De biologische kwaliteit van oppervlaktewater is een van de indicatoren voor de eisen van de Kaderrichtlijn Water. - Herbert Wiggerman AlgemeenNieuws

Biologische kwaliteit water verbetert langzaam

De biologische kwaliteit van het oppervlaktewater verbetert, maar het gaat langzaam. Dat blijkt uit gegevens van het Compendium voor de Leefomgeving.

Uit een vergelijking van de jaren 2015 en 2021 blijkt dat er op alle gemeten factoren (vis, waterplanten, macrofauna en algen) sprake is van een verbetering.

De chemische waterkwaliteit is bij 90% van de waterlichamen onvoldoende vanwege een overschrijding van de normen voor een of meer stoffen. De chemische kwaliteit is ongunstiger dan in 2015, volgens de rapportage. Dat heeft te maken met aanscherping van normen en vanwege de uitbreiding van het aantal onderzochte stoffen.

De ongunstige fysisch-chemische kwaliteit heeft te maken met het gebruik van stoffen in het verleden, die nog niet zijn afgebroken, maar ook door huidig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Kaderrichtlijn Water

De biologische kwaliteit van oppervlaktewater is een van de indicatoren voor de eisen van de Kaderrichtlijn Water. In de Kaderrichtlijn Water wordt gekeken naar de chemische en de ecologische kwaliteit van oppervlaktewater. De gegevens die nu zijn gepubliceerd zijn gebaseerd op een rapportage van 2021. De eerstvolgende rapportage zal in 2027 worden gedaan, omdat dan alle maatregelen getroffen moeten zijn om aan de Kaderrichtlijn Water te voldoen.

De matige tot slechte biologische kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater heeft te maken met vermesting met stikstof en fosfor. De vermesting zorgt voor algengroei in stilstaand water. Een andere oorzaak voor de matige kwaliteit is het rechttrekken van watergangen en strakke oevers. Natuurlijke dynamiek ontbreekt doordat het waterpeil wordt vastgehouden op een bepaald niveau, aldus het Compendium voor de Leefomgeving.

Lees meer over het stikstofbeleid

Reacties

  1. Als ze dan een rapport maken vergelijk dan ook de waardes van toen met die van nu. Nieuwe stoffen die gemeten worden of aanpassing van de normen zegt niet over de ontwikkeling van de chemische waterkwaliteit. Door de verbetering van de biologische kwaliteit zou je hier ook verlaging van de gemeten waarden verwachten.

  2. er zijn aanzienlijk meer ganzen in nederland. voor het grootste gedeelte leven ze op het water. tien ganzen schijten 1m3 mest per jaar. de riool-overstorten zijn ook nog niet gesaneerd. vind je het dan gek dat er teveel stikstof en fosfaat in het oppervlaktewater zit. en als je ook nog de normen blijft aanscherpen, dan blijft de waterkwaliteit hetzelfde, maar vervolgens voldoet deze zelfde waterkwaliteit dan niet meer aan de regels. zo komen we er nooit meer uit.

Beheer
WP Admin