reacties

Beheer
WP Admin