AkkerbouwOpinie

Land van zon, zand en boeren (3)

Op het bedrijf werken gastarbeiders. Hun behuizing wordt aardappelopslag.

Van de abrikozen en druiven gingen we naar het volgende blok van 3.000 hectare. Eerst 20 kilometer over de weg en toen nog 18 kilometer dwars door de woestijn, langs de speciaal aangelegde 380 volts bovengrondse lijn. Hier waren in de toekomst aardappelen en katoen gepland. De bedrijfseigenaar wilde in de stad een moderne katoenverwerking bouwen. Dit gebied van de oude Sovjet-dynastie was altijd het katoengebied, evenals Oezbekistan.

Wat me bij aankomst als eerste opviel, waren de hele legers gastarbeiders, die met hun hakje de bevloeiingsgeultjes open moesten houden en handmatig boompjes en paprika planten of onkruid stonden te wieden. En dat bij temperaturen boven 40 graden. Niet klagen, maar doorwerken is het devies.

Muren van woestijngrond

Op een bouwkavel op het terrein werden ‘stenen’ gebakken van woestijngrond en water. Dit werd dus modder die in een vorm ging en daarna in de zon gedroogd/ gebakken werd. Bouwen ging daarna door woestijnblokken te stapelen en te beplakken met woestijnmodder. Staat de muur, dan is het eenvoudig afsmeren met modder. Het dak is van riet, plaatwerk of ook weer modder. Het gebouw blijft hopelijk binnen koel.

Ondergrondse aardappelopslag

Tot nu toe woonden de gastarbeiders in een soort plaggenhut in de grond. Het was er lekker koel. Ik heb begrepen dat deze behuizing later is gebruikt als tijdelijke aardappelopslag, toen het pootgoed uit Nederland was aangekomen en de machines nog onderweg waren. Bovengronds zou de droge, hete lucht in combinatie met de eeuwige woestijnwind deze aardappelen in enkele dagen tot droge vijgen hebben omgetoverd.

Machinepark

Het op dat moment aanwezige machinepark bestond uit twee Chinese Lovol 1654-trekkers, enkele oude Kazhag-rupstrekkers en een aantal Belarus 80X-rowcrop-modellen die in dit gebied erg populair zijn voor gebruik in de katoenteelt.

Diner met burgemeester

Als klap op de vuurpijl kregen we een etentje aangeboden van de burgemeester van het nabijgelegen dorp, dat voor 100 procent bewoond werd door Oezbeken, of anders gezegd ‘Gastarbeiter’. Dit diner bestond uit water, brood, vis en allerlei soorten vlees op verschillende wijzen bereid en heel veel. Eén ding was duidelijk zijn: alles was ritueel geslacht zonder verdoving. Het nog resterende beetje ruimte op tafel werd gevuld met fruit en de altijd aanwezige komkommers en tomaten. Hier geen komkommers met Ehec-bacteriën of andere enge ziektes. Nee, deze salade bestond uit natuurlijke ingrediënten, zongerijpt en met puur bronwater geïrrigeerd.

Foto’s: Han van Riel

Beheer
WP Admin