Een perceel in Zuidelijk Flevoland waar hoogteverschillen zich steeds duidelijker aftekenen, met natte plekken tot gevolg waardoor niet alle gewassen nog overal even goed te telen zijn. -Foto: Ton Kastermans AkkerbouwAchtergrond

Bodemdaling Flevoland speelt eerste akkerbouwers parten

Bodemdaling wordt in een aantal gebieden in Flevoland een probleem. Vernatting speelt akkerbouwers parten. Om de problemen in kaart te brengen en oplossingen aan te dragen, is een jaar geleden ‘Gebiedsproces bodemdaling Flevoland’ gestart.

‘Bodemdaling is een gegeven”, stelt Bart Budding, regisseur gebiedsproces bodemdaling Flevoland. Inklinking en oxideren van veen in de ondergrond zijn de twee grote factoren die bodemdaling veroorzaken. Het gebiedsproces is gestart om op tijd inzicht te krijgen in de gevolgen van bodemdaling en om te voorkomen dat er pas actie komt als het al te laat is.

Tot 2050 tot wel 80 cm verdere daling

Sinds de aanleg van de polders in Zuidelijk en Oostelijk Flevoland is de bodem daar al tot 1,6 meter gezakt. Berekeningen van waterschap Zuiderzeeland wijzen uit dat de Flevolandse bodem tot 2050 nog 60 tot 80 centimeter daalt, met name in de Noordoostpolder, rond Zeewolde en bij Almere.

Nu de polders ouder worden, wordt steeds meer zichtbaar dat er grote verschillen zijn in de ondergrond, dat geeft ook verschillen in bodemdaling. Bij de aanleg van de polders is rekening gehouden met bodemdaling, maar in delen van de polder, onder andere in de Zuidlob (het zuidelijke deel van Zuidelijk Flevoland, rond Almere en in de Noordoostpolder rond Schokland, zakt het sneller dan elders en vaak ook ongelijkmatig. Met vernatting als gevolg.

Vier sporen

Door gesprekken met boeren aan de keukentafel zijn vier oplossingsrichtingen, de sporen genoemd, geformuleerd. Die worden de komende twee jaar, onder andere met het opzetten van proefprojecten, verder uitgewerkt.

• Alternatieve verdienmodellen: als grond niet meer voldoende ontwaterd wordt om bepaalde gewassen te verbouwen, welke alternatieven zijn er dan?

• Vernatting en waterhuishouding: kan vernatting die nu al op een aantal plaatsen optreedt worden opgelost met bodemverbetering, landbouwkundige aanpassingen of andere drainage?

• Zon op land: is grond niet meer geschikt voor een rendabele landbouw, onder welke voorwaarden kan een zonneweide dan een alternatief zijn?

• Vrijwillige kavelruil: is grond door vernatting niet meer geschikt voor bepaalde gewassen zoals aardappelen, uien of witlofpennen, is een veehouderijbedrijf mogelijk een logischer bestemming dan een akkerbouwbedrijf?

Nog geen concrete oplossingen

Inmiddels is het eerste jaar van een periode van drie jaar die voor het gebiedsproces is uitgetrokken voorbij en is een eerste tussenstand gepresenteerd door werkgroepen van de vier geformuleerde sporen. De problematiek is vrij helder in beeld, maar tot concrete oplossingen is het nog niet gekomen. Een algemene oplossing zal er ook niet zijn, die zal per specifieke situatie of gebied nader bekeken moeten worden.

Conflicterende belangen

En er zijn conflicterende belangen. Het waterschap is vooralsnog terughoudend om het peil te verlagen, omdat ontwateren de oxidatie van veen kan vergroten en daardoor de bodemdaling zou versterken. Met name rond Schokland is uit het oogpunt van behoud van natuur en archeologisch erfgoed een peilverhoging juist van belang.

Andere gewassen telen, zoals lisdodde waarvoor vernatting geen probleem is, is vooralsnog een lastige keuze omdat daarvoor het verdienmodel nog onduidelijk is.

Ruilen van grond en zonnepanelen lastig te organiseren

Ruilen van akkerbouwgrond voor grasland voor de veehouderij is een optie die in de vorm van ruilverkaveling mogelijk zou zijn, maar in de praktijk ook lastig is te organiseren. Net als de aanleg van zonnepanelen op landbouwgrond. Dat ligt politiek gevoelig.

Bodemdaling baart grote zorgen

Waardedaling van grond wanneer die minder geschikt wordt voor landbouw is ook een heikel punt. Voor de korte termijn wordt door individuele boeren een oplossing gevonden door nieuwe drainages aan te leggen, maar ook niet overal met het gewenste succes. Vooral de langere termijn baart Flevolandse boeren in de gebieden waar de bodemdaling zich het meest voordoet zorgen.

Beheer
WP Admin