PluimveeNieuws

Watermanagement belangrijkste factor voetzoollaesies

Met goed watermanagement is het meeste succes te boeken bij het tegengaan van voetzoollaesies bij vleeskuikens. Dit stelt Henrik Hansen van de Deense broederij DanHatch.

Hansen was deze week gastspreker tijdens drie symposia van Elanco, woensdag in Drachten en in Hengelo (Ov.) en donderdag in Venray tijdens de LIV.

Deense vleeskuikenhouders zijn al sinds 2002 bezig het aantal en de ernst van voetzoollaesies terug te dringen. In een database worden van elk koppel tal van parameters verzameld, aangeleverd door broederijen, voerleveranciers, vleeskuikenhouders en slachterijen, Hieruit kunnen allerlei verbanden worden gelegd tussen houderijomstandigheden en het optreden van voetzoollaesies, die worden gezien als indicatie voor het welzijn. Naast watermanagement hebben verwarming, ventilatie en strooiselkwaliteit invloed op het optreden van voertzoollaesies.

Hansen adviseert vleeskuikenhouders zeer gedoseerd water te verstrekken aan kuikens, te letten op de waterdruk en de hoogte van de nippelleiding. Vleeskuikenhouders moeten streven naar een water-voerverhouding van 1,7 tot 1,75. ,,Zit je op 1,8 à 1,85 dan heb je een probleem.” Een te hoge water-voerverhouding werkt nat strooisel in de hand, wat nadelig is voor het tegengaan van voetzoollaesies.

In Denemarken worden per koppel 100 kuikens beoordeeld. Geen leasies krijgt score 0, lichte, oppervlakkige beschadiging een score 1 en ernstige, inwendige laesies een 2. De scores bij elkaar opgeteld vormen de koppelscore. Die is minimaal 0, maximaal 200. Deense vleeskuikenhouders krijgen bij een koppelscore boven 80 twee cent aftrek per kilo, een koppelscore onder 40 levert hen een halve cent bonus op.

Bij de start van de monitoring in 2002 had ongeveer 25 procent van de kuikens een maximumscore. ,,Toen hadden 25 miljoen kuikens een welzijnsprobleem.” In 2012 had nog slechts 6,9 procent van de kuikens die maximale score. Volgens Hansen kan daar nog wel twee procentpunt vanaf.

Beheer
WP Admin