Plannen en data om PRRS-schade te reduceren zijn beschikbaar

De 49 voorlopers in het Nationaal PRRS-plan van de Coalitie Vitale Varkenshouderij (CoViVa) hebben de plannen gereed om de gevolgen van PRRS te verminderen op hun bedrijven. De plannen zijn enigszins behoudend, zegt dierenarts Karlijn Eenink van Royal GD, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het Nationaal PRRS-plan. Eenink: “Het speerpunt in de plannen is om PRRS zo veel mogelijk te isoleren op de bedrijven, zodat het virus zo min mogelijk schade aanricht. Er zitten geen ingrijpende plannen tussen voor herd closure of depop-repop van bedrijven.” Met herd closure voer je langdurig geen opfokzeugen aan en verlaten de gespeende biggen direct het bedrijf. Met inzet van vaccinaties is het dan mogelijk de besmettingsketen op een bedrijf te doorbreken, en PRRS-vrije biggen te leveren.

Eenink: “Niettemin zijn de plannen logisch en nuttig, en wordt misschien een eerste stap gezet naar het uitdoven van het virus. De te treffen maatregelen zijn bovendien ook allemaal nodig als een bedrijf op termijn alsnog kiest voor een meer radicale vorm van PRRS-bestrijding.”

Op 83% van de bedrijven minstens een keer PRRS-virus aangetroffen

Het nationaal PRRS-plan met de 49 voorloperbedrijven loopt nu een jaar. Eind juni hebben de deelnemende varkenshouders en hun dierenartsen elkaar ontmoet. Ook is de derde ronde monsters genomen. Op 83% van de bedrijven met zeugen en gespeende biggen is in ieder geval een keer het PRRS-virus aangetroffen na een PCR-test. Het zijn niet steeds dezelfde bedrijven. Bij 75 tot 80% van de vermeerderingsbedrijven komt PRRS uit de PCR-test.

Het is na drie testronden nog te vroeg om een trend te zien in de PRRS-ontwikkeling op bedrijven. Er volgen nog drie testronden, waarvan de laatste staat gepland in 2024. Eenink vertelt dat ze nu wel op het punt zijn aangekomen om bedrijven in te delen op basis van hun PRRS-status. Net zoals dat met bijvoorbeeld salmonella ook gebeurt. De bedoeling is dat een dergelijke indeling gereed is voor het vierjarige PRRS-project in 2025 afloopt. Maar liever eerder, betoogt Eenink.

Uitslagen zijn soms moeilijk te interpreteren

De voorloperbedrijven hebben zonder uitzondering meer behoefte aan duidelijkheid bij PRRS-diagnostiek, signaleerde Eenink tijdens de bijeenkomst. “Uitslagen zijn soms moeilijk te interpreteren. Het is niet altijd zwart-wit. Varkenshouders en dierenartsen willen een soort beslisboomachtig iets, om vanuit een gestandaardiseerd model de diagnose te stellen. En zo nodig daarvan af te wijken als de situatie daarom vraagt.” Eenink heeft het gevoel dat na een wat rommelige start van het PRRS-project de deelnemers nu aardig op een lijn zitten, en dat de bijeenkomst zorgde voor meer groepsgevoel.