Een sjees op archieffbeeld. - Foto: ANP BoerenlevenOpinie

‘Ringsteken in traditionele boerenkledij’

“Jij kunt de sjees er wel naar toe naar rijden, dan breng ik Pronkje.”

“Dat mag ik niet”, reageer ik verontrust. We doen mee aan het traditionele ringrijden. Dat betekent dat mijn man en ik, met een antieke sjees (rijtuigje), een Fries paard (Pronkje in dit geval) en uitgedost in klederdracht, in Bolsward moeten verschijnen. Daar gaan we dan met een stuk of 15 vergelijkbare combinaties strijden om wie er het mooist uitziet én wie de meeste ringen kan steken. De man ment het paard. Mijn rol als vrouw is: naast hem zitten en met een houtje in de vorm van een revolver, ringen uit palen steken. Die palen staan langs de route opgesteld. Voor dit evenement zijn veel spullen nodig.

Ik voel me best stoer, maar als ik uit onze landrover spring, blijft mijn onderrok haken en val ik bijna voorover

“De kar met de sjees erop is licht genoeg, dat mag. En je kunt het best. Neem de bocht ruim en zorg dat je niet achteruit hoeft te rijden.”

“Oké”, zucht ik en ga me verkleden.

Makkie op de snelweg

In mijn boerinnenjurk, in de stijl van 1880, zoef ik later over de snelweg. Het is inderdaad een makkie. Als ik het terrein opdraai, staat er al een tiental paardentrailers en sjezen. Ik voel me best stoer, maar als ik uit onze landrover spring, blijft mijn onderrok haken en val ik bijna voorover. “Oeps”, zeg ik lachend tegen een passerende vrouw. “Dag”, zegt ze alleen, terwijl ze naar een trailer loopt, om daar een paard uit te halen.

Hulp met oorijzer

Zij is in spijkerbroek en T-shirt, maar heeft de traditionele hoofdtooi al op: een muts, met daarover nog een gehaakt mutsje en daarover een gouden oorijzer (een soort helm) en daar weer over een kanten floddermuts. Dit kostbare en oncomfortabele geheel is aan weerszijden van het hoofd, met gouden spelden vastgezet. Mij doet het vooral aan de kop van een gigantische bromvlieg denken.

Wie het ringsteken wint, doet er niet toe: even voel ik me geen boerin, maar een heuse prinses

Ik kijk om me heen om iemand te vinden, die me zou kunnen helpen met mijn oorijzer. Dat heb ik nog niet op, omdat het zo lastig is om zelf te doen. Gelukkig vind ik een groepje vrouwen, die elkaar helpen met aankleden en mij ook ter wille zijn. Ik ga helemaal op in de gezellige, opgetogen sfeer: straks zetten we met zijn allen een prachtig cultureel spektakel neer!

Prinses

Plotseling ontwaar ik mijn man in de drukte. Toch gek, hoe ik hem meteen herken uit alle andere identiek geklede heren: blauwe kniekousen, kniebroek, pandjesjas, hoge hoed. Hij lacht zijn brede lach naar me.

En niet veel later zitten we hoog, in het rode fluweel van onze sjees en ratelen we met alle rijtuigen achter elkaar aan, naar het centrum. Daar mogen we eindelijk in draf. Pronkje vliegt over de klinkers en ik wuif naar het publiek, dat aan de kant staat te juichen. Wie het ringsteken wint, doet er niet toe: even voel ik me geen boerin, maar een heuse prinses.

Beheer
WP Admin