AlgemeenAchtergrond

‘Er is crisis in de tuinbouw, dus ook binnen het PT’

Zoetermeer – Het Productschap Tuinbouw staat aan de vooravond van een aantal grote veranderingen. In de storm van kritiek vanuit de sector en politieke discussie rondom het voortbestaan van de productschappen, moet de kersverse voorzitter, Agnes van Ardenne, de sectororganisatie drastisch hervormen. ”Als we houden wat we hebben, dan komen we nooit aan bestuurlijke vernieuwing toe die nodig is.”

Nee, de nieuwe voorzitter is niet van plan rücksichtslos de bezem door het productschap te halen, maar ziet wel de urgentie van hervorming van de huidige bestuursvorm en de organisatiestructuur binnen het PT. De ondernemerspeiling heeft duidelijk gemaakt dat het productschap te maken heeft met een stevige crisis, erkent Van Ardenne. ”Er is crisis in de tuinbouw, dus ook binnen het PT. Dat heeft zijn doorwerking gehad.”

Volgens de bewindsvrouw waren er drie scenario’s denkbaar na de uitkomst van de ondernemerspeiling in juni: een streep erdoor, gewoon doorgaan of de peiling serieus nemen en de functie van het productschap tegen het licht houden. Ze kiest voor het laatste. De peiling getuigt van ’zelfverzekerheid’, vindt Van Ardenne. ”We hebben gekozen voor een brede peiling, daarbij hebben we bewust gezegd: iedereen doet mee.”

Er is ook teleurstelling. ”Ik ben niet blij met de uitslag van de peiling, maar ik hoor het liever nu dan over een half jaar.”

Ze erkent dat er frictie is tussen de ondernemer en het productschap. ”Het PT verleent diensten aan de individuele ondernemer en het collectief, met als doel de Nederlandse tuinbouw wereldwijd concurrerend te maken. Ik denk dat die stap naar de individuele ondernemer niet herkend, niet ontdekt is. Dat die ondernemer zich niet herkent in de besluiten die hier genomen worden. We hebben nog onvoldoende inzichtelijk kunnen maken dat die link er is.”

Bestuurlijke vernieuwing is daarom onontkoombaar, stelt Van Ardenne. ”Als we houden wat we hebben, dan komen we nooit aan bestuurlijke vernieuwing toe die nodig is.”
Een van de punten op de agenda wordt de vertegenwoordiging van de diverse sectoren in bestuur en commissies. Dat hoeven niet per se collectieve vertegenwoordigers te zijn, maar kunnen ook individuele ondernemers via ondernemerspanels zijn.

Een ander punt van aanpak wordt de stemprocedure. Die kan overboord, denkt Van Ardenne. Bij de voedsel- en landbouworganisatie FAO kreeg ze de handen van 190 deelnemers op elkaar. Binnen het PT moet dat ook lukken. ”Het gaat om de houding van mensen, hoe zit je in het bestuur. Ik zal proberen wat ik ook in Rome heb geprobeerd. Ik heb daar gezegd: Wat mij betreft gaan we niet meer stemmen vandaag. We moeten er samen uitkomen. Desnoods moeten we daarvoor een halve dag langer vergaderen. Je kunt het mes op tafel zetten of gaan voor concensus. Het is immers in ons aller belang.”

Internationalisering wordt het sleutelwoord van de toekomst, denkt Van Ardenne. Dat is de politieke wind, dat is de agenda van het topteam. ”Dit is ons ankerpunt voor de komende jaren als tuinbouw. Als we wereldleider willen worden, dan willen we dat als collectief.”

Hoe dat in te vullen als productschap, moet snel duidelijk worden. ”We hopen in september een beeld te hebben wat we zouden willen en wat voor rol we kunnen spelen in de uitvoering van de agenda van het topteam. Er kunnen diensten afvallen, maar ik denk dat er ook nieuwe producten bijkomen.”

Geen enkele sector wordt in de toekomst verplicht om mee te doen, verzekert de bewindsvrouw. ”Wie eruit wil, kan eruit.” Toch gelooft ze in de rol van het PT. ”Een ander collectief hebben we niet.”

De ondernemerspeiling is een aanzet tot een grondige evaluatie en verandering. ”De uitkomst is niet zomaar eenduidig. Per sector zijn we aan het inventariseren, hoe staan we erbij? Vervolgens gaan we opnieuw met alle sectoren aan tafel.”

Of het PT recht van bestaan heeft, is aan de sectoren en de politiek. Maar Van Ardenne wil zich niet laten leiden door de waan van de dag. ”Ik wil gefundeerde kritiek.”

Beheer
WP Admin