Pasen 2020: Op zoek naar een eerlijke prijs
Het is boeren al jaren een doorn in het oog dat ze moeten werken voor dumpprijzen. Ze willen eerlijke prijzen, maar wat zijn dat? En wat zijn manieren om ze te krijgen? Daar gaat dit paasthema over. De bulkmarkt biedt afzetzekerheid maar lage prijzen. Sommige boeren pakken het daarom anders aan.
Lees het complete paasthema, inclusief 8 verhalen van boeren, digitaal in Boerderij-magazine.
De interviews zijn gemaakt nog voor het coronavirus opdook in Europa en vervolgens alles overhoop haalde. Reden voor het kabinet om te adviseren dat juist nu boeren een goede prijs zouden moeten krijgen. Nergens stond wie daarvoor moest zorgen, wat dan ‘goed’ is en waarom juist nu en niet al veel eerder. Feit was dat afzetstromen door de coronamaatregelen deels stil kwamen te liggen, dat consumenten aan het hamsteren sloegen en dat daardoor schappen in de supermarkten leeg raakten.
Dat merkten onder meer de boeren met een boerderijwinkel of andere vorm van huisverkoop. Zij kregen in korte tijd opvallend veel meer klanten over de vloer. Het andere verdienmodel dat zij hadden opgezet, wierp nu onverwacht extra vruchten af. Consumenten keken niet meer naar de prijs, iets wat anders altijd een sterke drijfveer is om iets wel of niet te kopen.
Boerderijverkoop grootste neventak
Die gebruikelijk hang naar goedkoop maakt het voor veel ondernemers lastig om buiten de gebaande paden te gaan. Ze willen wel maatschappelijker, groener, duurzamer, diervriendelijker en lokaler werken, maar keer op keer blijkt dat consumenten er niet structureel voor willen betalen. Boeren vrezen daardoor dat een andere bedrijfsopzet niet rendabel te krijgen is. Toch gaat er in sommige van die andere activiteiten wel degelijk veel geld om. Met een totale jaaromzet van € 270 miljoen is boerderijverkoop de grootste neventak, er zijn bedrijven die er meer dan de helft van hun inkomen uithalen. Daarmee is niet gezegd dat huisverkoop altijd goud oplevert. Voor de meeste bedrijven vormt huisverkoop vooral een financiële plus op de hoofdtak. Het is maar de vraag of dat na de coronacrisis anders blijvend zal zijn. De kans is groot dat veel consumenten dan weer terugvallen op het gemak en de lage prijzen van de supermarkt.
Lees verder onder de foto. Klik op de namen en lees het complete artikel digitaal in Boerderij-magazine
1:
Rob Kleinsman verkoopt zijn varkensvleesproducten onder meer op de markten van Markelo, Goor, Delden en Hengevelde.
2:Yvonne Oosterhout is boerendochter, afkomstig van een melkveebedrijf in Wagenberg. Zij studeert aan de HAS in Den Bosch waar ze het plan heeft opgevat om de melk thuis te verwerken tot chocola.
3:Mart-Jan de Jong in Stolwijk houdt 450 biologische melkgeiten. Van een deel van de melk maakt hij zelf kefir.
4:Adriaan (r.) en Pieter (l.) Veerman begonnen in 2014 met de verkoop van Verse Boerderij Friet. Ze bepalen een prijs en doen daar geen concessies aan.
Andere verdienmodellen nodig
Maar wat moet er dan gebeuren zodat boeren structureel een eerlijke prijs beuren? Daarvoor zijn andere verdienmodellen nodig, stelde minister Carola Schouten eind vorig jaar. Ze had er eerder al speciaal een werkgroep voor in het leven geroepen, de Taskforce Verdienvermogen. Die richtte zich speciaal op kringlooplandbouw en hoe boeren daar een boterham mee zouden kunnen verdienen. Dat is belangrijk want je kunt niet groen doen als je rood staat, zo luidde de slogan.
Dat rood staan komt door de krappe marges en die zijn volgens de werkgroep weer te verklaren door het overheidsbeleid dat de afgelopen decennia vooral stuurde op efficiency, veel voor weinig, de zogenaamde bulkproductie. Intussen stegen aan alle kanten de kosten en om die stijging bij te kunnen benen, richtten de meeste boeren zich, gestimuleerd door banken, accountants en andere agribusiness, tot verdere schaalvergroting: nóg meer produceren voor nóg minder om onder aan de streep niet eens zoveel meer over te houden.
Lees verder onder de foto. Klik op de namen en lees het complete artikel digitaal in Boerderij-magazine
5: Graag willen Rick en Arjuna Huis in ’t Veld de zuiveltak verder opschalen, maar het is oppassen met de fosfaatregels.
6:Guus van Roessel deed al veel aan natuurbeheer en dergelijke, maar voor die ‘license to produce’ kreeg hij niet betaald. Dat zette hem aan het denken. Hij verwerkt nu een klein deel van zijn melk in de kleinschalige mini-melkfabriek op zijn bedrijf.
7: Varkenshouder Marcel Berkvens uit Mariahout heeft een uniek product, namelijk semi-vegetarische braadworstjes.
8: Akkerbouwer Gert ten Hool maakt bier en whisky van eigen gerst. Geld is niet zijn enige drijfveer maar hij houdt het verdienmodel wel in de gaten.
Bal niet alleen bij boeren
Dit proces kan niet zo doorgaan, concludeerde het eindrapport van de Taskforce. Het moet anders. Maar de cirkel doorbreken, is makkelijker gezegd dan gedaan en de bal ligt niet alleen bij de boeren. Ook andere ketenpartijen, financiers, overheid en consumenten moeten ‘hun verantwoordelijkheid nemen’, zo staat vermeld. Iedereen moet aan het eind van de dag de aarde een beetje beter achterlaten dan aan het begin, luidt het advies, maar om dat voor elkaar te krijgen, zijn er wel voorwaarden. Een van die voorwaarden is, aldus de werkgroep, dat boeren weer zelf moeten kunnen ondernemen, zonder wetgeving die van alles verbiedt maar met wetgeving die doelen stelt. Het zou aan iedere ondernemer voor zich zijn om te bepalen hoe de doelen gehaald worden.
Kringlooplandbouw
De minister wil dat die doelen zich richten op kringlooplandbouw. Een lastig begrip waarvan niet helemaal duidelijk is wat het nou precies inhoudt. Het woord duurzaam komt in dit verband veelvuldig voorbij als manier om uit de cirkel van bulkproductie te breken. Duurzaamheid als verdienmodel, het kan, aldus de werkgroep die uitvogelde dat bedrijven die reeds duurzaam boeren gemiddeld een hoger inkomen binnenslepen dan bedrijven die volgens de bulkmethode werken. Het verschil is volgens de onderzoekers vooral toe te schrijven aan lagere kosten, bijvoorbeeld voor veevoer en diergezondheid.
Duurzaam lijkt in dit verband overeen te komen met extensief. Zo wezen cijfers van Alfa Accountants uit dat de meest extensieve melkveebedrijven per hectare bijna € 1.200 kwijt waren voor de aankoop van voer tegenover € 2.500 voor de meest intensieve bedrijven.
Veel voor weinig niet meer beste verdienmodel
Ook allerlei andere bedrijfskosten pakten bij de extensieven lager uit waardoor ze per volwaardige arbeidskracht een zogeheten fiscaal resultaat behaalden van € 50.800. Dat is maar liefst € 12.400 meer dan de intensiefste bedrijven. Het zegt niet alles, de fiscus komt er nog achteraan, maar het zegt tegelijk wel iets, namelijk dat de traditionele weg van ‘anoniem’ en ‘veel voor weinig’ niet per definitie meer het beste verdienmodel heeft.
Meer euro‘s voor merkproducten
Ook de agribusiness heeft deze signalen opgepikt en speelt erop in met duurzame merkinitiatieven die voor meerwaarde moeten zorgen. Zo zijn er Top-Zuivel, VLOG-melk, 1-, 2- en 3-sterrenvlees en allerlei PlanetProof-producten. De bedoeling is dat boeren voor dergelijke merkproducten meer betaald krijgen. De vraag is of dat dan een eerlijke prijs is, want die hogere opbrengstprijs is niet alleen maar winst. Voldoen aan duurzaamheidseisen gaat vaak gepaard met extra kosten. Toegestane middelen en grondstoffen zijn bijvoorbeeld duurder en duurzaam werken vergt vaak wat meer arbeid. Zo becijferde het CLM dat de kostprijs voor het telen van PlanetProof aardappelen 2,46 cent per kilo meer bedraagt dan voor ‘gewone’ aardappelen. Pierre Berntsen directeur Agrarische bedrijven bij ABN Amro zei recent in Boerderij dat dergelijke meerkosten idealiter door de markt betaald worden. Hij noemde dit de ‘koninklijke route’ en benadrukte dat het bewandelen van die route niet inhield dat je als boer altijd je kostprijs vergoed krijgt, maar gemiddeld genomen wel.
Lees verder onder het kader.
Zonder plan geen meerprijs
Een meerprijs komt er niet vanzelf. Veel initiatieven stranden. Een goed plan vergroot de slagingskans. Tips voor meer kansen op succes.
Zo heb je meer kans op succes
► vraag je af of je de juiste eigenschappen hebt om veel met (ook lastige) mensen om te gaan. Kun je dat? Wil je dat?;
► doe vooraf grondig onderzoek: is er behoefte aan je product?;
► maak een verhaal, vertel waarom jouw product zo uniek is;
► regel een professionele website met professionele foto’s;
► denk aan een herkenbaar logo voor je product en je bedrijf;
►zorg dat mensen weten dat je product bestaat en hoe en waar het te koop is;
► blijf aandacht besteden aan je naamsbekendheid, mensen vergeten snel;
► zorg dat je bereikbaar bent voor klanten, ook als het op de boerderij druk is.
Valkuilen bij meerwaarde creëren
► geen of te weinig voorbereiding;
► onderschatten hoeveel tijd het kost;
► denken dat blijvend reclame maken niet nodig is;
► denken dat je er de geschikte persoon voor bent terwijl dit niet zo is;
► alles alleen willen doen.
Lees het complete verhaal ’Tips voor meer kansen op succes’ digitaal in Boerderij-magazine.
Wereldmarkt
Hoewel al dit soort aparte productstromen een financiële plus kunnen opleveren, betekent het nog steeds dat boeren er zelf niks over te zeggen hebben. VLOG-melk en 3-sterrenvlees kunnen wel meer opleveren maar alleen zoveel meer als de afnemers bereid zijn te betalen. En die afnemers zijn weer afhankelijk van wat er op de wereldmarkt gebeurt. Daar is Nederland, ondanks de exportpositie, geen grote speler. Met de vuist op tafel slaan voor hogere prijzen, heeft dan ook geen effect. Ook het bundelen van krachten om sterker te staan, zal op de wereldmarkt weinig indruk maken. Het rapport De positie van de primaire producent in de keten van Wageningen UR stelde in 2018 dat ‘zelfs als alle Nederlandse ondernemers die een bepaald product produceren, gaan samenwerken, de invloed op de prijsvorming beperkt zal zijn omdat het gezamenlijke aanbod maar een klein deel van de totale markt is.’
Afzet lokale markten
Sowieso stellen de Wageningse onderzoekers dat het bundelen van krachten wel kan werken, maar dat het geen blauwdruk is voor succes, ook niet als het gaat om afzet op de lokale markt. Ja, de afzetzekerheid kan toenemen maar om een hogere prijs af te dwingen, zijn de volumes vaak te klein en te seizoensgebonden. Mogelijk dat dit een rol heeft gespeeld bij het ter ziele gaan van afzetcoöperatie De Proefschuur. 52 boerenbedrijven waren er lid van, samen voorzagen ze zeven supermarkten van seizoensproducten die ze zelf teelden op Voorne-Putten, Goeree-Overflakkee en de Hoekse Waard. Het idee was om aansluiting te zoeken bij de lokale markt. “Lokale afzet biedt kansen”, zeiden de oprichters in 2017. Maar onlangs deelden ze mee dat hoewel klanten er sympathiek tegenover stonden, er nauwelijks perspectief was op een rendabel concept, reden om de activiteiten te stoppen.
Meer werkplezier
Kortom, het is niet eenvoudig om als agrarisch ondernemer zelf succesvol aan de knoppen van de prijzen te draaien. Toch is dat voor een aantal bedrijven geen reden het niet te proberen. In dit paasthema laten acht ondernemers zien waarom zij weg wilden van de bulkmarkt en waar dat toe geleid heeft. Een vetpot? Niet per definitie, maar wie weet welke kant het nog op kan gaan? Ja het is meestal een hoop werk en nee het gaat niet vanzelf. Andere vaardigheden bleken nodig zoals reclame maken, afnemers zoeken en onderhandelen. Wat het in elk geval heeft opgeleverd, is dat ze meer baas zijn geworden over hun eigen product in combinatie met toegenomen werkplezier. En dat is ook wat waard.
Foto‘s: Peter Roek, Van Assendelft Fotografie, Ruud Ploeg, Ronald Hissink, familie Van Roessel, Wouter Mikkers/familie Veerman, Roel Dijkstra en Jan Willem Schouten.