Het rekenmodel brengt de kostprijs plus vergoeding voor boer in beeld. Er is uitgegaan van gemiddelden. - Foto: Ruud Ploeg VarkensNieuws

WUR ontwikkelt richtlijn voor betaling van Beter Leven-varkens

In opdracht van de POV is een rekenmodel ontwikkeld waarmee varkenshouders kunnen toetsen of ze genoeg beuren voor hun Beter Leven-varkens. Het model wordt jaarlijks herzien.

Een Beter Leven-big van 25 kilo zou afgelopen augustus Є 68,50 moeten opbrengen. De gewichtscorrectie tussen 20 en 30 kilo moest € 1,30 per kilo zijn. Vleesvarkens zou toen € 2,10 per kilo geslacht gewicht moeten opbrengen. Alle bedragen zijn exclusief btw. Dit is de uitkomst van een nieuwe kostprijsmethode voor 1 ster Beter Leven-varkens, berekend door Wageningen UR.

Reële vergoeding van arbeid en kapitaal

De kostprijsberekening is op basis van bedrijf met 450 zeugen of 4.300 vleesvarkens. Deze omvang sluit op elkaar aan. De berekening gaat uit van reële vergoeding van arbeid en kapitaal. Voor arbeid is dat € 74.000 per jaar, plus € 7.500 voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Huisvestingskosten zijn bepaald op basis van nieuwbouw. Jaarlijks wordt de kostprijsberekening geactualiseerd, op basis van prijzen en de technische resultaten van het afgelopen jaar. Elke vier weken wordt de voerprijs herzien.

Lees verder onder de grafiek

Voer en biggen vormden afgelopen augustus het grootste deel van de kostprijs van een Beter Leven-varken. Voor arbeid wordt jaarlijks € 74.000 gerekend.

Ongenoegen over uitbetaling Beter Leven-varkens

De berekening is gemaakt in opdracht van de POV, omdat in de varkenshouderij ongenoegen bestaat over de uitbetaling van Beter Leven-varkens. Slachterijen betalen nu een toeslag voor de lagere hokbezetting. Als de varkensmarkt goed is dan is de marge met reguliere varkens per vierkante meter hokoppervlak hoger dan met Beter Leven-dieren. Dat komt omdat wordt gerekend met een gemiddeld rendement.

Daarnaast willen varkenshouders dat de prijs voor Beter Leven-varkens minder meedeint met fluctuaties op wereldwijde vleesmarkt, zoals nu gebeurt als wordt afgerekend op slachterijnotering. Het Beter Leven-vlees is immers voor de Nederlandse markt. Bovendien dekt de Beter Leven-toeslag alleen de meerkosten, maar is geen extra vergoeding. In zijn algemeenheid is ook het gemiddelde, langjarige inkomen uit bedrijfsvoering in de varkenshouderij onvoldoende om het bedrijf up-to-date te houden. Genoeg aanleiding om een onafhankelijke referentieprijs voor deze deelmarkt in het leven te roepen, vindt de POV.

Lees verder onder de grafiek

De opbouw van productiekosten van een Beter Leven-big. Er is uitgegaan van gemiddelden. Voor een deel van de bedrijven is dus noodzaak de kostprijs te verlagen.

De kostprijsberekening loopt altijd achter de actualiteit aan

Het rekenmodel van Wageningen UR is dus geen notering. Het is een maatstaf voor varkenshouders om te bepalen wat ze voor hun Beter Leven-varkens moeten beuren om financieel gezien boer te kunnen blijven. De kostprijsberekening loopt altijd achter de actualiteit aan. Dat is geen punt, mits de interval gelijk is. Dan dekken de opbrengsten de kosten, schrijven de auteurs. In de huidige berekening is nog geen rekening gehouden met Beter Leven-criteria vanaf 2025. In de loop van 2024 wordt het model geactualiseerd, zodat de kostprijs voor het jaar daarop inzichtelijk wordt. Ruwweg een op de vier varkens die in Nederland aan de haak komen is gehouden volgens het 1 ster Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming.

Een overzicht van de prijzen voor vleesvarkens vind je op boerderij.nl/markt.

Beheer
WP Admin