Rabobank Food Forward: Zuid-Holland goed voor goud

Melkveehouderij, akkerbouw, glastuinbouw. De gigantische Rotterdamse haven, de logistieke hotspots in Barendrecht en Ridderkerk. En óók nog eens de grootste consumentenmarkt van het land: Zuid-Holland has it all. “Dit is inderdaad een regio waar ontzettend veel gebeurt”, bevestigt Caspert van der Wel, directeur Coöperatieve Rabobank en thema Banking4Food in de kring Zuid-Holland. Die drukte maakt het complex en kansrijk tegelijk: “Er zijn al veel sprekende initiatieven, de kansen liggen in het nog meer samen doen en aan elkaar verbinden van deze initiatieven”.

Over dat laatste, het verzilveren van dat enorme potentieel, gingen op 13 september ruim honderd partijen uit de regio met elkaar in gesprek. De hamvraag: hoe kunnen we in 2050 wereldwijd genoeg gezond voedsel produceren om 10 miljard monden te voeden, op een duurzame en economisch rendabele manier? In de volle overtuiging dat Nederland hier een grote rol in kan spelen, zoekt Rabobank binnen het Food Forward-programma samen met ondernemers, consumenten, studenten, overheden en partners naar oplossingen.

Lokaal lekkers

Voorafgaand aan het startevent in Zuid-Holland Zuid werden de deelnemers letterlijk gevoed met inspiratie uit de regio; allemaal ontvingen ze een pakket met lokaal geproduceerd lekkers: Papendrechtse chocolade, Vijfheeren Bier, Rotterdamse koekjes, Krimpenerwaardse kaas en Hoeksche chips.

Er wordt hier zoveel vernieuwends bedacht, ook qua verdienmodellen

Remon Blok, directeur Food & Agri van Rabobank in Zuid-Holland Zuid, ziet veel van dit soort initiatieven om zich heen: “Die passie is echt bijzonder. Er wordt hier zoveel vernieuwends bedacht, ook qua verdienmodellen. De kaas uit de Krimpenerwaard vind ik een prachtig voorbeeld van een complete, regionale voedselketen. Maar ook de boerderij achter het merk Elke Melk, die op de fles vermeldt dat deze liter van Hannie 414 komt, vind ik een toonbeeld van creatief ondernemerschap. Hun melk staat nu zelfs bij Albert Heijn en Jumbo in de schappen, een bijzondere ontwikkeling. Dit soort praktijkervaringen helpen ons enorm bij het vormgeven van onze visie.”

Stad en platteland

Toch stellen Van der Wel, Blok en Senior Specialist Fresh Produce Lambert van Horen vast dat de voedselketen nog niet overal zo soepel in elkaar klikt. Uit de regioscan die Van Horen maakte van Zuid-Holland Zuid, bleek dat er een groot verschil is tussen stad en platteland. “De vernieuwingsdrift van de stad bereikt het platteland niet en omgekeerd lukt het boeren vaak niet om hun versproducten in de stad te krijgen. In het verbinden van die twee werelden schuilen de kansen, vooral op het snijvlak van voeding en gezondheid. Het zou toch geweldig zijn als de boeren in Zuid-Holland Zuid een rol gaan spelen in het voorkomen van obesitas in de stad? In Rotterdam is overgewicht een groot probleem, terwijl de oplossing zo dichtbij is. Zuid-Holland zou onze landelijke apotheek van gezond voedsel kunnen worden.”

_{Tekst gaat door onder de foto}

Samenwerkende boeren

Als de deelnemers uiteen gaan om in kleinere groepen te praten over kansen die zij zien, komt de kloof tussen stad en platteland ook ter sprake. “Mensen uit de stad die onze kaasboerderij bezoeken, vinden het hier prachtig”, vertelt Teus Hoogerwaard, die tevens actief is voor de Stichting Promotie Krimpenerwaard. “De gunfactor voor de boer is groot, dat merk ik wel. Toch komen ze na zo’n eerste bezoek zelden terug. Ik zou graag willen weten hoe ik kopers bind aan mijn product.”

Saskia van Mourik voelt die band met de boer wel. Ze geeft les in de keuken van praktijkschool Merewade en koopt veel bij de onbemande symbiosewinkel in Noordeloos: “Daar kun je 24 uur per dag met een pasje verse boerenproducten kopen. Het is een groot succes, dat haalbaar is gebleken omdat de boeren samenwerken. Daarnaast bellen de boeren ook rechtstreeks met onze school, als ze bijvoorbeeld seizoensgroenten over hebben. Daar koken wij dan mee.”

De Nederlandse kwaliteit is ongelofelijk goed, dat verhaal moet meer verteld worden

Frans van der Storm van Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard vindt dat consumenten streekproducten wel wat meer op waarde mogen schatten: “De Nederlandse kwaliteit is ongelofelijk goed, dat verhaal moet meer verteld worden. Het maakt een product meer waard, maar daar is in de reguliere supermarkt geen ruimte voor. Daar draait alles om beschikbaarheid en prijs. De huidige voedselmarkt heeft ons te veel verwend. Aardbeien in de winter, dat moeten we gewoon niet willen.”

Smoothies tappen bij Feyenoord

Als Van der Wel, Blok en Van Horen de resultaten van de subgroepen doornemen, blijkt dat veel deelnemers kansen zien in het verbinden van de vele losse schakels. Scholen die met hun leerlingen een moestuin bijhouden en hen gezond leren koken. Kantines die alleen nog gezonde voeding aanbieden, óók langs de lijn. “Stel je voor: groentesmoothies uit de tap bij Feyenoord”, grapt Van Horen. Boeren die een overschot aan prei of uien rechtstreeks bij de plaatselijke horeca afzetten en zo verspilling voorkomen. Verzorgingstehuizen met toprestaurants, waardoor bewoners langer leven.

Van der Wel is tevreden over de oogst. “Deze verhalen bevestigen dat onze rol als bank aan waarde wint als we niet alleen financieren, maar ook actief kennis delen en onze netwerken openstellen. Niemand kan de uitdagingen van deze tijd alleen aan, maar samen kunnen wij als regio’s tot een plan komen van nationaal belang. Dat is niet alleen slim, maar ook nog eens ontzettend leuk.”

Meer weten over het Food Forward programma van Rabobank? Klik dan hier.

Auteur: Laura van der Burgt