Veel Belgische zeugenhouders zullen stoppen

Brussel – Veel Belgische zeugenbedrijven zullen stoppen omdat ze de benodigde investeringen om te voldoen aan de nieuwe regels voor groepshuisvesting niet kunnen opbrengen. Dat blijkt uit een rondvraag in de sector die de Belgische krant De Standaard heeft uitgevoerd.

“De stallen aanpassen aan de nieuwe eisen voor 2013 vergt een zware investering. Een Vlaamse varkensboer is gemiddeld ouder dan 55 jaar. Op die leeftijd doe je geen investering meer die kan oplopen tot een miljoen euro. Oudere varkensboeren zullen zich daar niet meer aan wagen en kleine bedrijfjes zullen opgeslokt worden door de grotere”, vermoedt Erik Mijten van de Belgische boerenorganisatie Boerenbond. Een aantal bedrijven zal overstappen op vleesvarkens.

In de laatste enquête van de Vlaamse overheid (ruim een jaar geleden) verklaarde maar 40 procent van de zeugenbedrijven te zijn omgeschakeld naar groepshuisvesting. Van de groep die nog niet klaar was, liet een derde tot de helft verstaan er helemaal mee te willen stoppen. “Als hun afbetalingen dat tenminste toelaten”, schrijft De Standaard. Er zijn ongeveer 6.000 varkenshouders in Vlaanderen. Een kleine helft daarvan houdt zeugen.

Minder zeugen en boeren die stoppen, dat betekent minder varkens. Met een verwijzing naar Britse studies die een prijsstijging van varkensvlees voorspellen, suggereert De Standaard dat dat mogelijk goed nieuws is voor de boeren. Erik Mijten sluit dat niet uit, maar voegt er meteen aan toe dat het moeilijk te voorspellen is. “Vandaag is er een overaanbod aan varkensvlees en een tekort zit er niet direct aan te komen.”

Volgens varkenshouder Christophe Decaigny uit Izegem is het na wat wennen niet zo moeilijk werken met de groepshuisvesting van de dieren. Het rendement is gelijk, maar hij maakt duidelijk dat de investering in moeilijke tijden te hoog is. “We sukkelen van crisis naar crisis. Nu pieken de grondstoffenprijzen weer. De kosten liggen zo hoog dat de boer er amper iets aan overhoudt. Het laatste goeie jaar was 2006. Sommigen leven nu al van hun spaargeld en bedanken voor zo’n grote investering.” Als de regel in andere EU-lidstaten niet even strikt wordt toegepast, dan vreest hij bovendien een concurrentienadeel.