AkkerbouwAchtergrond

Franse staat geeft geld weg

De Franse overheid geeft noodkredieten uit tegen 1,5 procent rente. Boeren in Zuidwest-Frankrijk doen hun inkopen in Spanje om de kosten te drukken. De crisis leidt tot meer ondernemerschap. Een goede zaak.

Het is erg rustig op het bedrijf. We zijn bezig met wat klusjes in de werkplaats en hakken hout voor de volgende winter. Hier in de streek zeggen ze dat je van hout meerdere keren opwarmt: tijdens het zagen, het opruimen en bij de kachel. Dat klopt wel aardig.
Het is dus winter en ook hier in het verre zuiden is het best koud. ’s Nachts vriest het 5 graden en overdag is het plus 5 graden. Daarbij steekt af en toe een koude wind op en miezert het een mengsel van natte sneeuw en regen. We hadden afgelopen week een paar mooie winterse dagen. Daar hebben we ook meteen gebruik van gemaakt om wat stikstof op de tarwe te strooien.
Verder zijn we natuurlijk met de administratie bezig, dat is in Frankrijk toch wel een hele opgave. Naast dat de we de boekhouding afsluiten en ook nog steeds wachten op onze bouwvergunning, zijn we bezig met de aanvraag van subsidieleningen. De Franse staat komt boeren met drie soorten leningen tegemoet ten compensatie van de crisis 2009.

Opkrikken eigen vermogen

De eerste lening is bedoeld om het eigen vermogen op te krikken. Prêt de réconstruction de fonds de roulements, lening voor wederopbouw van eigen vermogen, is de fraaie titel ervan. De rente is 3 procent, waarvan de Franse staat 1,5 procent voor zijn rekening neemt en zelfs 2 procent voor de ‘jonge boeren’ van maximaal 40 jaar die nog niet langer boeren dan vijf jaar. Er zit natuurlijk wel een maximum aan deze lening van €30.000 per boer. In geval van een maatschap wordt dit vermenigvuldigt met het aantal boeren in die maatschap tot maximaal drie. Dat is dus driemaal €30.000 tegen 1,5 procent rente!
Dit gaat natuurlijk niet zomaar. Eerst moet een compleet dossier worden opgesteld en bestudeerd door de bank. Dus moet de boekhouding met de nog openstaande rekeningen van 2009 aan de bankier worden overhandigd. Deze bepaalt vervolgens of het bedrijf wel zo’n lening nodig heeft en hoeveel geld dat dan moet zijn. Onze bankier geeft geld aan alle boeren die de aanvraag indienen. Hij vertelde me dat de driemaal €30.000 eigenlijk nooit opgaat. Deze lening moet namelijk in maximaal vijf jaar weer worden afgelost. Bij €90.000 is dat dus €18.000 per jaar. En om daarvoor in aanmerking te komen moet je wel heel veel rekeningen hebben openstaan. Bovendien, als je al die rekeningen niet hebt kunnen betalen, kun je ook die €18.000 per jaar niet ophoesten, redeneert onze bankier.
Er zit natuurlijk wel verschil tussen de ene en de andere bankier. Eigenlijk is dat niet helemaal eerlijk, want als je je best doet om alles netjes op tijd te betalen heb je recht op niks, terwijl iedereen wel eigen vermogen tegen 1,5 procent kan gebruiken! Gelukkig is onze bankier nog een ouderwetse man die voor alle boeren geld ritselt. Zo is en blijft iedereen tevreden.

Versterken van bedrijf

Naast dit eerste-hulpplan is er ook nog een andere lening bedacht. Prêt de consolidation, een lening voor versterking. Deze geeft de mogelijkheid om alle rente en aflossingen van 2010 op te schuiven. De rente is dan 1 procent voor jonge boeren en 1,5 procent voor andere boeren. Er kan opgeschoven worden tot maximaal 5 jaar. Deze lening wordt alleen verstrekt aan boeren die in 2009 meer dan 60 procent van het resultaat zien opgaan aan rente en aflossing. Het moet hierbij gaan om leningen die al langer dan twee jaar lopen.

Alle rente en aflossing voor rekening staat

Dan is er nog een derde lening in het leven geroepen: Allègement des charges financiers 2010. Bij deze lening neemt de staat alle rente en aflossingen van 2010 voor zijn rekening. Dit gaat alleen op voor leningen die langer dan tien jaar lopen, maar niet voor grondleningen. De lening geldt voor maximaal 50 procent van het geleende bedrag en is voor alle boeren die meer dan 10 procent verlies hebben geleden, met voorrang voor jonge boeren. Elk dossier wordt bestudeerd op departementaal niveau door een speciaal hiervoor benoemde commissie. Wie hiervoor in aanmerking komt, mag geen gebruikmaken van de eerste twee en geldt ook niet voor eerder gesubsidieerde leningen.

Veel hulp

Er wordt dus van alles aan gedaan om de Franse landbouw te helpen. Maar zoals mijn bankier me ook al vertelde: als je er echt slecht voor staat, helpen die leningen ook niet. Je moet het immers toch terugbetalen. Aangezien het merendeel van de boeren de noodleningen van het extreem droge jaar 2003 nog niet heeft afbetaald, is het maar de vraag of het wel een oplossing is.
Je merkt aan alles dat het moeilijker gaat. Ik sprak laatst op een ledenvergadering met een boer die er spijt van had dat hij in 2008 een nieuwe maaidorser had gekocht. Toen kocht hij de machine om geen belasting te hoeven betalen, nu vraagt hij zich af hoe hij de rente en aflossing moet betalen.
Ook de termijnmarkt doet momenteel niet veel. Er wordt dus aan alle kanten bezuinigd. Het voordeel van wonen in Zuidwest-Frankrijk is dat we dichtbij Spanje zitten. Buren onderling organiseren nu reisjes om naar Spanje te gaan en daar de voorjaarsinkopen te doen. Zaaizaad en gewasbeschermingsmiddelen zijn daar tussen de 30 en 50 procent goedkoper. Het is echter niet altijd precies hetzelfde. Wij zijn ook al eens gaan rekenen voor een vrachtauto stikstof. Spaanse stikstof zit op 27 procent, de Franse op 33 procent. Tel daarbij het transport, en de prijs komt bijna op hetzelfde niveau uit als het product vervoeren met een vrachtauto uit de haven van Bordeaux.
Hoe dan ook, de crisis zet mensen aan het denken en stimuleert het ondernemersschap. De plaatselijke coöperaties zullen het dit jaar goed gaan merken. De boeren laten toeleveranciers veel meer onderling concurreren, en dat is echt een nieuw verschijnsel in deze streek.

Beheer
WP Admin