Het voortbestaan van de Nederlandse pluimveesector staat op het spel sinds tariefvrije handelsvrijgave voor pluimveevlees uit Oekraïne van kracht is. Dat stelt Gert-Jan Oplaat, voorzitter van de Nepluvi. - Foto: Canva/Branex PluimveeOpinie

‘Import uit Oekraïne doet pluimveesector de das om’

Het voortbestaan van de Nederlandse pluimveesector staat op het spel sinds tariefvrije handelsvrijgave voor pluimveevlees uit Oekraïne van kracht is. Dat stelt Gert-Jan Oplaat, voorzitter van de Nederlandse en Europese pluimveesector Nepluvi respectievelijk AVEC.

Al anderhalf jaar wordt de Europese pluimveesector geconfronteerd met een aanzienlijke toename van de importen pluimveevlees uit Oekraïne, sinds een tariefvrije handelsvrijgave van kracht is. Vanaf dat moment, in juni 2022 tot juni 2023, kwam er al ruim 218.000 ton pluimveevlees uit Oekraïne binnen. Voor de vrijgave van kracht was, was deze invoer beperkt tot 90.000 ton.

De invoerstijging van 240% vergeleken met het oorspronkelijke quotum, heeft aanzienlijke gevolgen voor de prijzen van kipfilet in Europa. De hele EU-markt voor pluimveevlees lijkt hierdoor in gevaar te komen. De Nederlandse sector roept op om zo snel mogelijk nieuwe quota te bepalen voor de invoer van pluimveevlees.

Voortbestaan sector staat op spel

Hoewel we de sympathie begrijpen om Oekraïne collectief te steunen, staat het voortbestaan ​​van onze eigen sector op het spel. De 220.000 ton goedkoop pluimveevlees uit Oekraïne, dat niet aan onze standaarden op het gebied van dierenwelzijn en milieu voldoet, zorgt ervoor dat er op verschillende plekken ontslagen volgen in de Nederlandse sector.

Door de sterk gedaalde graanprijs kan Oekraïne kippenvlees voor dumpprijzen op de Europese markt kwijt. In mei 2022 waarschuwde Oplaat al voor de verstrekkende gevolgen van de tariefvrije export van pluimveevlees uit Oekraïne. De invoerregeling druist compleet in tegen wat we hier bereikt hebben met duurzaam pluimveevlees.

Prijs het belangrijkste voor consument

Nepluvi heeft de situatie al aangekaart bij verschillende Eurocommissarissen, waaronder de Poolse landbouwcommissaris Wojciechowski. Door de tariefvrije EU-import van kippenvlees vanuit Oekraïne, is Oekraïne de tweede grootste importeur van kippenvlees in de EU geworden. Van de tariefvrije Oekraïense import komt geschat zo’n 60% via Nederland Europa binnen. Het gaat dan om zo’n 20 miljoen vleeskuikens ofwel 15.000 ton per maand, voornamelijk bestaande uit borstkappen.

Dat kan onze markt niet verwerken en zal leiden tot verdringing. Ik ben een voorvechter van vrijhandel, zolang het product aan dezelfde normen voldoet. Maar de geïmporteerde kip is op meerdere aspecten van lagere standaarden. De Nederlandse agro-sector is daarentegen op vele fronten de duurzaamste uit de wereld, zowel op het gebied van milieubelasting als op het gebied van dierenwelzijn. Dat brengt kosten met zich mee, en voor de consument is prijs het allerbelangrijkst, blijkt uit EU-onderzoek.

Gelijke standaarden

Op het moment dat een product 5% duurder wordt, haakt de consument af. Dus je kunt wel aanvoelen wat er gebeurt als er straks goedkopere import bijkomt. Onze producten worden uit de markt gedrukt, met alle gevolgen voor de transitie van de sector. Nederland produceert met zo’n 20 tot 30% hogere kosten dan Oekraïne en heeft met haar duurdere arbeid en grondprijzen een uitdaging om de concurrentie aan te gaan.

Nederland is alleen in staat om op de wereldmarkt te concurreren, als er gelijke standaarden komen volgens het zogenaamde ‘level playing field’. Zonder gelijk speelveld zijn we simpelweg onze Nederlandse kip van hoge kwaliteit en bijbehorende niveau van dierenwelzijn aan het inleveren voor goedkope kip uit het buitenland.