Het telseizoen gaat weer beginnen. Sylvia Bakker ziet ernaar uit. De emmers staan al klaar om in te graven. “Ik ben heel benieuwd of ik komend seizoen weer een aantal nieuwe soorten aantref.” - Foto: Dennis Wisse AlgemeenAchtergrond

Deelneemster onderzoek nachtvlinders: ‘Boerenland is niet dood’

Sylvia Bakker telt nachtvlinders op boerenland. Ze is een van de 125 deelnemers aan het project Boeren Insecten Monitoring Agrarisch Gebied. Tijdens warme zomerdagen zitten haar vangemmers soms helemaal vol. “Op ons akkerbouwbedrijf komen meer dan honderd verschillende soorten voor. Het agrarisch landschap is dus niet dood. Met onze tellijsten leveren we het bewijs.”

Dat Sylvia Bakker de namen van de door haar gevonden nachtvlinders niet allemaal spontaan kan opnoemen, is eigenlijk wel logisch. De soortnamen zijn namelijk behoorlijk ingewikkeld. Een dag later mailt ze de lijst van exemplaren die zij afgelopen twee jaar in haar emmers vond. Gelobt halmuiltje (41) staat erop, vierkantvlekuil (26) en bijvoorbeeld de zuidelijke stofuil (21).

Bakker doet sinds 2022 mee met het project Boeren Insecten Monitoring Agrarisch Gebied (Bimag), een onderzoeksproject van De Vlinderstichting, BoerenNatuur en LTO Noord. Doel is de stand van de nachtvlinders in boerenland te monitoren en zo de ontwikkeling van de soorten en aantallen in kaart te brengen. In 2019 is het project begonnen en het loopt door tot 2027.

In de zomer en zeker tijdens een hittegolf vind ik af en toe wel veertig tot vijftig vlinders. Dat is echt een cadeautje

125 boeren tellen 26.000 vlinders

Afgelopen jaren deden 125 agrariërs mee, onder wie dus Bakker. Bij elkaar werden bijna 26.000 vlinders geteld en ruim 500 van de 850 soorten die in Nederland voorkomen. In de twee jaar dat Bakker meedoet, telde ze in totaal 623 vlinders, verdeeld over maar liefst 104 soorten. Natuurlijk is ze vooral trots op de soorten die door de andere groepsleden zelden in hun vangemmers zijn gevonden. De meest bijzondere: het weidehalmuiltje. Daarvan vond ze er eentje, als enige van de groep deelnemers. “Dat is natuurlijk fantastisch.”

Haar man heeft samen met zijn neef een gangbaar akkerbouwbedrijf met aardappelen, bieten, uien en granen in Abbenbroek op het Zuid-Hollandse eiland Voorne-Putten. Bakker is docent Zorg & Welzijn in het mbo. Ze meldde zich aan bij de organisatoren van het project omdat ze wilde laten zien dat akkerbouw en biodiversiteit best samen kunnen gaan. “Veel mensen denken dat boeren alle insecten doodspuiten. Dat zie je ook regelmatig in de media voorbijkomen. Door te tellen, kan ik laten zien dat de werkelijkheid anders is. De aantallen en soorten op mijn lijst spreken boekdelen. Op ons bedrijf komen meer dan 100 soorten voor. Het agrarisch landschap is dus niet dood, verre van dat.”

Artikel gaat verder onder de afbeelding

Drie vangemmers, een lichtbron en een kleine accu

Voor de monitoring maakt Bakker gebruik van drie vangemmers met een lichtbron en een kleine accu. De vlinders kunnen erin, maar vervolgens niet eruit. Een emmer staat naast een strook met inheemse bomen en struiken, nummer twee in de tuin op het erf en de derde in een akker (vorig jaar pootaardappelen, dit jaar tarwe).

Om de twee weken, van april tot begin oktober, voert ze een telling uit. De ‘opbrengst’ verschilt enorm. “In het voorjaar zijn dat er nog maar een paar, maar in de zomer en zeker tijdens een hittegolf vind ik er af en toe wel veertig tot vijftig. Dat is echt een cadeautje.”

Op hete dagen staat ze soms om 5 uur op om de aantallen en soorten te tellen. “Met grote aantallen is de monitoring een flinke klus. Ik maak dan foto’s en gebruik voor de soorten die ik nog niet herken een app op mijn telefoon om ze te identificeren. Ik ben er soms wel een uur mee bezig. Als ik er niet uit kom, zet ik de foto in de groepsapp van de deelnemers. Dan is altijd wel iemand die de naam weet.”

Nieuwe spuit en spoelplaats

Bijzonder was de populierenpijlstaart die ze in het eerste jaar in een van de emmers vond. “Dat is een gigantisch grote vlinder, zo groot als een halve hand, met een prachtig gezichtje. Mijn dochter zette de vlinder op haar shirt. Zij was minutenlang de opwarmplek van de vlinder. Als je mij vraagt waarom doe je dit allemaal? Dan zeg ik, daarvoor dus.”

Extra maatregelen om de aantallen omhoog te brengen, worden op het bedrijf niet genomen. “We hebben wel een nieuwe spuit aangeschaft om chemische middelen gerichter toe te passen. Ook hebben we een spoelplaats om te voorkomen dat stoffen in het oppervlaktewater terechtkomen. Dat doen we overigens niet speciaal voor dit project, maar omdat we duurzamer willen produceren, net zoals veel andere akkerbouwers dat doen.”

Het telseizoen gaat weer beginnen. Ze ziet ernaar uit. De emmers staan al klaar om in te graven. “Ik ben heel benieuwd of ik komend seizoen weer een aantal nieuwe soorten aantref.”

Beheer
WP Admin