Cor Pierik en Caroline van der Plas (BBB) in een eerder debat. - Foto: ANP AlgemeenNieuws

Formerende partijen zijn verdeeld over de aanpak van de mestcrisis

De formerende partijen VVD, NSC, PVV en BBB zijn sterk verdeeld over het plan van aanpak van demissionair landbouwminister Piet Adema om uit de mestcrisis te komen. Dat blijkt tijdens een debat in de Tweede Kamer over het Europese landbouwbeleid, dat gedomineerd werd door het mestvraagstuk.

Terwijl VVD en NSC de maatregelen van Adema noodzakelijk vinden om tot een oplossing te komen, ziet BBB liever een andere route om de hoge druk op de mestmarkt op de te lossen. Welke dat zijn, wil landbouwwoordvoerder Cor Pierik (BBB) tijdens het debat nog niet zeggen. Dat leidde tot frustratie bij onder andere NSC en VVD. “Dat we snel een oplossing willen en dat we geen generieke korting willen, staat als een paal boven water”, zegt Pierik.

Hij is ervan overtuigd dat er mogelijkheden zijn om ‘meer lucht in het dossier te pompen’, maar hoe wil hij dus niet zeggen. BBB-leider Caroline van der Plas riep het demissionaire kabinet eerder al op om harder te onderhandelen in Brussel om een nieuwe derogatie te krijgen.

NSC: niets doen is geen optie

Thom van Campen (VVD) zegt ook liever de ingrijpende maatregelen niet te hoeven nemen. “Maar wij willen geen verantwoordelijkheid meer nemen voor een generieke korting zoals in 2017”, aldus de VVD’er. Ook NSC benadrukt de noodzaak van de plannen. “De Kamer heeft de minister gevraagd om met een plan van aanpak te komen. Dat heeft hij keurig gedaan”, aldus Harm Holman (NSC).

Hij worstelt alleen met de financiële gevolgen, waarover zijn partij gedurende de formatie geen besluiten over wil nemen. “Maar niets doen is absoluut geen optie. Dan volgt een koude sanering”, aldus de voormalige melkveehouder. Hij zegt erg verwonderd te zijn dat sommige mensen, waaronder ook bestuurders van landbouworganisaties, zeggen dat het wel mee valt en dat er in Brussel wel iets geregeld kan worden. “Dan heb je niet echt politieke verwachtingen die realistisch zijn”, aldus Holman.

PVV wil focus op toekomst voor boeren

PVV-landbouwwoordvoerder Jeanet Nijhof-Leeuw is kritisch op de plannen van Adema. Toch wijst ze de voorstellen niet af. Ze vindt wel dat er te veel focus is op afbouw, bijvoorbeeld door de brede stoppersregeling. Dit terwijl de PVV juist perspectief wil bieden voor de boeren. Nijhof wijst de plannen van Adema tegelijkertijd ook niet af. Ze vindt alleen de volgorde van maatregelen verkeerd.

Frustratie over opstelling formatiepartijen

De niet-formerende partijen zijn gefrustreerd over de opstelling van de formerende partijen. Terwijl de urgentie zeer hoog is, vroegen BBB, NSC, VVD en PVV vorige week een pas op de plaatst te maken en tijdens de onderhandelingen niet met voorstellen te komen die (veel) geld kosten. De voorgenomen brede stoppersregeling, waarbij rekening wordt gehouden met het resterende budget van € 4 miljard dat al bestemd was voor beëindigingsregelingen, is er daar een van.

Tegelijkertijd benadrukt Adema dat het voorstel een totaalpakket is van maatregelen, waar geen onderdelen uitgehaald kunnen worden. GroenLinks-PvdA, ChristenUnie en D66 zijn positief over het pakket van Adema en ook PvdD spreekt lovende woorden over zijn voorstellen om de veestapel te verkleinen.

Pieter Grinwis (CU) vindt het zeer onterecht dat Nederland de derogatie moet afbouwen, gezien de waterkwaliteit onder derogatiebedrijven. Tegelijkertijd zegt hij dat het niet waarschijnlijk is dat er een nieuwe derogatie komt, omdat Nederland eerdere afspraken over natuur, KRW, nitraatrichtlijn niet nakomt. “Maar het afschaffen van derogatie zal een schot in eigen voet zijn, omdat het de waterkwaliteit niet zal verbeteren”, aldus Grinwis. SGP vindt het teleurstellend dat CU desondanks de strijdbaarheid voor een nieuwe derogatie verloren heeft.

Vedder: koeien afvoeren of milieudelict begaan

Dat de urgentie hoog is, legde CDA-Kamerlid en melkveehouder Eline Vedder nog eens haarfijn uit. Op haar melkveebedrijf, dat grondgebonden was, dreigt in september de keuze om koeien af te voeren óf om een milieudelict te begaan. Vedder heeft nog nooit mest af hoeven voeren en heeft daardoor geen positie op de mestmarkt. “We staan achterin de rij”, aldus Vedder. Afzet voor de mest is er niet. Landelijk gaat het 300.000 tot 400.000 vrachten mest waar gewoonweg geen bestemming voor is, zegt Holman.

Adema: jonge boeren willen juist stoppersregeling

Adema onderschrijft die grote urgentie en steekt daarbij zijn frustratie over de vertraging die de formerende partijen willen niet onder stoelen of banken. Tegen PVV zegt hij dat juist de jonge boeren hebben gevraagd om met een stoppersregeling te komen, zodat de bedrijven die willen stoppen dit kunnen doen en zo ruimte maken voor de jonge boeren.

De suggestie dat Nederland het wel op een infractieprocedure kan laten aankomen, vindt Adema geen goed idee. Adema vreest dat dan de derogatiebeschikking gelijk van tafel is en het afbouwpad dan ook niet meer geldt. Ook dreigen dan hoge boetes en ook bijvoorbeeld kortingen op de GLB-premies van boeren.

De Tweede Kamer debatteert op 26 april over het plan van aanpak van Adema. Enige flexibiliteit zit er nog wel in, blijkt tijdens het debat. Zo opperde Holman om de korting op mestproductie anders te verdelen dan nu met de ‘schotten’ tussen de sectoren. Adema zegt dat dit een optie is, mits de opgave om minder mest te gaan produceren nog wel bij alle sectoren terecht komt. Ook een aanpassing van de voorgestelde afroming van 30% op fosfaat- en pluimvee- en varkensrechten sluit Adema niet uit.

Reacties

  1. laat degenen die landbouwgrond opgekocht hebben voor infra en natuur verplicht produktierechten opkopen. zij hebben de plaatsingsruimte afgelopen 30 jaar fors verkleind.

  2. Helemaal met Vogelaar eens; eindelijk iemand die gewoon de feiten durft te benoemen. De zuidelijke boeren hebben dit aan hun ongebreidelde uitbreidingsdrang te danken en schuiven dit graag op alle veehouders af.

  3. Peter,
    De graslandnorm zoals voorgesteld is allesbehalve iets wat duizenden bedrijven in de problemen zou gaan brengen.

    In 2022 waren er in heel Nederland 1811 bedrijven met meer dan 2,9 GVE per ha.
    De grasland norm zoals nu voorgesteld zou beginnen bij 4 GVE per ha dalende naar 2,85.

    Dus die 1811 bedrijven waarvan een kleine 700 in Noord Brabant dus daar ligt wel een grotere druk .

    Als we eerder voor grondgebonden hadden gekozen dan hadden we heel wat minder gedoe gehad.

    Je kunt ook stellen dat vanwege die 1800 bedrijven er zirca 12.000 bedrijven worden opgescheept met beleid waar ze wel heel veel last van hebben maar nooit aanleiding toe hebben gegeven.

    Jan Cees Vogelaar

    1. In Oost en Midden Brabant ken ik zat melkveehouders die aan 7,8, of 9 gve per ha zitten. Alles netjes conform wet en regelgeving. Mijn analyse klopt dan toch dat die, ook niet in een tijdsbestek van 7,5 jaar onmogelijk naar een gve norm kunnen investeren van 3 gve/ha grasland….toch? Neem dan eens mee in je beredenering dat pacht en/of erfpacht hier vrijwel niet mogelijk is. Dan heb je het alleen te doen met de 1 jarige geliberaliseerde pacht. Wie zaait er nu gras in op een perceel als je geen enkel idee hebt of je diezelfde grond volgend jaar ook nog hebt? Bovendien is veel grond hier (hoge droge zandgrond) niet geschikt voor (blijvend) grasland. Zeker niet met het steeds groeiend aantal beregeningsverboden dat waterschappen uitschrijven. Ook wat betreft grondwater. Kortom, dan deel je toch met mij de opvatting, dat een groep melkveehouders geofferd moet gaan worden om een grotere groep te sparen………….toch?

  4. Het grote struikelblok zit ‘m en de Graslandnorm. Was bij de onderhandelingen over een Landbouwakkoord ook al het onoverkomelijke probleem. In grote gebieden van Nederland (Oost en Midden Brabant, Noord Limburg. Oost Nederland) leidt dit onherroepelijk tot sluiting van duizenden bedrijven. De meeste bedrijven hier in de regio kunnen, ook op termijn, hier onmogelijk aan voldoen. Op het ministerie en in den Haag schijnt men dit maar niet te willen snappen…..of juist wel, en stuurt men op deze manier tot een ijskoude sanering van de melkveehouderij. Ook Holman van de NSC schijnt geen enkele moeite te hebben met dit scenario. Soort van nieuwe bestuurscultuur; “Ikke Ikke en laat de rest maar stikken”! Gelukkig heeft BBB en LTO wel oog voor eventuele gevolgen van dit keiharde wanbeleid.

    1. Waarom leidt de graslandnorm tot sluiting van veel bedrijven?

  5. Het grote struikelblok zit ‘m en de Graslandnorm. Was bij de onderhandelingen over een Landbouwakkoord ook al het onoverkomelijke probleem. In grote gebieden van Nederland (Oost en Midden Brabant, Noord Limburg. Oost Nederland) leidt dit onherroepelijk tot sluiting van duizenden bedrijven. De meeste bedrijven hier in de regio kunnen, ook op termijn, hier onmogelijk aan voldoen. Op het ministerie en in den Haag schijnt men dit maar niet te willen snappen…..of juist wel, en stuurt men op deze manier tot een ijskoude sanering van de melkveehouderij. Ook Holman van de NSC schijnt geen enkele moeite te hebben met dit scenario. Soort van nieuwe bestuurscultuur; “Ikke Ikke en laat de rest maar stikken”! Gelukkig heeft BBB en LTO wel oog voor eventuele gevolgen van dit A-sociale wanbeleid.

    1. Voor die bedrijven zou een groenbemester voldoende moeten zijn, holman is op hol en de bbb moet zich niet aansluiten bij de Europese evp.

  6. Democratie 50% plus 1 bepaald alles voor en over iedereen. Stel in dit proces wil 15 % wel stoppen verplaatsen of wat anders. Deze groep wordt steeds over gelopen door de democratische meerderheid. Wordt wakker en wordt niet beide verliezer. Pak ook je kansen. Het is geen zwart wit gevecht.

  7. Er gaan er genoeg stoppen van wege geen opvolger ,daarbij is het goedkoper. Voor alles en iedereen en kun geld problemen oplossen in ander sectoren

  8. gaan er genoeg stoppen vanwege gebrek aan opvolger kwestie van geduld is beter en goed koper voor alle partijen

    1. Er zijn veel veehouders die zich aangemeld hebben voor de lbv en lbv+ om hun bedrijf te beëindigen.
      Veehouders en de tweede kamer zien beide regelingen als onderdeel van een oplossing voor onder andere de stikstofcrisis, de mestcrisis en een mogelijkheid om blijvers mogelijkheden te bieden om te extensiveren.
      In beide regelingen zitten echter nog steeds fouten.
      Lnv heeft al enkele aanpassingen gedaan, onder andere de emissiefactoren van emissie-arme stalsystemen. Ook de volgende aanpassing is gedaan:

      ”Oppervlakte ook subsidiabel
      Het constructieve overleg heeft ertoe geleid dat de interpretatie door RVO aangepast wordt. Dit houdt in dat wanneer u door middel van een certificaat kan aantonen dat de overdekte uitloop behoort bij de bruikbare leefoppervlakte van het pluimvee, deze oppervlakte ook subsidiabel is.

      Wat betekent dit voor u?
      In de praktijk betekent dit het volgende:

      Bedrijven die reeds een beschikking hebben ontvangen, kunnen een nieuwe beoordeling aanvragen;
      aanvragen die nog ter beoordeling bij RVO liggen, worden aangehouden en afgewerkt nadat de formele wijziging concreet is geformuleerd.”

      Het constructieve overleg zou ook geschikt zijn om de laatste fouten in de de lbv en lbv+ regelingen te herstellen. Minister Adema zegt zeer regelmatig dat hij graag in gesprek gaat met boeren en waarde hecht aan de huidige opkoopregelingen. Die uitspraken komen niet overeen met het uitblijven van een uitnodiging om samen de laatste fouten uit de lbv en lbv+ te halen.

Beheer
WP Admin