VOB-keten sorteert voor op welzijns- en milieudoelen
Met Varken op z’n Best wil Van Loon Group dier- en milieuvriendelijk geproduceerd varkensvlees betaalbaar houden voor iedereen. ‘De VOB-keten wil hier op tijd klaar voor zijn.’
“We kunnen binnen de huidige wetgeving de CO2-voetafdruk van varkensvlees met 50% reduceren op basis van het levend gewicht.” Dit betoogt Roland van Loon, CTO van Van Loon Group. De belangrijkste variabelen om de milieubelasting van varkensvlees verder te reduceren zijn voer en mest, legt Van Loon uit.
Desondanks is het nog te vroeg om soja volledig uit het varkensvoer te laten. Reden is de kostprijs, vertelt CEO Robert van Ballegooijen.
Van Ballegooijen: “We hebben in pilots bewezen dat het kan en op grotere schaal toepasbaar is. Het ligt aan de markt hoe snel zoiets wordt ingevoerd en wat het mag kosten. We moeten alle ketenpartners meekrijgen. De ambitie van ons bedrijf is namelijk ‘markteider in vlees en convenience zijn door als ketenregisseur duurzamer eten voor iedereen bereikbaar maken’. We willen met VOB geen niche worden. Daarvoor hebben we biologisch vlees en het ZONvarken-concept. Dat laatste kun je zien als ons vlaggenschip.”
Verbeteringen
Gezondheid monitoren
Op een aantal bedrijven zit de dierdagdosering nog boven de normen van de Stichting diergeneesmiddelenautoriteit (Sda). Deze bedrijven krijgen extra aandacht van het zogeheten Varkens Advies Team (VAT) van de keten. Dit team bestaat uit de varkenshouder, bedrijfsdierenarts, de voeradviseur en de livestockcoördinator van de keten.
Naast het belang voor de volksgezondheid is vanuit het oogpunt van de CO2-footprint de diergezondheid ook relevant. Met gezonde dieren gaan de emissie omlaag, legt Van Loon uit. Een paar effecten van gezonde varkens: de groei stijgt, het voerverbruik zakt, de uitval gaat omlaag en de karkaskwaliteit verbetert.
Bovendien komt verbetering van de diergezondheid het dierenwelzijn ten goede, is de opvatting van de ketenregisseur. De gezondheid wordt ook gemonitord. Het aandeel dieren met slachtafwijkingen is in de periode 2018 – 2022 met 34% gezakt.
Van pilot naar standaard
Binnen VOB wordt in diverse, maatschappelijke thema’s geïnvesteerd. Samen met Wageningen UR loopt bijvoorbeeld een pilot met het houden van varkens met ongecoupeerde staarten. Couperen wordt vanaf 2030 niet meer gedoogd. Van Loon: “De VOB-keten wil hier op tijd klaar voor zijn.”
Een ander punt is het gebruik van vrijloopkraamhokken. Ook hier wordt ervaring mee opgedaan. De insteek is dat op termijn de meerkosten van zaken als krulstaarten en vrijloopkraamhokken in de opbrengstprijs worden verdisconteerd. Maar kosten toevoegen aan het eindproduct doet het vleesbedrijf niet zomaar, volgens Van Ballegooijen.
Zo laag mogelijke meerkosten
Van Ballegooijen: “We kijken altijd hoe we vernieuwingen zo invoeren dat de meerkosten zo laag mogelijk blijven. Het varkensvlees moet betaalbaar blijven. Als we tegelijk ook ergens kosten kunnen besparen, doen we dat natuurlijk. We willen ketenpartners niets eenzijdig opleggen of onze afnemers simpelweg een rekening sturen voor bepaalde meerkosten in de productie. Dat werkt niet, maar samen stappen zetten werkt wel.”
Voor het voer wordt met drie mengvoerbedrijven samengewerkt. Dan lukt het heel snel om veranderingen in rantsoenen door te voeren. Wat betreft mest is het lastiger om de CO2-footprint te verlagen. Reden is de grotere diversiteit, legt Van Loon uit. Elk bedrijf is anders qua zaken als omvang, diercategorieën, opslag of locatie.
Dit wil niet zeggen dat de VOB-keten niet met mest en mineralen bezig is. Er lopen ook projecten om mineralen uit de varkensmest beter te benutten en zo mogelijk groen gas te produceren. De kringlopen zoveel mogelijk sluiten, is de doelstelling bij VOB.
Verdienmodel ketendeelnemers
Varkenshouders in de VOB-keten krijgen betaald op basis van de marktprijs, plus een ketentoeslag en een toeslag voor de genomen duurzaamheids- en welzijnsmaatregelen. Onder varkenshouders klinkt nogal eens ontevredenheid als het gaat om hun rol in dit soort ketens en de behorende beloning daarvoor. Van Ballegooijen wil niet spreken voor de VOB-boeren. Hij wil alleen kwijt dat bij de VOB-keten sprake is van een wachtlijst met varkenshouders.
Alle varkenshouders die produceren voor Van Loon Group doen dat ook volgens de VOB-criteria. Op jaarbasis produceren deze boeren circa een miljoen varkens. Volgens Van Ballegooijen is het belangrijk dat de keten in balans is. “Er moet een gezonde marge zijn voor iedereen. Als één schakel tekort komt, blijft de keten niet bestaan.”
Varken op z’n Best is in oktober 2020 officieel van start gegaan. Twee jaar eerder is gestart met de ontwikkeling van de keten. De visie die toentertijd is gelanceerd heeft nu effect en vindt aarde, legt Van Loon uit. Van Loon: “De volgende stap is dat Van Loon Group zich aansluit bij het Science Based Targeting Initiative (SBTi).
Samenwerken met zakenpartners
Hiermee zetten we wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen neer voor het reduceren van broeikasgasemissies in onze ketens om zo te kunnen voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs.” De meeste emissies tijdens de productie van varkensvlees ontstaan immers tijdens de teelt van veevoer en op de boerderij. Ook die emissies wil Van Loon Group vanaf dit jaar in kaart brengen en verder verlagen.
Van Loon Group werkt voor de VOB-keten samen met een beperkt aantal zakenpartners per schakel: twee leveranciers van genetica, drie dierenartsenpraktijken en drie voerleveranciers. Doordat het aantal zakenpartners beperkt is, kan men in de VOB-keten het programma desgewenst snel aanpassen, is de uitleg.
Nieuwsbrief varkensgezondheid
Schrijf je in voor deze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van ontwikkelingen binnen varkensgezondheid.
VOB-keten is alleen opgezet als een (winstgevend)concept voor de Quote 500 periferie…………………………..