RvS blijft erbij: geen vergunning bij intern salderen

Ondernemers krijgen geen natuurvergunning als de stikstofdepositie van hun bedrijf op gevoelige natuur hetzelfde blijft. De Raad van State (Rvs) blijft erbij dat een ‘positieve weigering’ van de vergunning terecht is. Dat blijkt uit twee uitspraken van de Raad van State van vorige week.

In beide gevallen gaat het om bedrijven die een (nieuwe) vergunning aanvragen bij hun provincie en die niet kregen, omdat de stikstofdepositie op gevoelige natuur, afkomstig van deze bedrijven, niet toeneemt. In dat geval is sprake van ‘intern salderen’, de depositie van het bedrijf in het geheel blijft hetzelfde. Bij intern salderen bestaat geen vergunningplicht, dus hoeven de provincies, in dit geval Brabant en Gelderland, terecht geen vergunning af te geven. Zo’n besluit van de provincie wordt door juristen een ‘positieve weigering’ genoemd, het is voor de ondernemer een manier om aan te tonen dat geen vergunning nodig is.

Lees verder onder het kader

Geen vergunning voor pluimveehouder

Bij een Brabantse pluimveehouder, die een vergunning aanvroeg voor zijn bedrijf met 68.000 vleeskuikens, was dit het geval. Het Brabantse college stelde vast dat de stikstofdepositie niet toenam en weigerde de vergunning. De ondernemer vindt dat die weigering te weinig rechtszekerheid biedt. Het provinciale besluit is immers geen (onherroepelijke) vergunning. De Raad van State ziet dat dit onzekerheid schept bij ondernemers, maar zolang er geen vergunningplicht is, kan geen vergunning verleend worden, aldus de hoogste rechter.

In Gelderland wil een kalverhouder een stal herbouwen, waarbij het aantal dieren minder wordt. Hij gaat van plek voor 1.490 naar 1.476 dieren. Dus wordt ook de stikstofdepositie hier niet meer en zit de Gelderse ondernemer in hetzelfde schuitje als de Brabantse pluimveehouder: ze krijgen geen vergunning.

Vergunningplicht bij intern salderen

Het ministerie had eerder plannen om intern salderen wél vergunningplichtig te maken. Een wetsvoorstel hiervoor is al eens openbaar gemaakt, maar nog niet ingediend. De verplichting zou in dezelfde wetswijziging staan als het voorstel waarmee het inmiddels demissionaire kabinet de stikstofdoeljaar wilde vervroegen naar 2030. Dat onderwerp zorgde voor veel onrust in de politiek. Voordat het kabinet viel op 7 juli van vorig jaar, was het wetsvoorstel niet ingediend en sindsdien ligt het op de plank.