Ophokplicht pluimvee deels ingetrokken
Ophokplicht pluimvee deels ingetrokken na advies; geldt nog in Gelderse Vallei/Limburgse Peel. Risico vogelgriep verlaagd.
De ophokplicht voor pluimvee wordt voor een groot deel van Nederland ingetrokken. Dit besluit nam demissionair landbouwminister Piet Adema, na advies van de Deskundigengroep Dierziekten. In de Gelderse Vallei en de Limburgse Peel blijft de plicht echter gelden, specifiek in pluimveeregio’s 7, 10, en 19.
De invoering van de ophokplicht vond plaats op 14 november. Op 1 december constateerde men de laatste uitbraak van hoogpathogene vogelgriep in Putten, bij een commercieel bedrijf. Recentelijk vond men geen nieuwe besmettingen meer, noch bij levende noch bij dode wilde vogels. De naar Nederland gekomen watervogels voor de wintertrek zijn bovendien grotendeels vertrokken. Daarom heeft de Deskundigengroep Dierziekten het introductierisico van vogelgriep op pluimveebedrijven verlaagd. Het risico blijft laag als de ophok- en afschermplicht geldt, en laag tot matig bij intrekking. Voorheen was dit risico matig tot hoog.
Stijgende temperaturen gunstig
Hoewel in Denemarken nog een actievere infectie heerst, maakt de vogeltrek de komst van deze vogels naar Nederland onwaarschijnlijk. De deskundigen verwachten een afname in infectiekans de komende maanden, door stijgende temperaturen en meer zonlicht, wat nadelig is voor het virus.
Piet Adema: ‘We blijven waakzaam’
Piet Adema, de demissionair landbouwminister, reageert positief. Hij zegt: “Goed nieuws voor de vrije-uitloopsector en hobbyhouders: we trekken de ophok- en afschermplicht grotendeels in. De kippen kunnen weer naar buiten, tot vreugde van kippen en houders. We blijven waakzaam.”
In pluimveedichte gebieden blijft de ophokplicht van kracht voor professionele bedrijven. Dit vanwege het hogere risico op snelle verspreiding van uitbraken door tussenbedrijfstransmissie. Adema vindt het onverstandig deze gebieden vrij te geven. De afschermplicht voor hobbydieren in deze dichte gebieden vervalt echter. De minister benadrukt dat kleinschalig gehouden dieren weinig bijdragen aan virusoverdracht tussen bedrijven. Ook handhaaft men andere preventieve maatregelen, zoals het bezoekers- en tentoonstellingsverbod.