AlgemeenAchtergrond

Feiten en cijfers over landbouw en milieu

Beleid gericht op het tegengaan van de milieubelasting door de agrarische sector heeft gezorgd voor een flinke afname van milieuvervuiling in de afgelopen decennia, blijkt uit cijfers van Wageningen UR (University & Research centre). De laatste jaren is die daling minder sterk. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen en de uitstoot van broeikasgassen in de landbouw neemt de laatste jaren weer toe.

Onderzoekers van het de onderzoeksinstituten LEI en Alterra van Wageningen UR, rapporteren regelmatig cijfers over de milieudruk die de landbouw oplevert. Die worden bijvoorbeeld gepubliceerd in het jaarlijkse Landbouw Economisch Bericht van het LEI of dragen bij aan het Compendium voor de leefomgeving, een website van het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Planbureau voor de Leefomgeving en Wageningen UR. In de publicatie Duurzame landbouw in beeld wordt de relatie tussen landbouw en milieu specifieker weergegeven voor de verschillende sectoren. In de nabije toekomst wordt het rapport vervangen door een website die actueel gehouden zal worden, vertelt Mark Dolman, een van de auteurs.

Klimaat

De bijdrage van de landbouw aan klimaatverandering neemt na jaren van afname de laatste jaren weer iets toe. In 2008 komt 14 procent van de broeikasgassen die in Nederland geproduceerd vanuit de landbouw. Voor een deel is dat CO2, wat voor ongeveer 80 procent afkomstig is van de verbranding van fossiele brandstoffen in de glastuinbouw. Sinds 1990 is die uitstoot gedaald door energiebesparing, maar de laatste jaren weer gestegen doordat de glastuinbouw, via warmtekrachtkoppelinginstallaties, steeds meer elektriciteit gaat opwekken.

Een andere belangrijk broeikasgas is methaan, dat vrij komt als spijsverteringsgas bij herkauwers en uit de mest in stallen en opslag. Aanvankelijk nam de uitstoot van methaan af omdat het aantal koeien afnam door het melkquotum. Sinds 2007 neemt het aantal melkkoeien weer iets toe door de verruiming van het quotum, en daardoor ook de methaanuitstoot. Uit mest komt ook lachgas vrij, een derde broeikasgas. De uitstoot van lachgas nam over de jaren iets af door het mestbeleid. (Zie figuur en onderliggende data.)

Nutriënten

De overschotten aan nutriënten zoals stikstof en fosfaat zijn vanaf 1990 sterk gedaald. Deze daling heeft zich de laatste jaren echter minder sterk doorgezet. Ook de concentratie van nitraat in het bovenste grondwater is in de loop van de jaren gedaald. Op zandgrond wordt gemiddeld bijna aan de EU-norm van 50 mg nitraat per liter voldaan, een van de doelstellingen van het Nederlandse mestbeleid. Op veen- en kleigrond wordt deze norm vaak wel gehaald. Zie Compendium voor de Leefomgeving.

Ook de ammoniakemissieis na 1990 fors gedaald, met tweederde deel, vooral door de afname van de veestapel en daardoor van de mestproductie, en door de verplichting om dierlijke mest emissiearm aan te wenden. De laatste jaren is die daling afgevlakt tot zo’n 120 miljoen kilogram. Of de beleidsdoelstelling voor de veehouderij van 114 miljoen kilogram in 2010 wordt gehaald is nog onzeker. Zie Compendium voor de Leefomgeving.

Bestrijdingsmiddelen

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de agrarische sector is de afgelopen decennia behoorlijk gedaald, maar de laatste jaren weer iets toegenomen. De scherpe daling tussen 1998 en 2001 van de milieubelasting van het oppervlaktewater door bestrijdingsmiddelen is het gevolg van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij. Driekwart van de reductie is bereikt doordat telers hun bedrijfsvoering hebben aangepast, onder andere door emissiereducerende apparatuur en door stroken land langs het oppervlaktewater niet te betelen. Het resterende kwart van de reductie is het gevolg van veranderingen in het pakket toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. Door de toename van het gebruik van middelen is het risico op vergiftiging van dieren die voedsel zoeken op akkers, bijvoorbeeld vogels, sinds 2003 weer toegenomen.

Zie Compendium voor de Leefomgeving.

Beheer
WP Admin