Foto: Twan Wiermans AkkerbouwNieuws

NEPG rekent op 23 miljoen ton aardappelen

De Northwestern European Potato Growers (NEPG) verwacht dat telers in Duitsland, Frankrijk, België en Nederland rond 23 miljoen ton vroege – en hoofdoogst fritesaardappelen zullen oogsten.

Ondanks de moeilijke groeiomstandigheden wordt dit seizoen 1,3 miljoen ton meer aardappelen verwacht dan in 2022. De productie ligt dan op een vergelijkbaar niveau met 2021.

Tekst gaat door onder grafiek

“De oogst in Frankrijk en België valt wat mee. Maar in Nederland kan het anders uitpakken, omdat daar de phytophthoradruk hoger ligt”, zegt Bert Timmermans, bestuurslid van de NEPG. “De grote vraag is hoeveel uitval er hierdoor komt. De eerste partijen gaan al naar de vergister.”

De NEPG schat het aardappelareaal voor de vier belangrijkste aardappellanden (België, Duitsland, Frankrijk en Nederland) op 518.873 hectare. Dat is een toename van 2,5% vergeleken met vorig seizoen. Vergeleken met het vijfjarengemiddelde is het aardappelareaal 2,1% toegenomen. Het Nederlandse areaal wordt op 75.484 hectare ingeschat. Dat is een krimp van 1,5%. De meeste aardappelen staan in Duitsland (189.810 hectare), gevolgd door Frankrijk (156.940 hectare) en België (96.639 hectare).

Uitzonderlijk groeiseizoen

Het was een uitzonderlijk groeiseizoen waarbij de aardappelen gemiddeld drie weken later zijn gepoot dan normaal. Het weer in augustus zorgde voor een flinke stijging van de opbrengsten, maar aan de andere kant gaat phytophthora een grote impact hebben op de oogst van 2023. De midden-late rassen zoals Fontane en Challenger en late rassen zoals Markies kunnen dit seizoen niet optimaal gebruik maken van de groeidagen, tenzij de gewassen tot half oktober kunnen blijven groeien.

Phytophthora

Lagere knolaantallen, fysiologische afwijkingen (hol, hart, misvorming en rot), maar vooral knolziekte door phytophthora beïnvloeden de nettoproductie. Telers worden verzocht om de impact van de knolziekte te beoordelen en de NEPG benadrukt dat het belangrijk is om hierover met de kopers van de aardappelen te communiceren. Het weer zal komende weken een belangrijke invloed hebben.

Wat betekent deze situatie voor komend seizoen? Hoewel de productie van 2023 vergelijkbaar lijkt met 2021 is de verwerkingsbehoefte sterk toegenomen. Verwerkers in de vier West-Europese landen hebben ministens 2 miljoen ton extra aardappelen nodig vergeleken met twee jaar geleden. Als gevolg van een kleiner areaal en slechte weersomstandigheden vallen de producties in Polen en Zuid-Europa tegen. Hierdoor is het exportseizoen al begonnen. De verwachting is dat de wereldwijde vraag naar verwerkte aardappelproducten jaarlijks met 4% blijft groeien.

Beheer
WP Admin