Beoordeling stoppersaanvragen: RVO neemt maximaal de tijd

De uitvoeringsorganisatie heeft maximaal zestien weken, voordat de beschikking de deur uit moet. De LBV-regelingen staan deze week ook zestien weken open en RVO gebruikte de maximale termijn. Deze week gaan de eerste beschikkingen de deur uit. Het ministerie van Landbouw laat, ook namens RVO, weten dat later ingediende aanvragen sneller kunnen worden beoordeeld.

Lengte traject bij RVO frustreert

Het frustreert dat het zo lang duurt voordat boeren na hun aanvraag iets terughoren van RVO, merkt Albert Knijnenburg, zelfstandig financieel adviseur. Hij staat boeren bij in dit traject. “De eerste weken na de aanvraag kwamen al wel vragen van RVO over het aanleveren van extra informatie, daarna is het wekenlang stil. En als je dan navraag doet over wanneer die beschikking komt, is er weinig informatie. Dat frustreert ondernemers.”

Het bemoeilijkt ondernemers ook om (tijdelijk) hun bedrijf voort te zetten, zolang de definitieve beslissing nog niet is gemaakt. “Ik zie het bijvoorbeeld bij pluimveehouders, die nu moeten beslissen of ze wel of niet nog een ronde leghennen moeten draaien. De beschikking van RVO met het bedrag ligt aan de basis van die beschikking, maar die blijft uit,” vertelt Knijnenburg.

Het ministerie en RVO zeggen te begrijpen dat veehouders snel duidelijkheid willen over hun aanvraag, maar zegt dat de eerste gevallen meer tijd kosten: “Het is immers een nieuw proces dat sneller doorlopen kan worden naarmate er meer aanvragen zijn beoordeeld.”

Wie eerst komt, eerst maalt

Bij de plus-regeling geldt ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’, tot het beschikbare bedrag van bijna € 1 miljard op is. Vorige week liet RVO weten dat 344 bedrijven interesse hebben in deze regeling. De beschikkingen voor ondernemers die willen stoppen met de ‘gewone’ LBV-regeling moeten nog even geduld hebben. Die regeling staat nog open tot 1 december dit jaar.

Als het maximale bedrag voor deze regeling overschreden wordt, worden de bedrijven gerangschikt op kosteneffectiviteit. Ofwel, de bedrijven met het laagste subsidiebedrag en de meeste stikstofdepositie, komen bovenaan te staan en komen in aanmerking. Bedrijven onderaan de lijst met hogere bedragen en minder depositie, lopen kans de subsidie mis te lopen.

Tot nu toe zijn er 174 gegadigden en 126 bedrijven die voor beide regelingen een aanvraag hebben gedaan. Voor de gewone LBV is € 500 miljoen beschikbaar. Dit bedrag is verdeeld over drie sectoren: varkenshouderij: € 115 miljoen, pluimveehouderij: € 115 miljoen en melkveehouderij: € 270 miljoen.