Op 21 maart 1997 kwam het bericht dat de eerste BSE-koe in Nederland gevonden was. De verschijnselen leken op die van een dier dat in het voorjaar voor het eerst weer naar buiten mag. - Foto: Roel Dijkstra BoerenlevenAchtergrond

Terugblik op een rampjaar: BSE maakte koeien helemaal gek

In Engeland dook de ene na de andere gekke koe op. Nederland waande zich veilig tot de minister 25 jaar geleden met een beroerde boodschap kwam.

De akelige beelden uit Engeland waren de wereld overgegaan. Beelden van een koe die hevig trilde en amper kon blijven staan. Ze krabbelde rond als Bambi op het ijs. Het waren symptomen van wat de gekkekoeienziekte heette en het zou bij die ene koe niet blijven. In Engeland dook begin jaren tachtig de ene na de andere ‘gekke koe’ op. Ze bleken allemaal te lijden aan wat officieel Bovine Spongiforme Encephalopathie heette, kortweg BSE. Dat ‘spongiforme’ sloeg op de hersens van zieke dieren: daar ontstonden gaten in waardoor ze sponsachtig van structuur werden. Vandaar de uitvalsverschijnselen.

Het vermoeden was dat BSE iets te maken had met het voeren van diermeel

Pas in 1987 verklaarde Engeland officieel dat ze te maken hadden met een nieuwe koeienziekte. Al snel leek het erop dat ook andere diersoorten vatbaar waren. Schapen vertoonden dezelfde verschijnselen en ook katten raakten besmet. Zelfs een tijger in de Londense dierentuin kreeg BSE.

Men begon te vermoeden dat het iets te maken had met het voeren van diermeel en als dat zo was, konden mensen die vlees aten van runderen die diermeel gegeten hadden, het dan ook krijgen? Dat bleek al spoedig toen in 1994 verschillende Britten symptomen kregen. In 1995 overleed de eerste patiënt eraan, de 19-jarige Stephen Churchill. De menselijke vorm van BSE was een variant op de al bekende Creutzfeldt Jacob Disease en heette voortaan vCJD.

De angst zat erin en de Engelse overheid kon nog zo hard roepen dat Brits rundvlees volkomen veilig was om te eten, de consument hoefde het niet meer.

Door BSE aangetast hersenweefsel onder de microscoop. Alleen met zulk onderzoek was de ziekte vast te stellen.
Door BSE aangetast hersenweefsel onder de microscoop. Alleen met zulk onderzoek was de ziekte vast te stellen.

21 maart 1997

In Nederland keek de rundveesector met de nodige argwaan naar de overzeese ontwikkelingen. Die hadden namelijk een negatief effect op de prijzen van rundvlees in de gehele EU en boeren voelden dat in hun portemonnee. Over de ziekte zelf waren geen grote zorgen. BSE was daar en wij zaten hier, met een flinke plons zeewater ertussen en trouwens, in 1990 had de Nederlandse overheid de import van zowel levend vee als van diermeel uit Engeland al verboden. De kans dat hier BSE en vCJD zouden opduiken, werd klein geacht. Piepklein.

Kort en kaal stond het er: BSE, eerste geval in Nederland. Het zag er dramatisch uit en dat was het ook

De cover van Boerderij destijds. De kale, koude letters gaven de boodschap in al zijn beroerdheid weer.
De cover van Boerderij destijds. De kale, koude letters gaven de boodschap in al zijn beroerdheid weer.

Op vrijdagmiddag 21 maart 1997 was de redactie van Boerderij bezig met afsluiten. De dinsdag daarop zou het Paasnummer bij de abonnees in de bus vallen. Alles was gereed, er was een mooie coverfoto uitgezocht, de drukker stond in de startblokken. En toen ineens was daar het bericht: op de noodslachterij in het Gelderse Zutphen was een koe gevonden die BSE bleek te hebben. Dus toch! In allerijl werd de planning omgegooid, twee redacteuren trokken hun jas weer uit en maakten een nieuw coververhaal. Ook de coverplaat werd op het laatste moment aangepast. De oorspronkelijke foto werd vervangen door een wit blok met grote zwarte letters. Kort en kaal stond het er: BSE, eerste geval in Nederland. Het zag er dramatisch uit en dat was het ook.

’s Avonds kondigde Jozias van Aartsen, de toenmalige minister van Landbouw, met de nodige dramatiek in zijn stem de besmetting aan op televisie: “Ik heb het meest beroerde bericht dat een minister van landbouw kan hebben.” Daar was geen woord van gelogen.

Raadsel

De landbouw zat in een rollercoaster, vanwege de lage rundveeprijzen, maar ook vanwege varkenspest die twee maanden eerder was uitgebroken. En dan nu dit. En als nou maar duidelijk was waar het vandaan kwam, maar dat was het niet. Onderzoeksinstituut ID-DLO stond voor een raadsel. De betreffende koe was namelijk in Nederland geboren, connecties met Engeland leken er niet te zijn. Wat het zoeken extra lastig maakte, was dat de besmetting mogelijk al zes jaar eerder was ontstaan, en wie kon zeggen wat er toen precies gebeurd was? De kans dat ze Engels diermeel gegeten had, was klein. Import daarvan was immers al in 1990 verboden. Dat diermeel niet Brits hoefde te zijn om BSE te kunnen veroorzaken, was nog onbekend.

Boeren stonden voortdurend op scherp. Een koe aan de grond kon flink schrik aanjagen: het zal toch niet?

Ook consumenten schrokken zich een hoedje: konden zij nog wel met een gerust hart sudderlapjes van eigen bodem eten? Van Aartsen bezwoer dat de betreffende koe niet in de voedselketen terecht was gekomen, maar hij kon niet garanderen dat er niet nog meer koeien met BSE zouden rondlopen.

In allerijl werden de verwanten en nakomelingen van de betreffende koe nagetrokken. De noodzaak van een sluitend I&R-systeem werd extra duidelijk. Het systeem was begin jaren negentig al ingevoerd, maar er zaten nog rafelranden aan. Zo was niet elke boer even nauwkeurig met de administratie waardoor de betrouwbaarheid niet 100% was. Dat moest anders, aldus Van Aartsen en dat ging ook gebeuren.

Dit bord kwam te staan bij bedrijven met een BSE-koe maar het klopte feitelijk niet. BSE is niet besmettelijk.
Dit bord kwam te staan bij bedrijven met een BSE-koe maar het klopte feitelijk niet. BSE is niet besmettelijk.

Geen exportverbod

In de gemeente waar de BSE-koe was gevonden, werd een beleidscentrum BSE-bestrijding ingericht. Die bestrijding bestond eruit dat mannen in witte pakken alle dieren ruimden en het bedrijf daarna grondig ontsmetten. Dat gebeurde onder het oog van flitsende fototoestellen en draaiende camera’s want de pers was massaal uitgerukt. Dat was mede op initiatief van de overheid die hiermee aan de consument en de rest van de wereld wilde laten zien dat er serieus met het geval werd omgesprongen en dat Nederlands rundvlees volkomen veilig was. Een exportverbod lag dan ook niet voor de hand, hooguit zou er een tijdelijke exportstop komen naar derde landen, dat wilde zeggen: naar landen buiten Europa. Daar ging slechts 15% van het Nederlandse rundvlees naartoe dus die klap zou relatief meevallen. Binnen de EU zou er niets aan de hand zijn, aldus het Productschap Vee en Vlees (PVV).

De hoop was dat het I&R-systeem zou helpen om meer gevallen van mogelijke BSE tijdig op te kunnen sporen.
De hoop was dat het I&R-systeem zou helpen om meer gevallen van mogelijke BSE tijdig op te kunnen sporen.

Ontsmetten zinloos

Dat ontsmetten was overigens volledig zinloos want BSE is geen ziekte die door een bacterie of virus wordt overgedragen. Het gaat om eiwitten die op een verkeerde manier gevouwen zijn, zogenaamde prionen. In die zin was de term ‘besmettelijk’ niet terecht en zelfs verwarrend.

Een bericht uit Boerderij nadat op 7 april 1997 een tweede BSE-geval was gevonden.
Een bericht uit Boerderij nadat op 7 april 1997 een tweede BSE-geval was gevonden.

Na het eerste BSE-geval bleef het een tijdje stil. Even was er opluchting, zou het overwaaien? Maar helaas, dat deed het niet. Op 7 april maakte de minister een tweede geval bekend: op een slachterij in Tolbert was een besmette koe uit Kolummerpomp gevonden. Alle dieren van het herkomstbedrijf werden vernietigd net als alle dieren die, dood en levend, aanwezig waren op de slachterij. En ook nu zei de minister nadrukkelijk dat er geen risico was voor de volksgezondheid ook al kon hij wederom niet garanderen dat het bij twee gevallen zou blijven. Onderzoekers hadden links en rechts al genoemd dat dit zelfs onwaarschijnlijk was, er zouden beslist meer ‘gekke koeien’ gevonden worden, maar wanneer was uiteraard niet te voorspellen.

De rundvleesconsumptie daalde met 7% maar die informatie groeide niet uit tot grote krantenkoppen

Consumenten gingen er niet op wachten. In navolging van varkensvlees lieten ze nu ook rundvlees liggen. Het effect was duidelijk merkbaar bij de pluimveesector die de verkoop van onder meer kipfilets en drumsticks zag opleven. Opmerkelijk was dat het PVV aangaf dit niet te herkennen. Er was na het uitbreken van varkenspest een gratis informatielijn ingesteld voor consumenten met vragen over vlees. Over BSE kwamen amper vragen binnen en dus was er geen sprake van paniek, zo concludeerde het productschap. Later pronkte de organisatie zelfs met cijfers over een juist gestegen vleesconsumptie. Die stijging kwam echter volledig voor rekening van pluimveevlees. De rundvleesconsumptie daalde met 7% maar die informatie groeide niet uit tot grote krantenkoppen.

Zichtbare symptomen

Na dit tweede BSE-geval werden een tijdlang geen nieuwe besmettingen gevonden tot eind 1998 ineens twee gevallen kort achter elkaar bevestigd werden. In 1999 gebeurde dat opnieuw en in 2000 nog een keer. Steeds waren dieren eruit gepikt op basis van klinische verschijnselen ofwel hun uiterlijk zichtbare symptomen. Dierenartsen en medewerkers van slachthuizen omschreven die als een koe die in het voorjaar weer de wei in mag. Die weet soms van gekkigheid niet wat ze moet doen alleen houdt een gezonde koe na een paar keer dol heen en weer rennen wel op. Een koe met gevorderde BSE blijft gek doen.

De ziekte hield boeren en boerinnen behoorlijk bezig, ze stonden voortdurend op scherp. Een koe aan de grond kon flink schrik aanjagen: het zal toch niet? En dan bleek het bijvoorbeeld ‘gewoon’ melkziekte te zijn. In het voorjaar van 2001 werd de aandacht voor BSE echter in één klap volledig weggedrukt door mond-en-klauwzeer (MKZ). Minder gevaarlijk zou je kunnen zeggen, want in tegenstelling tot BSE kunnen mensen het niet krijgen. Maar voor boeren luidde het bericht hun annus horribilis in. Het was nog veel beroerder dan de aankondiging die Van Aartsen op vrijdagavond 21 maart 1997 deed. MKZ verdreef BSE naar de achtergrond. Tegenwoordig komt de ziekte nog maar sporadisch voor. Als het al ergens in de wereld opduikt, dan is de hersenafwijking toevallig ontstaan, een foutje van Moeder Natuur dat niets meer met diermeel te maken heeft.

Reacties

  1. Dat is met Cxxxd (0.2% van 80 jaar en ouder) ook. Maar de angst fabrieken proberen uit alle macht de wind eronder te houden.

  2. Hele engelse dorpen zouden uitgedund worden. Bangmakerij. De kans dat je stierf aan bse was kleiner dan tijdens de rit naar mac donalds.

Beheer
WP Admin