Eerste serie monsters voor nationaal PRRS-plan is binnen

De eerste serie monsters voor het nationale PRRS-plan van de Coalitie Vitale Varkenshouderij (CoViVa) is zo goed als binnen bij Royal GD. Afgelopen zomer zijn zeven dierenartsenpraktijken gestart om in totaal op 49 varkensbedrijven de PRRS-situatie in kaart te brengen en een aanpak te introduceren om het virus terug te dringen. Dit gebeurt op allerlei typen varkensbedrijven, zowel qua omvang als diercategorie. Op bedrijven die biggen leveren, worden alleen biggen bemonsterd. Op vleesvarkensbedrijven de slachtrijpe dieren. Er wordt telkens gekeken naar dieren ‘waarmee de weg op wordt gegaan’, legt dierenarts Karlijn Eenink van Royal GD uit. Zij is namens GD verantwoordelijk voor de uitvoering van het project.

Op de 49 deelnemende varkensbedrijven (zeven per dierenartsenpraktijk, red.) wordt driemaal per jaar onderzoek gedaan naar PRRS. Dit gebeurt volgens een uniform model, dat op elk bedrijf toepasbaar is (zie tabel).

Bloedonderzoek

Bij biggen wordt door bloedonderzoek gekeken naar de aanwezigheid van het PRRS-virus, een PCR-test. Bij slachtrijpe dieren wordt gezocht naar antilichamen. “Het idee achter deze keuze is dat het bij slachtrijpe varkens vooral interessant is om te weten of die in aanraking zijn geweest met het PRRS-virus. Die varkens hebben een infectie vaak al overwonnen, zodat een PRC-test om virus aan te tonen negatief zal zijn. Biggen gaan de vleesvarkensstal in. Dan is het juist van belang om te weten of die het virus bij zich dragen”, legt Eenink uit. Als biggen zijn gevaccineerd in de zoogperiode is de kans wel groot dat de uitkomst van een PCR-test positief is. Door genetisch onderzoek wordt dan gekeken of de big veld- of vaccinvirus bij zich draagt.

De resultaten van de PRRS-monitoring gebruiken de bedrijfsdierenartsen voor hun bedrijfsbegeleiding. Het doel van het nationale PRRS-plan is dat op termijn steeds meer varkenshouders dieren gaan afleveren die vrij zijn van het veldvirus. De wijze waarop de varkenshouders met hun dierenartsen en adviseurs de varkens virusvrij willen maken, mogen ze zelf beslissen. Dat wordt vrij gelaten omdat het veelal maatwerk is, zegt Eenink. Het enige dat vooralsnog op een uniforme wijze gebeurt, is dus de monitoring.

Eind van het jaar gaat de tweede monsterronde van start op de 49 varkensbedrijven. Op basis van drie metingen wordt uiteindelijk de PRRS-status van een varkensbedrijf bepaald. Voor het bepalen van die status is een plan gemaakt, dat in in de loop van dit project zo nodig nog wordt verbeterd.