Rechter schrapt toelating schimmelbestrijder Pitcher

De schimmelbestrijder Pitcher is ten onrechte toegelaten door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).

Dat stelt het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in een zaak die was aangespannen door Pesticide Action Network.

Pitcher wordt vooral in de bollenteelt en de boomteelt toegepast als middel tegen Fusarium, Rhizoctonia-schurft, Botrytis, Cylindrocladium en roest. Het middel wordt ook ingezet tegen hagelschotziekte en echte meeldauw.

Ctgb moet hormoonverstoring beter toetsen

De uitspraak van het CBb vloeit voort uit een oordeel van het Europese Hof van Justitie van april vorig jaar. Het Luxemburgse hof oordeelde toen dat het Ctgb had moeten nagaan of de werkzame stoffen in de schimmelbestrijder hormoonverstorende eigenschappen hebben. Het Ctgb ging ervan uit dat die toets al was gedaan bij de toelating van de werkzame stoffen door de Europese Commissie. De rechter vindt echter dat nationale toelatingsinstanties bij de aanvraag voor de toelating van een gewasbeschermingsmiddel opnieuw moeten kijken naar hormoonontregelende eigenschappen van de werkzame stoffen. Daarbij moet de “op het moment van dat onderzoek beschikbare relevante en betrouwbare wetenschappelijke en technische kennis” worden gebruikt.

In de schimmelbestrijder Pitcher zitten zeven hulpstoffen en de werkzame stoffen fludioxonil en folpet.

Het Ctgb moet de toelatingsaanvraag van Pitcher opnieuw beoordelen en daarbij rekening houden met de uitspraak van de rechter.