Waterschappen: bufferstroken en NV-gebieden leiden tot minder draagvlak

“Waterschappen vinden het belangrijk dat generiek rijksbeleid gebaseerd wordt op goede praktijkkennis (zodat beleid werkt) en gepaard gaat met een perspectief voor de agrariër. De recent genomen maatregelen leiden nu tot een verlies aan draagvlak om aan verbetering van de waterkwaliteit te werken, terwijl de waterschappen agrariërs hiervoor juist hard nodig hebben”, schrijft de Unie van Waterschappen.

Bij de invoering van de bufferstroken zijn volgens de waterschappen te weinig voorwaarden gesteld aan de stroken. Zo is er niets vastgelegd over het beheer van bufferstroken, terwijl dit juist van belang is voor het effect van de maatregel. “Een bufferstrook zonder gewas, plantengroei of waar de bodem intensief wordt bewerkt, zorgt voor meer afspoeling naar het oppervlaktewater en daarmee voor een verslechtering van de waterkwaliteit”, legt de UvW uit.

Ook meer afspoeling mogelijk

Ook de voorwaarden om maaisel te laten liggen bij sommige eco-regelingen, zorgen juist voor meer afspoeling. De waterschappen plaatsen ook bij de breedte van de bufferstroken vraagtekens. Het is niet altijd duidelijk waarom er soms bredere of smallere bufferstroken zijn, omdat water wel of niet is aangewezen als KRW-waterlichaam. Dit kan bij ondernemers tot discussie leiden en daarmee tot minder draagvlak voor de maatregelen, aldus de waterschappen.

Ook op de uitvoering van de NV-gebieden zijn de waterschappen kritisch. Een deel van de gebieden zijn aangewezen vanwege een te hoog fosforgehalte in het water, maar de opgelegde maatregelen in NV-gebieden zijn alleen op stikstof gericht. UvW noemt dit ‘een gemis’.

De Tweede Kamer debatteert binnenkort over het mestbeleid. Het debat zou begin maart zijn, maar is uitgesteld omdat landbouwminister Piet Adema meer tijd nodig heeft voor zijn plan van aanpak om de druk op de mestmarkt te verlagen.