Bij KipUp scoren deskundigen aan de hand van een protocol vier keer per ronde het welzijn van de hennen. - Foto: Peter Roek PluimveeNieuws

KipUp bepaalt en verbetert welzijn van leghennen

Een businessmodel is er nog niet, maar Dierenbescherming, Wageningen UR en LTO zijn enthousiast over KipUp. Dat is een laagdrempelige en praktische methode om het dierwelzijn van leghennen te monitoren en te verbeteren.

Bioloog en pluimveedierenarts Vera Bavinck was verbaasd dat het welzijn van kippen niet centraal staat in de bedrijfsvoering. Daarom ontwikkelde zij de tool KipUp om de mate van dierwelzijn bij leghennen objectief te bepalen en te verbeteren. Daarmee wordt per ronde vier keer het welzijn door dierenarts, bedrijfsvoorlichter of een andere deskundige bepaald. “Dat kan ook de pluimveehouder zijn, maar vreemde ogen dwingen meer”, aldus Bavinck.

Dat bepalen gebeurt op basis van objectieve maatstaven: stalsysteem en bezetting, verrijkingsmateriaal, vogelmijtdruk, bevedering, gedrag van de dieren (schrikachtigheid en nieuwsgierigheid) en het percentage borstbeenbreuken. De data gaan in een webbased tool. De resultaten volgen in een spinnenwebdiagram. Door benchmarking van het verloop van het welzijn (de veranderingen in het diagram) tijdens de ronde en door vergelijking met andere bedrijven zijn praktische verbeterpunten op te sporen.

Integratie in Beter Leven

Marijke de Jong, programmamanager Beter Leven-keurmerk, ziet heil in systemen als KipUp en AssureWel die de mate van dierenwelzijn scoren. Toch zal het nog jaren duren voor ze in Beter Leven-keur geïntegreerd zijn. “Er moeten eerst grote datasets verzameld worden, dat vraagt nog wel een paar jaar. Dan is er ruimte om delen van deze programma’s in een of andere vorm in Beter Leven te vlechten. Niet als sanctie-instrument, maar juist om veehouders van elkaar te laten leren. Wat doet de 25% beste op welzijnsgebied anders dan de 25% slechtste? Benchmarken biedt inzicht, door ervaringen uit te wisselen krijg je verbetering.”

In de testfase draaiden 12 bedrijven mee. Een daarvan was Dijkstra Bio in Zeewolde. Annemijn Dijkstra is positief over het systeem: “Je staat er door stil bij de dieren in plaats van dat je je standaardrondje door de stal maakt. Je krijgt er ook harde gegevens door. Die kun je aan de keukentafel terug laten komen.”

Feeling met pluimvee

KipUp vraagt een training van de beoordelaars zodat deze uniform scoren. Die cursus neemt een halve dag. Een beoordeling van een stal leghennen neemt ongeveer anderhalf uur. Gebruik van de tool, registratie van resultaten en benchmarking gaat € 300 per stal kosten, verwacht Bavinck die aangeeft dat ze nog geen verdienmodel heeft. Volgens Bavinck is het van belang dat de beoordelaars feeling hebben met pluimvee. “Oppakken van de dieren moet je laten doen door mensen die daar ervaring in hebben.” Het vraagt ook een andere mindset dan die controleurs hebben. “Het gaat niet om hanteren van de meetlat maar om kijken naar gedrag van dieren”, aldus Bavinck.

Bedrijven die al met KipUP aan de slag zijn gegaan zijn: Kipster, Rondeel, Geluksvogel, Herenboeren en diverse individuele pluimveehouders die het welzijn in beeld willen hebben. De ontwikkeling van de systematiek is gesubsidieerd door het Barth-Misset fonds, de bouw en uitrol van de database en website door de EU.